Opinie

Westerse samenleving in de greep van contractueel denken

De Verenigde Naties roepen, net als Black Lives Matter-activisten, om een nieuw ”sociaal contract”. De christelijke stem geeft serieuze kritiek hierop en stelt er een bijzonder rijk alternatief tegenover.

Christopher Watkin
8 September 2020 11:49Gewijzigd op 17 November 2020 07:52
Of het nu gaat om de beweging Black Lives Matter of om de lockdown, elke dag zien we in de nieuwsberichten zowel de noodzaak als de kwetsbaarheid van ons sociaal contract terug. beeld AFP, Justin Tallis
Of het nu gaat om de beweging Black Lives Matter of om de lockdown, elke dag zien we in de nieuwsberichten zowel de noodzaak als de kwetsbaarheid van ons sociaal contract terug. beeld AFP, Justin Tallis

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres, doet het. De Wereldbank en de Amerikaanse presidentskandidaat Joe Biden doen het, evenals Black Lives Matter-activisten en de klimaatbeweging Extinction Rebellion: ze gebruiken allemaal de taal van het ”sociaal contract” om de belangrijkste publieke kwesties van onze tijd in te kaderen.

Zo stelde Guterres in juli: „De reactie op de pandemie en op de wijdverbreide onvrede die eraan voorafging, moet gebaseerd zijn op een nieuw sociaal contract.” Virginia Held, een Amerikaanse feministische filosofe, constateerde terecht dat de hedendaagse westerse samenleving „in de greep is van contractueel denken.”

Het ”sociaal contract” is de politieke theorie dat onze veiligheid en welvaart rusten op een reeks impliciete aannames en overeenkomsten. Die bepalen hoe individuen, regeringen en bedrijven zich tot elkaar verhouden. Deze aannames en overeenkomsten vormen het sociaal contract. In het alledaagse taalgebruik betekent het zoiets als ”de ongeschreven regels voor hoe we elkaar in de samenleving behandelen.” Als een politieagent een man slaat of zelfs vermoordt die hij geacht wordt te beschermen, dan breekt hij het sociaal contract. Als ik mijn huis uit sluip, terwijl ik geacht word me aan thuisquarantaine te houden, dan verbreek ik ook het sociaal contract.

Vandaag de dag staat ons sociaal contract voor enorme uitdagingen. Of het nu gaat om de beweging Black Lives Matter of om de lockdown vanwege de coronacrisis, elke dag zien we in de nieuwsberichten zowel de noodzaak als de kwetsbaarheid van ons sociaal contract terug.

Ook bij andere actuele discussies speelt het sociaal contract een rol. Denk aan duurzaamheid: moeten we allemaal stoppen met vliegreizen en rijden in brandstofslurpende SUV’s? Of bij technologie: welke verantwoordelijkheid dragen grote techbedrijven voor de gebruikersdata die zij bezitten? Of in de strijd tegen extremisme: is het acceptabel dat de vrijheid van meningsuiting wordt ingeperkt in de naam van terreurbestrijding?

Natuurlijke vrijheid

De vraag is hoe christenen met dit sociaal contract moeten omgaan. Moeten we gewoon de taal van het sociaal contract omarmen en zo deelnemen aan het publieke debat? Of moeten we weerstand bieden aan het concept dat het heden van onze samenleving omkadert en leidend is voor haar toekomst?

Het sociaal contract heeft niet alleen een losse, alledaagse betekenis, maar ook een meer specifieke, filosofische betekenis. De filosofen Hobbes, Locke en Rousseau zijn de klassieke bedenkers van dit concept. Ondanks alle onderlinge verschillen komen hun ideeën hierop neer dat de georganiseerde samenleving begon met een overeenkomst tussen individuen die inhield dat ze hun natuurlijke vrijheid, de vrijheid om te doen wat ze maar wilden, opgaven. In ruil hiervoor kregen zij van een centrale soevereine macht fysieke veiligheid en het recht op eigendom.

Bijna geen enkele theoreticus op het gebied van sociale contracten denkt dat het contract een echte historische gebeurtenis was; het is een manier om uit te leggen waarom we bereid zijn onze natuurlijke vrijheden in de samenleving op te geven.

