Roel Jongeneel: RMU heeft behoefte aan frisse vorm van belangenbehartiging
De reformatorische vakorganisatie RMU moet op zoek naar andere manieren om werkenden aan zich te binden. Dat zei Roel Jongeneel vrijdag in Ede tijdens een afscheidssymposium voor RMU-bestuurder Peter Schalk.
Bij de RMU is slechts 6,5 procent van de potentiële achterban aangesloten, zei Jongeneel. Bij de grote vakbonden is deze organisatiegraad –ondanks krimp– veel hoger: zo’n 20 procent.
Volgens Jongeneel, universitair docent in Wageningen en lid van de Raad van Toezicht van de RMU, vinden veel mensen dat de RMU goed werk doet maar worden ze toch geen lid. Hij denkt dat de RMU lessen kan trekken van de Vakcentrale voor Professionals, een sterk groeiende koepel van kleinere vakverenigingen. „Zij hebben een andere visie op belangenbehartiging. Ze focussen op toerusting, kijken hoe je mensen sterker kan maken tegen problemen en aandacht voor fundamentele vragen als: wie ben ik en waar wil ik heen.”
SGP-senator en NPV-directeur Diederik van Dijk suggereerde dat mensen best lid willen worden, „maar dan op projectbasis en niet voor het hele mandje.” Jongeneel vond dit „cafetariamodel” te simpel. „Als christenen hebben we de roep om een verdiepingsslag te maken. Ik wil meer ambitie.”
Josine Westerbeek, voorzitter van de stichting Het Christelijk-Sociaal Congres en voormalig bestuurslid van vakbond CNV, noemde solidariteit een belangrijke christelijke waarde. De vakbeweging is er volgens haar mede debet aan dat jongeren niet weten waar ze voor staat. „Dat moet ze beter laten zien. En ze moet vooral goed luisteren.”
Peter Schalk sprak een dankwoord en bood zijn opvolger Jan Kloosterman het eerste exempplaar aan van de RMU-uitgave ”Zeg het maar gewoon”. Het boekje wil christenen helpen om voor hun overtuiging uit te komen in een samenleving die snel weggroeit van de Bijbel.