Geduld van Kamer met Snel was op
De positie van staatssecretaris Menno Snel van Financiën wankelde nadat eerder deze week GroenLinks en SGP openlijk twijfelden of de bewindsman wel aan kon blijven. Het geduld met de D66’er was op.
Begin december voerde Snel het moeilijkste debat van zijn politieke leven. Hij moest zich verantwoorden over nieuwe onthullingen rondom de toeslagenaffaire. De bewindsman ging voor de derde keer diep door het stof. Toch diende de Kamer een motie van wantrouwen in. Negentig van de 150 Kamerleden bleven echter achter Snel staan.
De steun brokkelde de afgelopen weken snel af toen bleek dat gedupeerde ouders die hun dossier bij de Belastingdienst hadden opgevraagd, stapels papier kregen die voor een groot deel waren zwart gelakt. Deze gang van zaken veroorzaakte een nieuwe golf van wantrouwen bij de ouders.
Dat wantrouwen sloeg ook over naar de politiek. „Het vertrouwen heeft een flinke deuk opgelopen”, stelde GroenLinks-leider Klaver dinsdag. SGP-Kamerlid Stoffer ging een stap verder en zinspeelde openlijk op het aftreden van Snel. „Hij doet het gewoon niet goed. Hij is vooral reactief en pakt niet het initiatief”, aldus Stoffer. Snel trok daaruit de conclusie dat hij onvoldoende steun had en stapte woensdag op.
Aan het begin van zijn aantreden in oktober 2017, had Snel, die topambtenaar was bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF), breed vertrouwen van de Kamer. Er waren veel problemen bij de Belastingdienst, maar er was vertrouwen dat de D66’er de problemen kon oplossen.
Maar gaandeweg kantelde dat beeld. Ook onder zijn bewind bleef de Belastingdienst ouders opjagen en werden ten onrechte tienduizenden euro’s teruggevorderd. Verder deelde Snel onjuiste informatie met de Kamer en stuurde belangrijke stukken niet door. Het onderzoek naar de affaire door Donner hield hij in eerste instantie bewust heel klein van opzet. De zwart gelakte dossiers waren de druppel die de emmer deed overlopen.
Zo groeide in de afgelopen maanden het beeld van een bewindsman die uiteindelijk niet in staat was de problemen op te lossen. Hij was weliswaar slim en kundig, maar niet daadkrachtig genoeg om de Belastingdienst in het gareel te krijgen. Een cynicus stelde woensdag in de wandelgangen dat het aftreden de eerste echte politieke daad van Snel was.
Reacties
De twee Kamerleden die de toeslagenaffaire aankaartten, SP-Kamerlid Leijten en de CDA’er Omtzigt, begrijpen de stap. Premier Rutte betreurt het aftreden: „We verliezen een zeer betrokken en deskundige collega en dat is buitengewoon spijtig.”
Minister Hoekstra van Financiën, die de taken van Snel voorlopig waarneemt, is eveneens teleurgesteld. „Met grote gedrevenheid en de best mogelijke intenties heeft hij geprobeerd het onrecht dat ouders is aangedaan te herstellen.”
D66-fractievoorzitter Jetten noemt het vertrek van Snel „een aderlating.” Coalitiegenoot Segers van de ChristenUnie zegt: „Ik heb hem leren kennen als een integere en consciëntieuze bestuurder.”
Derde bewindspersoon
Met het vertrek van Snel verliest het kabinet-Rutte III zijn derde bewindspersoon. Rutte III verloor in januari 2018 minister Zijlstra van Buitenlandse Zaken (VVD) omdat hij had gejokt over een ontmoeting met de Russische president Poetin. Staatssecretaris Harbers van Justitie (VVD) stopte in mei dit jaar nadat de Tweede Kamer onjuist was geïnformeerd over criminaliteit door asielzoekers. In totaal heeft Rutte in de tien jaar dat hij regeert, tien bewindspersonen zien vertrekken.
Gedupeerde ouders
De gedupeerde ouders die naar de Tweede Kamer waren gekomen om het debat over de toeslagenaffaire te volgen, gingen woensdag teleurgesteld naar huis. Ze vinden het erg jammer dat het debat beperkt bleef tot de mededeling van Snel over zijn aftreden. Ze willen oplossingen en geen vertragingen.
D66 neemt tijd
D66 liet woensdagavond doorschemeren dat de partij nog geen kandidaat op het oog heeft die Snel gaat opvolgen. Dat wordt waarschijnlijk na de Kerstdagen. In de wandelgangen valt de naam van Udo Kock, die in september dit jaar opstapte als wethouder Financiën in Amsterdam.