Ambassadeur Zuid-Korea: Ik begrijp zorgen over privacy
De bruine lederen stoel van de Zuid-Koreaanse ambassadeur in Nederland, Yeondoo Jeong (54), wordt geflankeerd door beelden van Hendrik Hamel en Jan Jansz. Weltevree, 17e-eeuwse zeevaarders die als eerste Nederlanders Korea bezochten. „Soms voer ik gesprekken met ze”, grapt hij. Een gesprek over de aanpak van corona.

Zuid-Korea is uitgegroeid tot hét voorbeeld van een succesvolle aanpak van het coronavirus. Werden op 29 februari nog 900 nieuwe besmettingen geconstateerd, medio april waren er dagelijks minder dan tien nieuwe gevallen. In totaal stierven in Zuid-Korea slechts 263 mensen aan Covid-19, terwijl zulke sterftecijfers in Nederland geregeld in twee dagen gehaald werden.
Hoe heeft Zuid-Korea het coronavirus zo snel kunnen indammen? Wat kan Nederland hiervan leren?
„Dat komt door de 3 T’s: test, trace & treat [test, spoor op en behandel]. Door ons uitgebreide testbeleid kunnen we het virus in een vroeg stadium gewaar worden. Vervolgens sporen we van bevestigde besmettingen de mensen op die nauw met hem of haar in contact zijn geweest. Daarvoor gebruiken we onder meer gps, camerabeelden, creditcardgegevens en een mobiele app. Patiënten worden geïsoleerd en desnoods behandeld in een van de 67 speciale ziekenhuizen, waar genoeg bedden beschikbaar zijn. Door deze maatregelen hoefde het hele land ook niet in lockdown.”
Ervaring
Wat het land helpt in de bestrijding van Covid-19 is een zinsnede die Jeong tijdens het interview vaak herhaalt: Lessons learned. In tegenstelling tot Nederland is dit voor Zuid-Korea niet het eerste coronavirus waardoor het land geraakt wordt. In 2003 trof SARS het land, in 2015 besmette één uit het Midden-Oosten teruggekeerde zakenman 186 Zuid-Koreanen met MERS, van wie 36 overleden. Hierna ontwierp het land een draaiboek voor snel ingrijpen bij een volgende virusuitbraak.
„Door onze ervaring met SARS en MERS konden we snel ingrijpen én waren we alerter op een situatie als deze. Nadat China de genetische code had vrijgegeven, konden experts een diagnosekit ontwerpen, die we daarna op grote schaal produceerden. Door eerdere uitbraken hebben burgers ook veel vertrouwen in experts.
Ik heb er alle vertrouwen in dat een welvarend en technologisch ontwikkeld land als Nederland de pandemie te boven kan komen. Dit is echter niet het einde van het verhaal. Er kan internationaal nog een tweede, derde of vierde golf komen. Daarom moeten we samenwerken. Wij bieden daarin graag onze hulp en kennis aan.”
In zowel Nederland als Zuid-Korea zijn zorgen geuit rondom privacy bij het ‘tracken’ van burgers met digitale middelen.
„Wij hebben na de MERS-uitbraak van 2015 al wetgeving doorgevoerd om de huidige opspoormethoden wettelijk in te kaderen. Wij zien dat veel burgers zich zorgen maken over het virus, dus we willen zo transparant mogelijk zijn bij het delen van informatie over bevestigde besmettingen en hoe wij de situatie aanpakken. Wij vinden dat de bevolking recht heeft op die kennis. Alle persoonlijke gegevens worden geanonimiseerd en wettelijk moeten data na veertien dagen verwijderd worden.
Ik begrijp de zorgen over privacy, maar we zetten deze instrumenten zo minimaal mogelijk in. Het is bovenal de kunst om nauwlettend balans te houden tussen het waarborgen van de privacy en het eerbiedigen van de transparantie en het recht van burgers op informatie.”
Hoe zit het met de economische schade?
„Door veel testen en contactonderzoek was een landelijke lockdown niet noodzakelijk en kon een groot deel van de economie blijven draaien. Evengoed heeft ook Zuid-Korea flinke economische schade te verduren, ook door de wereldwijde crisis. Daarnaast heeft de overheid flinke financiële steun overgemaakt aan door de pandemie getroffen bedrijven in de lucht- en scheepvaart, toerisme, horeca en cultuursector. Ook hebben álle huishoudens een geldbedrag toegekend gekregen. Zelfs president Moon had hier recht op, maar hij heeft het geld gedoneerd.”
U woont sinds december in Nederland, wat zijn uw indrukken tot nu toe?
„Ik sta er versteld van dat een land dat geografisch gezien zo klein is op technologisch en intellectueel vlak de mondiale top kan halen. De mensen hier zijn vriendelijk, pragmatisch en bescheiden. Mijn eerste bezoek was aan de Universiteit van Wageningen, om te bekijken hoe zo’n klein land de nummer 1 in landbouw kan zijn. Daar hopen wij als Zuid-Korea van te leren. Ook ben ik trots op de opleiding Koreastudies aan de Universiteit Leiden. Het is geweldig dat hier nieuwe Korea-experts worden opgeleid.”
Wat verwacht u van de samenwerking tussen Zuid-Korea en Nederland?
„We delen belangrijke waarden, zoals vrije handel en democratie, dus we kunnen goed samenwerken. Onze industrieën vullen elkaar goed aan, bijvoorbeeld op het gebied van halfgeleiders. Ondanks deze intensieve samenwerking weten de beide bevolkingen maar relatief weinig van elkaar. Volgend jaar is het zestig jaar geleden dat onze landen diplomatieke betrekkingen aangingen. Mijn doel is om voor dit jubileum de bekendheid van Nederlanders met Zuid-Koreanen en de samenwerking te vergroten.”