Opinie

Nabestaanden na zelfdoding stuiten te vaak op onbegrip

Rouw na zelfdoding brengt veel tegenstrijdige gevoelens. Op de Internationale Dag voor de Nabestaanden van Zelfdoding een pleidooi om naar nabestaanden te luisteren in plaats van over hen te praten.

Matthias Jongkind en Bart van den Brink
22 November 2019 14:06Gewijzigd op 17 November 2020 06:54
Zelfdoding is in de meeste situaties een uiting van wanhoop van iemand die naar eigen beleving in een fuik zit en geen andere uitweg meer ziet dan zichzelf iets aan te doen. beeld iStock
Zelfdoding is in de meeste situaties een uiting van wanhoop van iemand die naar eigen beleving in een fuik zit en geen andere uitweg meer ziet dan zichzelf iets aan te doen. beeld iStock

Zelfdoding is wereldwijd een serieus probleem. De schatting is dat wereldwijd jaarlijks ten minste 800.000 mensen zichzelf van het leven beroven. In Nederland waren dat vorig jaar 1829 mensen. Elke persoon die zichzelf om het leven brengt, laat naasten achter. Alleen al aan directe naasten zijn dat er gemiddeld zes. Per jaar blijven er dus al 10.000 directe naasten achter. Om nog maar te zwijgen van de impact op anderen in de werkkring, de school en de gemeente. Het Amerikaanse Congres stelde in 1999 deze internationale dag voor nabestaanden in, op initiatief van senator Harry Reid, die zijn vader verloor door zelfdoding.

Voor nabestaanden van zelfdoding is de rouw meestal erg zwaar en complex. Naast diepe pijn en gemis en de taak het leven weer op te pakken, speelt bij hen vaak een combinatie van zelfverwijt en schuldvragen: „Waarom heb ik het niet zien aankomen?” En: „Wat heb ik verkeerd gedaan?”

Met een vaak onopgeloste waaromvraag moeten nabestaanden verder leren leven – die kan niet meer gesteld worden aan de overledene. Complicerend bij deze vragen is vaak de bijkomende schaamte. Mensen denken vaak verschillend over zelfdoding. Nabestaanden krijgen regelmatig te maken met onbegrip uit de omgeving. Vaak weten mensen zich überhaupt geen houding te geven. Ook de vraag over de manier waarop de suïcide vanuit het geloof bezien moet worden, ervaren veel nabestaanden als moeilijk. Als het gaat over nabestaanden na zelfdoding, kan er met recht gesproken worden van een taboeonderwerp.

Eenzaam

Nabestaanden blijven veelal eenzaam achter, niet alleen vanwege de dood van hun naaste, maar ook vanwege het niet (h)erkend worden in hun verdriet. Verwanten kunnen daarbij worstelen met de soms in de familie vaker voorkomende psychische kwetsbaarheid. Zelfhulpgroepen kunnen voor een deel van de naasten helpen, maar dat geldt niet voor iedereen. Als de meest kwetsbare mensen elkaar opzoeken in een zelfhulpgroep, werkt het soms niet en soms zelfs averechts.

Basale kennis en vaardigheden rond zelfdoding bij docenten, ambtsdragers, hulpverleners en vrijwilligers in het sociale domein zijn van vitaal belang. Onderzoek uit 2017 onder duizend ambtsdragers en duizend kerkgangers uit protestantse kerken in de VS laat zien dat ambtsdragers vaak wel denken dat ze goed toegerust zijn om suïcidale mensen te helpen. Maar slechts in 4 procent van de suïcides wisten ze vooraf van iemands suïcidaliteit. Mensen komen dus erg weinig in beeld met hun psychische nood, zeker als het gaat om suïcidaliteit.

In ditzelfde onderzoek gaf ruim de helft van de gemeenteleden aan dat in hun gemeente men eerder geneigd was te roddelen over een zelfdoding dan een helpende hand aan te bieden aan de nabestaanden. Uit het onderzoek blijkt dat pastores en gemeenteleden graag willen omzien naar nabestaanden na zelfdoding en naar mensen met suïcidale gedachten.

Wijdverbreid misverstand

Suïcidepreventie staat toenemend in de belangstelling. Trainingen en onderwijs kunnen vaardigheden vergroten en vooroordelen en misverstanden rond zelfdoding wegnemen. Zo krijgen wij in trainingen geregeld de vraag of mensen die over zelfdoding praten het juist niet zullen doen. Dit is een wijdverbreid misverstand. Zelfdoding is in de meeste situaties een uiting van wanhoop van iemand die naar eigen beleving in een fuik zit en geen andere uitweg meer ziet dan zichzelf iets aan te doen. Mensen die een einde aan hun leven maken, zijn vaak eenzaam en zien geen uitweg. Ze zoeken dan niet zozeer de dood alswel een oplossing voor de huidige situatie.

Nabestaanden van een naaste die zichzelf van het leven heeft beroofd, blijven alleen achter en stuiten nogal eens op onbegrip. Aan nabestaanden wordt vaak voorbijgegaan. Laten we deze dag (en niet alleen vandaag) denken aan de nabestaanden na zelfdoding in onze omgeving.

Zonder oordeel

Wat kunnen we voor hen betekenen? Nabestaanden na een zelfdoding zijn kwetsbaar en directe oordelen of harde uitspraken kunnen hard binnenkomen.

De ander, soms met weinig of juist helemaal geen woorden, laten blijken dat je oog hebt voor hoe zwaar de periode kan zijn waarin hij of zij zich bevindt, zonder daarbij een oordeel te hebben, kan soms net het verschil ten positieve maken. Durf daarom te vragen hoe het met de ander is én te luisteren. Breng mensen met elkaar en anderen in verbinding. Zo draag je op je eigen vierkante meter je steentje bij aan een veilige omgeving, waarin mensen naar elkaar omzien en op elkaar betrokken zijn.

Matthias Jongkind en Bart van den Brink zijn respectievelijk als klinisch psycholoog en psychiater verbonden aan Eleos en het Kennisinstituut Christelijke ggz. Tevens geven ze trainingen suïcidepreventie. Heb jij hulp nodig of wil je praten? Dan kun je contact opnemen met Stichting 113 Zelfmoordpreventie, via 0900 0113 (24 uur bereikbaar) en 113.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer