Opinie

Debat over 13 wekenecho moet niet ontaarden in prestigegevecht

Bedachtzaam en zorgvuldig. Op die manier wilde CU-staatssecretaris Blokhuis omgaan met een van de lastige klussen uit zijn pakket: knopen doorhakken over het invoeren van de 13 wekenecho. Zijn eigen partij is uiterst terughoudend. Zie het verkiezingsprogramma uit 2017 waarin staat dat meer screening in onze samenleving zal leiden „tot minder acceptatie van anders-zijn.”

Hoofdredactie
6 May 2020 11:15Gewijzigd op 17 November 2020 07:33
beeld ANP, Vincent Jannink
beeld ANP, Vincent Jannink

Dat is heel andere taal dan: „Prenatale screening verschaft aankomende ouders de informatie waarmee zij een keuze kunnen maken over het al dan niet afbreken van een zwangerschap”, een frase uit het programma van D66. Daar vloeit uiteraard veel eerder de politieke oproep uit voort dat de vrucht tijdens de zwangerschap structureel zo vroeg en zo grondig mogelijk op aangeboren afwijkingen moet worden onderzocht.

Ook de Gezondheidsraad hintte in 2016 op die aanpak in een advies dat betrekking had op de 13 wekenecho. Toevoegen aan het pakket, stelde de raad kort samengevat, maar uiteraard wel doordacht en in afstemming met het veld.

Toen Blokhuis eind 2018 zijn behoedzame plan van aanpak ontvouwde, was de argwaan van D66 en ook die van de VVD meteen gewekt. Moest het RIVM echt eerst een verkenning uitvoeren naar de haalbaarheid van een zorgvuldige invoering, zoals de staatssecretaris wilde, en daarna nog eens een uitvoeringstoets? IJlings organiseerden de twee partijen een meerderheid voor een vergaande stap: Blokhuis per motie inpeperen dat de verkenning binnen enkele maanden móést zijn afgerond.

Dat lukte, maar nadat het RIVM eind mei 2019 concludeerde dat het aanbieden van de 13 wekenecho mogelijk zou moeten zijn vanaf eind 2020 bleek dat toch te voorbarig. De verkenning bleek zo gehaast te zijn uitgevoerd dat het RIVM zich genoodzaakt zag de effecten van weer een nieuwe echo op de werkdruk binnen de centra voor prenatale diagnostiek opnieuw te berekenen. Gevolg: er moeten extra echoscopisten worden geworven en opgeleid, waardoor de komst van de echo met minstens een jaar wordt uitgesteld.

Blokhuis is er vermoedelijk de man niet naar om zich nu wraakzuchtig in de handen te wrijven, maar het van stal halen en van toepassing verklaren van uitdrukkingen zoals ”boontje komt om zijn loontje” ligt nu wel erg voor de hand. Want waarom moest en zou die eerste RIVM-verkenning onder stoom en kokend water worden gedaan? De 13 wekenecho overhaast invoeren, is roekeloos en ongewenst. Elke politicus moet dat toch kunnen concluderen; los van wat er in zijn of haar verkiezingsprogramma staat.

Belangrijker nog is natuurlijk de vraag: Hoe nu verder? Één ding is daarbij al op voorhand duidelijk: deze kwestie is principieel van aard en raakt aan de vraag welke plaats de samenleving biedt aan mensen met een handicap. Alleen al daarom zou het te triest voor woorden zijn als de besluitvorming erover zou ontaarden in een ordinaire prestigestrijd.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer