Kerk & religie

De spiegel van een kerk in Singapore

Zes jaar Singapore leerden Dirk de Korne met andere ogen te kijken naar de kerkelijke situatie in Nederland. „We vinden onze geseculariseerde context zo gewoon dat we die als dé werkelijkheid zijn gaan zien.”

19 December 2019 11:52Gewijzigd op 17 November 2020 07:01
De jaren in Singapore onderstreepten voor Dirk de Korne het wereldwijde van Gods kerk. beeld Dirk-Jan Gjeltema
De jaren in Singapore onderstreepten voor Dirk de Korne het wereldwijde van Gods kerk. beeld Dirk-Jan Gjeltema

Dirk de Korne (39) heeft niet alleen bestuurlijke kwaliteiten, hij kan ook schrijven. Dat toonde hij al met zijn columns in het RD, het blijkt ook uit zijn recent verschenen boekje “Leven over de grens. Werken en kerken in het buitenland.” Daarin maakt hij aan de hand van de tien straten waar hij woonde duidelijk wat migratie met een christen doet: maatschappelijk, sociaal en kerkelijk. In Poelvoordestraat, het eerste hoofdstuk, typeert De Korne het milieu waarin hij opgroeide als „een warm gelovig gezin waarin gestrengheid in de leer gepaard ging met doorleving en een zingend bestaan.”

Je mag ervoor danken als je in zo’n gezin opgroeit.

„Dat heb ik met de Zeeuwse dankdag ook gedaan. Afgelopen zomer waren mijn ouders veertig jaar getrouwd. Ter gelegenheid daarvan hebben we als kinderen en aanhang een aantal psalmen en liederen ten gehore gebracht, vierstemmig. Op zulke momenten denk ik met veel waardering aan de opvoeding die ik ontving.”

U raakte ook al jong betrokken op christenen van andere kerken.

„Dat begon op de reformatorische basisschool. In het vijfde jaar van het vwo aan het Calvijn College in Goes ging ik naar Roemenië in het kader van een uitwisselingsprogramma met de baptistische Emanuel Highschool in Cluj-Napoca. De gemeenschappelijke levensovertuiging gaf meteen een band, al liepen we wel tegen opmerkelijke verschillen aan. Die mensen vonden het geen probleem om na de drie uur durende dienst op zondag een dierentuin te bezoeken. Voor ons kon dat écht niet. Omgekeerd was het voor hen onbestaanbaar dat een christen rookt of drinkt.”

Wat deed dat?

„Je gaat je eigen normaal herijken door die naast het normaal van de ander te leggen. Niet dat ik mijn eigen levensstijl zo veel aanpaste, maar met dat ”écht” word je voorzichtiger. In het kader van een stage voor de Cursus Godsdienstonderwijs van de Gereformeerde Gemeenten was ik jaren later een maand in Nigeria. We zouden op zondag met een dominee meegaan naar een gastgemeente, maar hij vond het mooier om ons zijn eigen gemeente te tonen. Aan de predikant die daar al gereed stond, liet hij weten dat de Geest het zo had geleid. Was dat liegen? Binnen zijn culturele waardenpatroon niet. In Singapore zag ik iets vergelijkbaars. De nadruk op het belang van vriendelijkheid gaat soms ten koste van waarheid; bij ons zie je vaker het omgekeerde.”

Hebben dit soort verschillen u verward?

„Nee, al leverden ze in mijn studententijd soms stevige discussies op. Zeker mijn moeder maakte zich weleens zorgen over haar oudste zoon. Het onbekende had voor haar iets bedreigends. Dat herken ik zelf minder. Ten diepste zijn mensen overal hetzelfde. Dat geeft me in vreemde culturen al snel een thuisgevoel, zeker als ik christenen ontmoet met wie ik een geestelijk band ervaar. Dan vallen verschillen in taal en achtergrond weg. Belangrijk is dat je je in een andere cultuur binnen Bijbelse grenzen zo veel mogelijk aanpast en niet probeert jouw culturele stempel te drukken.”

De overgang van Rotterdam naar Singapore gaf geen cultuurschok?

„Absoluut niet. De overgang van ’s-Gravenpolder naar Rotterdam was groter. Wereldwijd gaan steden steeds meer op elkaar lijken. Bovendien kwamen de principes van de Pilgrim Covenant Church waarbij we ons aansloten sterk overeen met de onze. Deze gemeente is gesticht door een Singaporese voorganger die is gegrepen door het puriteinse gedachtegoed. Bijna alle leden hebben een Chinese achtergrond. Toch voelden we ons er vanaf de eerste ontmoeting thuis, mede door de gemeenschapszin. Na iedere dienst wordt er gezamenlijk koffiegedronken en gegeten. Dat missen we hier wel.”

Wat was voor u het meest opvallende verschil?

„De Pilgrim Covenant Church bestaat voor een groot deel uit eerstegeneratiechristenen. Deze mensen hebben een enorme honger naar kennis, leven dicht bij de bron en zijn zeer bezorgd over hun familieleden die nog de traditionele godsdienst aanhangen en het moderne gedoe dat christendom heet maar niets vinden. Dat was voor ons een nieuwe ervaring. Het is heel bijzonder om te zien hoe het christendom in zo’n Aziatische miljoenenstad groeit.”

Via internet meeleven met de eigen gemeente in Nederland vindt u geen Bijbelse optie, geeft u aan.

„Prima als je het erbij doet, maar je hebt een lokale gemeente nodig voor het onderlinge toezicht, bemoediging, vermaning, opscherping. En de sacramenten. Als je naar het buitenland gaat, moet het zoeken naar een gemeente bovenaan staan.”

Waaraan moet die voldoen om er lid of gastlid te kunnen worden?

„Dat vind ik een lastige vraag. Het hangt mede af van de duur van je verblijf. Gedurende ons halfjaar in Baltimore waren we gastlid van een baptistengemeente waarvan we niet zo snel lid zouden worden. Dat neemt niet weg dat we er een goede tijd hebben gehad. Belangrijk is dat je bewust kiest voor een gemeente en daar vervolgens trouw aan blijft. Shoppen werkt ook in het buitenland niet. Je bouwt alleen een band op als je je loyaal toont, ongeacht of je lid of gastlid bent.”

Wat valt u op nu u terug bent?

„De overtuiging dat we in een postmoderne en postchristelijke tijd leven. Die aanname wordt gevoed door congressen over dit onderwerp en theologen des vaderlands die erover publiceren. Het heeft iets van een selffulfilling prophecy. We stellen de tijd centraal en bepalen vervolgens hoe we ons daarin moeten opstellen. Het is bijzonder leerzaam en relativerend om een periode deel uit te maken van een gemeente in een deel van de wereld waar de situatie totaal anders is. We vinden onze geseculariseerde context zo gewoon dat we die als dé werkelijkheid zijn gaan zien.”

Heeft het verblijf in het buitenland uw kerkelijk en theologische denken veranderd?

„Die indruk heb ik niet. In mijn studententijd is behoorlijk aan mijn wortels geschud. Door Gods genade zijn mijn vrouw en ik in het reformatorische spoor gebleven en is dat gedachtegoed een persoonlijke zaak geworden. Zo zijn we naar Singapore gegaan. Wat ons binnen de Pilgrim Covenant Church aansprak, was de principiële manier van denken. Bij alles wat zich aandient, stelt men de vraag: Hoe moeten we op grond van de Bijbel hierover denken? In z’n algemeenheid bevestigden de jaren in Singapore wat ik al eerder ontdekte: dat Gods kerk wereldwijd is.”

Was het vervreemdend om na terugkeer te worden geconfronteerd met een discussie over kanselruil tussen gelijkgezinde predikanten?

„Niet helemaal. Gesprekken van onze kerk in Singapore met andere Bijbelgetrouwe gemeenten in de stad zouden tot dezelfde discussie hebben geleid. Omdat mensen overal gelijk zijn, zie je ook overal dezelfde kerkelijke patronen. Chinezen zijn bovendien opgegroeid met keizerlijk denken. Dat vind je in hun kerken terug. Wij zijn veel sterker in polderen.”

U vraagt zich nu af of het presbyteriaanse model bij het christendom hoort of vooral bij het Westen?

„Wij wekken de indruk dat onze kerkregering rechtstreeks uit de Bijbel valt af te leiden, maar die sluit ook goed aan bij onze democratische manier van denken. Ik betwijfel of het presbyteriaanse model binnen de hiërarchische Aziatische cultuur wel zo geschikt is. De angst van de Chinese machthebbers voor het christendom heeft deels te maken met vrees voor de democratische waarden. Daar kan ik me vanuit hun optiek wat bij voorstellen.”

Wat stelt u dubbel op prijs nu u terug bent?

„De wat meer persoonlijke, bevindelijke kant van de prediking. Het is ook fijn om weer aan een half woord genoeg te hebben.”

Toch zou elke christen volgens u geestelijke familie over de grens moeten kennen.

„Ja, ik gun iedereen, en zeker jongeren, een poosje te kunnen optrekken met jonge christenen in Singapore. Dat zou ze weleens kunnen bewaren bij het christelijk geloof in plaats dat ze erdoor worden weggevoerd van hun wortels.”

Zingen uit 1650 met voorzanger Dirk de Korne

„De kerk waar we nu lid zijn, sluit weliswaar nauw aan bij onze vorige gemeente. Maar een aantal dingen is zeker anders. Geen 1773 maar 1650. De laatste staat veel dichter bij de grondtekst dus ik zal nooit meer terugkeren naar die moderne 18e eeuw.

Ook ben ik tegenwoordig voorzanger in de kerk. Want waar in de Bijbel zijn aanwijzingen te vinden voor het gebruik van instrumenten in de nieuwtestamentische eredienst? Ik lees nergens over een uitzonderingspositie voor het orgel.

Toegegeven, de zeer Schriftuurlijke preken in onze Singaporese kerk zijn wel wat minder bevindelijk dan we gewend waren. En er wordt op een andere manier gesepareerd. Wat doet dat met je als je daar een paar jaar onder zit? Ik weet het (nog) niet. Wat ik wel mag ervaren is dat God ook hier werkt. Het groeiende aantal christenen in Azië geeft hoop voor Europa. De Heere is nog niet uitgewerkt.”

Uit ”Leven over de grens”, uitg. De Banier, € 11,95

Dr. Dirk de Korne

Dirk de Korne (1980) groeide op in ’s-Gravenpolder als oudste zoon van een bouwkundig uitvoerder. Hij studeerde gezondheidswetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Van 2004 tot 2013 was hij als consultant kwaliteit en veiligheid verbonden aan het Oogziekenhuis Rotterdam. Hij combineerde deze baan met een docentschap aan de Erasmus Universiteit en promotieonderzoek. Van oktober 2009 tot maart 2010 verbleef hij in Baltimore voor een wereldwijde vergelijking van oogziekenhuizen. In 2011 promoveerde hij op de dissertatie ”Divergent sight: studies on the application of quality and safety improvement methods in eye hospitals”. In 2013 emigreerde hij naar Singapore, waar hij werkzaam was als adjunct-directeur en universitair docent van het Singapore National Eye Centre en het KK Women’s & Children’s Hospital, beide onderdeel van het SingHealth Duke-NUS Academic Medical. Sinds kort woont hij weer in Zeeland en is hij directeur zorg & welzijn van zorgorganisatie SVRZ. De Korne is gehuwd met Andrien. Het echtpaar heeft twee in Singapore geadopteerde dochters, drie en één jaar oud. Het gezin is lid van de gereformeerde gemeente te Vlissingen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer