Refo-scholen onder vergrootglas inspectie
Reformatorische scholen hebben grote moeite met de drijfveer achter het inspectieonderzoek naar het burgerschapsonderwijs én het feit dat dit soms onaangekondigd gebeurde. De bezoeken zelf verliepen doorgaans positief. Hoewel de vraagstelling soms „tendentieus” wordt genoemd.
„De zienswijze achter deze bezoeken is wel heel zorgelijk”, zegt directeur Hak van de Eliëzerschool voor speciaal onderwijs in Zwolle. „Je wordt steeds meer in de periferie geduwd als je de algemene, liberale normen niet overneemt.” „Zorgelijk dat we zo onder een vergrootglas liggen”, stelt zijn collega De Waard uit Stavenisse. „De vraag blijft overeind of overheid en inspectie met gevoelige thema’s moeten omgaan op de wijze waarop dat nu gebeurt. Ze zitten er bovenop vanuit een negatieve grondhouding”, zegt bestuurder Moens van scholenorganisatie VGS.
Vreemd dat de inspecteurs hier en daar onaangekondigd op de stoep stonden, vindt bestuurder De Kloe van het Driestar College in Gouda. „Bij het vermoeden van een misdaad pleeg je een overval, maar in dit geval zie ik de noodzaak niet. Wat hadden wij in korte tijd nog kunnen veranderen als het bezoek wel was aangekondigd? Nu stonden er twee inspecteurs om half tien op de stoep, stuurden ze een e-mail en kondigden ze aan dat er om tien uur nog drie inspecteurs bij zouden komen. Dat voelde niet goed. We hebben dit proces ook met hen besproken. Onverwachts een klas instappen en leerlingen aanspreken geeft geen veilig gevoel.”
Jongens of meisjes
De vragen die werden gesteld, waren soms dubieus, vinden de scholen. Aan leerlingen werd gevraagd of er op school verschil tussen meisjes- en jongensspelletjes is. Meisjes kregen de vraag of ze handenarbeid wilden doen, jongens of ze wilden handwerken, en of ze daarin keuzevrijheid hebben. Een leerkracht kreeg te horen dat ze richting de kinderen niet moet aangeven wat jongens- en meisjesspeelgoed is.
De Rehobothschool in Barneveld noteerde vragen als: „Hoeveel ruimte krijgen meisjes en jongens om te ontwikkelen? Is er een rollenpatroon waaraan ze moeten voldoen?” Driestarleerlingen verbaasden zich over de vraag: „Maken ze bij jullie op school onderscheid tussen jongens en meisjes?” „Zo’n vraag kan natuurlijk niet”, zegt De Kloe. In Zwolle klonk het advies leerlingen zich ervan bewust te laten worden dat er ook mensen met andersoortige relaties in de straat kunnen wonen.
In het algemeen zijn de scholen overigens niet negatief over de wijze waarop het inspectiebezoek verliep. De Waard (Stavenisse): „Onze ervaringen zijn positief. Niet dat het gesprek altijd gemakkelijk was: Bijbelse waarden conflicteren met de opvattingen van nu. De inspecteurs waren echter respectvol. Ze gaven aan het eind van het bezoek aan dat hun beeld van onze school was veranderd. Wij hebben sinds 2014 een leerlijn voor de groepen 1 tot 8 rond sociale vaardigheden, burgerschapseducatie, media-educatie en seksuele vorming. We kregen een zeer positieve beoordeling.”
Ook basisschooldirecteuren uit Alblasserdam en Doetinchem geven aan dat het bezoek positief verliep, evenals bestuursvoorzitter Van Hartingsveldt van de Jacobus Fruytierscholengemeenschap in Apeldoorn. Het Hoornbeeck College kreeg bezoek in Kampen en Rotterdam. Bestuurder De Potter is „vooral benieuwd naar wat de inspectie er in het rapport over zegt.” Tot dan onthoudt hij zich van een reactie.