Mediaconfrontaties vragen om bezinning op opvoeding
Confrontaties met diverse media lijken aan te tonen dat in de opvoeding van onze kinderen essentiële elementen zijn gaan ontbreken. Die opvoeding vraagt om een christelijk gezinsritme, kennis van onze bronnen en het leren verwoorden van standpunten.
Regelmatig wordt in artikelen over het coronavirus gesuggereerd dat het een hele opgave is om aan de huidige samenleving uit te leggen waarom kerken moeite hebben met het afschalen van de hoeveelheid kerkgangers. Wijst die gedachte er niet vooral op dat wij en onze kinderen nauwelijks meer kúnnen uitleggen waar we voor staan, in allerlei opzichten? Mijns inziens vragen drie zaken om hernieuwde aandacht.
In de eerste plaats moet het christelijke gezinsritme onder ons weer gewoon worden. Ik ben er niet gerust op dat dit ritme in de opvoeding van onze kinderen goed functioneert. Een christelijke levensstijl moet allereerst zichtbaar en tastbaar zijn in het christelijke gezinsritme. Het gaat om de tere moederzorg in de kinderjaren, het bidden, lezen en zingen bij het opstaan en slapengaan. Het (voor)lezen uit de Bijbel, de kinderbijbel en geschiedenisboeken en het driemaal daags aan tafel zitten en de maaltijd gezamenlijk beginnen en besluiten met Schriftlezing en gebed. De praktijk is weerbarstig, maar heb ik het mis dat deze zaken in onze gezinnen steeds meer of al geheel afwezig zijn?
Kerkgang
Een christelijk gezinsritme draagt echter het meest bij aan inscherpen zoals de Bijbel dat bedoelt (Deuteronomium 6). Het is daarmee een allernoodzakelijkste opgave voor het gezin. Hierbij is voor alle dingen het gedrag van vader en moeder voorbeeldig. Daarbij hoort ook het vaste ritme van naar de kerk gaan. In de kinderjaren gaat het er niet om alles te begrijpen, maar het inscherpen heeft in zich om van kleins af met woord en daad vorm te geven aan de christelijke gang van ons gezin. Als mogelijk een jaar lang de kerkgang niet of minder wordt ingescherpt, ontstaat in het christelijke levensritme een zeer ernstige vervlakking.
Kenmerken van een aftakelend christelijk gezinsritme zijn: oneerbiedigheid voor God en goddelijke zaken, het niet meer herkennen en waarderen van Bijbelse waarden en normen, onbegrip voor tradities die passen bij het vormgeven van de ware godsdienst, een slordige (on-Bijbelse) levenswandel, het gemakkelijk aannemen van onwaarheden (nepnieuws), de gemakkelijke uitlevering aan de vierde opvoeder (media) en ook het niet kunnen verwoorden waar we voor staan.
In de tweede plaats blijkt daadwerkelijk kennis te ontbreken. Het is nodig om meer werk te maken van het bijbrengen van kennis van de gezonde leer van Gods Woord (1 Timotheus 6:20), het onderwijs van onze vaderen en de (kerk)geschiedenis.
Standpunten uitleggen
In de derde plaats zouden we meer kunnen oefenen om onze standpunten uit te leggen. Daarvoor is het nodig om goede bronnen te kennen. We moeten goede argumenten hebben in het onderlinge gesprek of bij mediaconfrontaties. Deze vaardigheid is ook nodig vanwege de exponentiële toename van kunstmatige intelligentie in ons dagelijkse leven. We kennen wel de voorbeelden van algoritmen van zoekmachines op internet die informatie die we zoeken inperken. Intrede van robots in de zorg voor onze dierbare ouderen is ook zo’n voorbeeld. Bezinning op dergelijke ontwikkelingen is heel hard nodig en het lijkt niet ter hand te worden genomen. Dat is verbazend. Zou dat te maken hebben met het ontbreken van de drie genoemde aspecten?
Hernieuwde doorwerking
Vanuit de innerlijke begeerte om ons en onze kinderen te brengen en te houden bij Gods Woord, bij het leven naar Zijn Woord in een zich van God vervreemdende omgeving, wil ik oproepen tot een hernieuwde doorwerking van de drie genoemde aspecten.
Een goede praktijk van een christelijk levensritme, het bijbrengen van kennis en het leren verwoorden van standpunten zijn in overeenstemming met Gods geopenbaarde wil om daardoor Zijn Kerk te oefenen, mensen tot erkentenis van de Waarheid te brengen en zo Zijn volk als een licht te laten schijnen in de duisternis van onze samenleving.
De auteur is vader, docent en ouderling.