Niet op een eilandje

Het gebruik van de taal van het sociaal contract door christenen heeft zeker zijn voordelen. Het vormt gewoon het kader waarin de huidige discussies plaatsvinden. Door het óók te gebruiken, is het gemakkelijker om bij te dragen aan maatschappelijke debatten en gehoord te worden in de publieke ruimte. Net als de spoorwegdienst is de taal van het sociaal contract verre van perfect en moet je soms een omweg maken, maar het werkt zeker sneller om treinend naar je bestemming te gaan in plaats van lopend.

De metafoor van het contract biedt ook tegenwicht aan het moderne individualisme. Het laat zien dat niemand in zijn eentje op een eilandje leeft. We maken deel uit van een samenleving, met verplichtingen jegens elkaar, of we dat nu leuk vinden of niet.

Het sociaal contract heeft daarbij, ten opzichte van sommige historische en hedendaagse opvattingen over de overheid, het voordeel dat het rekening houdt met de veiligheid en waardigheid van alle mensen, en niet alleen van de elite.

Het sociaal contract maakt ten slotte ook zichtbaar dat het fundament van ons gemeenschappelijke leven dieper gaat dan wet- en regelgeving. De samenleving is niet alleen gebaseerd op wetgeving, maar ook op vertrouwensrelaties en wederzijds voordeel. Zonder die zouden wetten hun kracht verliezen en zou de samenleving uiteenvallen.

Christelijke ketterij

Toch klinkt er in de academische literatuur veel kritiek op het idee van een sociaal contract. Ook christenen komen, vanuit theologisch oogpunt, met een aantal specifieke bezwaren.

Het eerste is dat het sociaal contract in feite een christelijke ketterij is. Het is een verminking en verarming van het rijkere Bijbelse begrip van het verbond, waarbij een menselijk instituut in de plaats van God komt te staan.

Een ander bezwaar is dat moderne sociale contracten leven van geléénd kapitaal. Zij veronderstellen joods-christelijke ideeën van vertrouwen, het nakomen van beloften, morele verantwoordelijkheid en een hogere macht buiten de staat om. Zonder deze goddelijke macht kunnen die waarden niet overleven.

Ten derde parasiteert het verhaal van het sociaal contract duidelijk op een joods-christelijk reddingsverhaal: een staat van onderdrukking gaat door een daad van bevrijding over naar een staat van veiligheid of vrijheid.

Wederkerigheid

Welke houding dient een christen dan in te nemen tegenover het sociaal contract, gezien deze kritiek? De christelijke theologie biedt een overvloed aan manieren om met dergelijke theorieën om te gaan: weerstand bieden, vragen stellen, hervormen en verbeteren.

Deze theorieën neigen ertoe alle fundamentele relaties in de samenleving terug te brengen tot een tweedeling tussen het individu en de staat. Het christendom verschaft juist ruimte voor het in stand houden van tussenliggende groepen uit het maatschappelijke middenveld, zoals het gezin en de kerk.

De Bijbelse verbonden, in het bijzonder het mozaïsche verbond, laten zien hoe overeenkomsten moeten worden geschraagd door een complex van rituelen, gebruiken, ceremoniën, catechismussen en liturgieën. Wet- en regelgeving alleen kunnen het sociaal contract niet in stand houden.

Bijbelse verbonden zijn daarbij niet gebaseerd op de wederkerigheid tussen personen maar op genade: Abram slaapt terwijl God Zijn beloften geeft en een verbond opricht met zijn nakomelingen (Genesis 15). Israël wordt gered voordat het de wetgeving op de Sinaï ontvangt. De Bijbel presenteert een sociaal model met genade en dankbaarheid als grondtrekken. Dat is geheel anders dan de berekening en de eis van het individu, die het sociaal contract stimuleert.

Een Bijbelse ethiek is ook de vervulling van het sociaal contract. Christenen kunnen met het sociaal contract op dezelfde manier omgaan als Paulus doet met de waarden van de Joden en Grieken (1 Korinthe 1). De vervulling van wederzijds vertrouwen en respect in de samenleving is alleen te vinden in de volheid van Christus.

Het sociaal contract op zichzelf is niet schadelijk maar het is ook niet noodzakelijk voor het christelijksociale denken. Het is niet verstandig het vanwege zijn tekortkomingen te mijden, maar tegelijk doen we er goed aan om zijn innerlijke spanningen te erkennen. De christelijke stem biedt serieuze kritiek en stelt er een bijzonder rijk alternatief tegenover.

De auteur is universitair hoofddocent aan de Monash University in Melbourne, Australië. Bron: jubilee-centre.org

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer