Groepsgrootte in primair onderwijs blijft dalen
De groepsgrootte in het basisonderwijs is vorig schooljaar weer licht afgenomen. Dat blijkt uit cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Gemiddeld zaten er vorig schooljaar 22,6 leerlingen in een klas.
Ook het percentage groepen met meer dan dertig leerlingen daalde, van 5 procent in 2017 naar 2 procent in 2019. Ruim de helft van de klassen in het primair onderwijs (54,9 procent) telt tussen de 20 en de 26 leerlingen.
Naarmate scholen meer leerlingen met een achterstand hebben, zijn de groepen kleiner, zo blijkt uit de DUO-cijfers. Dat komt doordat scholen die relatief veel leerlingen met een achterstand hebben, ook meer geld krijgen om deze kinderen gelijke kansen te bieden.
Minister Slob stuurde eerder deze maand de cijfers naar de Tweede Kamer. In zijn Kamerbrief benadrukt de bewindspersoon dat de ontwikkeling van de groepsgrootte als positief gezien kan worden, hoewel er volgens hem geen ideale groepsgrootte is.