Opinie

Torn niet aan het vak godsdienst

Hoewel in het algemeen christelijk onderwijs tegenwoordig intercultureel godsdienstonderwijs wordt gegeven, moeten reformatorische scholen werk blijven maken van interkerkelijk godsdienstonderwijs.

N. J. Teerds
2 September 2020 11:45Gewijzigd op 17 November 2020 07:51
De meeste scholen hebben niet het vak godsdienst maar het vak levensbeschouwing op het rooster staan. beeld RD
De meeste scholen hebben niet het vak godsdienst maar het vak levensbeschouwing op het rooster staan. beeld RD

In de tweede helft van de vorige eeuw groeide het reformatorisch onderwijs. Dat was een voorrecht. Het politieke klimaat en de wetgeving maakten het mogelijk. Bij schoolopeningen werd God daarvoor gedankt.

Bij het ontstaan van de reformatorische scholen zijn twee belangrijke overeenkomsten te signaleren: het ging zowel om de Schriftuurlijke visie op de mens, het kind en de maatschappij als om de levensstijl volgens Gods Woord. Ze werden opgericht omdat op christelijke scholen meer en meer een geseculariseerd denken naar voren kwam. Dat bleek onder meer uit de wijze waarop men uitvoering gaf aan het vak godsdienst en aan dagopeningen.

Levensbeschouwing

De tijden zijn de laatste dertig jaar drastisch veranderd. De secularisatie heeft doorgezet en het gedachtegoed van het reformatorisch onderwijs wordt steeds vaker verdacht gemaakt. Mag de Bijbelse boodschap van zonde en genade nog geleerd worden? Mogen de docenten blijven wijzen op de enige Zaligmaker en Redder van zondaren, Jezus Christus? Mogen wij onze leerlingen en studenten in deze zin blijven onderwijzen en opvoeden? Het is toch onze opdracht om in gezin, kerk en school onze kinderen in de voorzeide leer te onderwijzen en te doen onderwijzen?

Onze samenleving is pluriform geworden. Christenen, joden, islamieten, hindoes en anderen ontmoeten elkaar. Daarom hebben de meeste scholen niet het vak godsdienst maar het vak levensbeschouwing op het rooster staan. Daarin worden de diverse levensbeschouwingen van alle kanten belicht. Het is de bedoeling dat leerlingen en studenten vervolgens een keuze maken maar tegelijk respect leren hebben voor de andere levensbeschouwingen. Het is ook mogelijk dat ze onderdelen uit verschillende godsdiensten overnemen.

Vanuit hun visie dat alle godsdiensten gelijkwaardig zijn, richten docenten in het vak levensbeschouwing hun lessen in. Conform de huidige normen en waarden onthouden zij zich van waardeoordelen en het aanbevelen van eigen standpunten. Het opvoeden en onderwijzen in één godsdienst is op deze manier op de meeste scholen verdwenen.

Basisbeginselen

Op de reformatorische scholen moet het vak godsdienst niettemin blijven bestaan. Het is onze opdracht om de jongeren in de kerk, op catechisatie én op school in het christendom in te wijden. Op school gebeurt dat vooral bij het vak godsdienst, maar ook bij dagopeningen, door het Bijbellezen na het eten en via getuigenissen van docenten. Nodig is dat de vakinhoud van tijd tot tijd tegen het licht wordt gehouden. De actualiteit verandert immers. Aan de basisbeginselen mag daarentegen niet getornd worden.

Tegelijk moeten jongeren wel de verschillende levensbeschouwingen bestuderen en respectvol leren omgaan met hun naasten, van welke godsdienst ook. Dat is niet nieuw. In het voorgezet onderwijs zijn er soms al jarenlang ontmoetingen met jongeren met een andere levensbeschouwing.

De laatste jaren was ik docent aan de opleiding voor godsdienstleraar binnen de Cursus Godsdienstonderwijs (CGO). In de colleges Godsdienstpedagogiek die ik verzorgde, is het een verplicht onderdeel om erover na te denken hoe je als godsdienstdocent Gods Woord zo dicht en verstaanbaar mogelijk bij je leerlingen en studenten brengt. De docenten moeten daaraan op een Bijbels verantwoorde wijze uitvoering geven en daarover steeds met elkaar spreken.

Interkerkelijk

In het algemeen christelijk onderwijs leiden docenten hun leerlingen in de verschillende godsdiensten in, zonder voor hen een keuze te maken. Zij hebben geleerd intercultureel godsdienstonderwijs te geven. Dat wordt wel ”inclusieve godsdienstpedagogiek” genoemd.

Van deze wijze van doceren kunnen godsdienstdocenten aan reformatorische scholen wel iets leren. Ze hebben immers te maken met een diversiteit aan kerken. Binnen de klas leven daarom verschillende opvattingen, zoals over het verbond, de sacramenten en de belijdenis. Daarom moeten docenten blijvend werken aan hun vaardigheid om interkerkelijk les te geven.

Jongeren hebben er namelijk recht op dat zij zich binnen onze scholen veilig en gerespecteerd weten, ongeacht hun kerkelijke achtergrond. Docenten (zeker godsdienstdocenten) moeten de verschillen en gevoeligheden daarom goed kennen en er op een verstandige en betrokken wijze mee omgaan, zoals de kinderen en de achterban van hen mogen verwachten.

De auteur is docent bij de Cursus Godsdientonderwijs (CGO), ouderling, catecheet en deputaat kerk, gezin, jeugd en onderwijs (KGJO) in de Gereformeerde Gemeenten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer