Gezondheid

Misser: van de wal in de sloot ondanks relatietherapie

In relatietherapie gaan, omdat er spanningen zijn in het gezin. Doorgaans is dat een verstandige keus, maar hoe transparant is deze markt voor hulpvragers? En kunnen tuchtraden ingrijpen wanneer een therapeut zich vertilt aan de klachten van de cliënt?

22 February 2020 11:57Gewijzigd op 17 November 2020 07:21
beeld SaltyStock, Gemma Pauwels
beeld SaltyStock, Gemma Pauwels

Kunt u ons helpen? Met die vraag stapt een tobbend paar af op een relatietherapeut. Zij is nog herstellende van een psychotische depressie. Samen gaan ze daarnaast gebukt onder de zorg voor een ernstig gehandicapt kind.

De hulpverleenster, aanbevolen door de huisarts van het stel, begint aan een serie therapiegesprekken. Tijdens het achtste gesprek staat de aankomende zomervakantie centraal. Hoe die door te brengen? is de vraag. De beide partners doen elk wat suggesties, variërend van kamperen in de bergen en vooral veel rust nemen tot actief gaan wandelen. Ze komen er niet uit.

Voor de therapeut is het reden om de echtgenote de pin op de neus te zetten. Ze ergert zich aan haar opstelling. Wat is nu haar vakantievoorkeur? Waarom is ze zo besluiteloos, en wil ze eigenlijk wel verder meewerken aan het oplossen van de problematiek? Zo niet, oppert ze, dan kan de vrouw misschien beter inrukken.

Dat gebeurt en zo komt er abrupt een eind aan de therapie. Het is een onaangenaam en vervelend slot, zo voelt ook de therapeut aan. „Ik had je geen ultimatum moeten stellen”, mailt ze de vrouw en haar man de dag na het stormachtige vertrek in een nederige mail. Haar voorstel is om nog één nieuwe afspraak te maken om te bezien hoe de hulp het beste kan worden voortgezet.

Zover komt het niet. De echtgenote wijst het aanbod gedecideerd van de hand. Met een verslag over het verloop van de gebeurtenissen, gericht aan de huisarts die het paar had doorverwezen, rondt de therapeut haar werkzaamheden af. Op verzoek van de man stuurt ze hem een week later ook nog een feitenrelaas toe waarin ze terugblikt op haar werk. Opvallend is dat ze in het stuk in stevige bewoordingen haar mening geeft over de echtgenote, die in haar ogen lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis. Ook trekt ze het boetekleed aan: ze heeft de complexiteit van de hulpvraag onderschat.

Het stel raakt verwikkeld in diverse procedures. In meerdere daarvan brengt de man het feitenrelaas van de therapeut in, om te onderbouwen dat zijn ex een persoonlijkheidsstoornis heeft. Voor de ex is het de reden om de zaak aanhangig te maken bij een medisch tuchtcollege. Dat komt tot de slotsom dat de therapeut flink wat steken heeft laten vallen. Om niet te zeggen: er een potje van heeft gemaakt.

Drie fouten rekent de tuchtrechter haar in het bijzonder aan. Allereerst het opstellen en versturen van het feitenrelaas aan de mannelijke cliënt. Dat stuk, zo oordeelt de tuchtraad, had de status van een deskundigenrapportage, exclusief gericht op dit hulpverleningstraject. Daarom had de therapeut moeten aangeven dat het nooit buiten die context mocht worden gebruikt.

Andere missers vloeien voort uit haar gebrekkige deskundigheid. De therapeut, zo constateert de raad, koos al snel partij voor de man. Hem vond ze constructief, de vrouw zag ze aan voor een dwarsligger. Of zij een persoonlijkheidsstoornis had, kon zij echter niet vaststellen. Daar was ze niet voor opgeleid.

Forse straf

De tuchtraad vindt het verder opmerkelijk dat ze nooit informatie wilde inwinnen bij de ggz-behandelaar van de vrouw. Bijvoorbeeld over de manier waarop ze haar het beste kon benaderen. Het resultaat is een berisping, een forse straf.

Die uitspraak lijkt volledig terecht, maar de zaak zelf roept behoorlijk wat vragen op. Hoe is het mogelijk dat een hulpverlener zo gemakkelijk een therapie kan starten, om pas vele weken later te concluderen dat de hulpvraag te hoog gegrepen is? Hier lijken tijd en zorggeld te zijn verspild.

Redacteur Jakko Gunst bespreekt in deze rubriek een actuele medische tuchtzaak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer