Binnenland

„Regels tegen fraude in bouw voldoende”

Fraude door ambtenaren tijdens de uitvoering van bouwwerken kan niet op grote schaal optreden. Dat heeft het bureau Berenschot geconcludeerd, dat de regels rond aanbesteden van werken onderzocht in opdracht van het kabinet.

ANP
27 March 2002 09:39Gewijzigd op 13 November 2020 23:29

Wel stelt Berenschot dat nieuwe vormen van aanbesteding risico’s met zich brengen. Ook schiet kennis van de markt tekort, hetgeen kan leiden tot gebrek aan concurrentie. Toezicht en controle zijn volgens Berenschot goed bij alle vier onderzochte diensten: Rijkswaterstaat (ministerie van Verkeer en Waterstaat), Rijksgebouwendienst (VROM), Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (Defensie) en Dienst Landelijk Gebied (Landbouw).

Aanleiding tot het onderzoek waren de berichten over bouwfraude. „Op kleine schaal zijn de onregelmatigheden niet altijd te voorkomen, hoe vergaand regelgeving en controle ook worden doorgevoerd”, aldus Berenschot.

Het onderzoeksbureau kan uit de resultaten van de aanbestedingen niet opmaken of aannemers onderling afspraken hebben gemaakt over onderlinge verrekening van de zogeheten rekenkosten. Sinds 1992 is het verboden dat de aannemer die het project krijgt, de andere aannemers uit de aanbesteding een bedrag betaalt. Ook is het volgens de onderzoekers „via het aanbestedingsbeleid” nauwelijks te voorkomen dat aannemers in onderling overleg afspraken maken over de hoogte van de inschrijvingen en wie het laagste mag inschrijven.

Het kabinet stimuleert het zogeheten „innovatieve aanbesteden” en dat is de laatste jaren dan ook in opkomst. De aannemer is dan niet verantwoordelijk voor de bouw aan de hand van een door een ander gemaakt ontwerp, maar voor zowel het ontwerp als het werk, eventueel zelfs in combinatie met exploitatie en financiering. Daardoor wordt niet altijd een aannemer geselecteerd die inschrijft met de laagste prijs.

Volgens Berenschot worden ook hierbij strikte procedures gevolgd, maar „persoonlijke waarderingen van individuele medewerkers” wegen dan mee in de selectie. Het kan gaan om „positieve en negatieve ervaringen met bepaalde bedrijven”, maar er is ook „het risico van voorkeuren op andere gronden.”

Bij grote en ingewikkelde projecten zijn volgens Berenschot slechts weinig aanbieders actief. „Innovatief aanbesteden” van deze werken vergroot het riscio dat aannemers elkaar ontmoeten om afspraken te maken over prijs en laagste inschrijver.

Volgens Berenschot brengt een gebrekkig inzicht in de markt het gevaar met zich dat er niet altijd sprake is van echte concurrentie tussen aannemers. Als voorbeelden worden genoemd gelijktijdige inschrijvingen van zusterbedrijven en het uitbesteden van hoofdaannmers van werken aan onderaannnemers en leveranciers die tot hetzelfde concern behoren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer