De RijnlandRoute: innovatief met een vleugje groen
Het aantal neemt al jarenlang toe en bovendien duren ze steeds langer: files. Een van de drukste landelijke knelpunten, rondom Katwijk en Leiden, wordt daarom onder handen genomen. In 2022 moet het grootschalige project zijn afgerond.
De nieuwe wegverbinding van Katwijk, via de A44, naar de A4 bij Leiden, moet de regio een economische boost geven. Files kosten immers geld. Met deze wegverbinding worden de knelpunten aangepakt.
Het project bestaat uit de bouw van bruggen en viaducten en een geboorde tunnel van zo’n 2500 meter. Ook worden bestaande rijks- en provinciale wegen, de A44, A4 en N206, aangepast. De RijnlandRoute is het hiermee het grootste infrastructurele project van de provincie Zuid-Holland.
Naast de omvang, onderscheidt dit plan zich door de gebruikte innovatieve technieken, stelt projectleider Adrie Franken tijdens een speciale bijeenkomst.
Verlichting
Een van die innovaties is de tunnelverlichting. Daar viel volgens Franken nog een hele wereld in te winnen. „Mensen gaan automatisch remmen als ze een tunnel inrijden. Dat is niet goed voor de doorstroming. In deze nieuwe tunnel vangen we het zonlicht met collectoren op. Via een glasvezelverbinding komt dit licht door spotjes in de tunnelmond terecht. Zo wordt het contrast met de buitenlucht minder groot.”
Op het bouwterrein valt meteen op hoe grootschalig het project is. De oppervlakte is kilometers groot. De tunnelboor is met een lengte van 100 meter imposant. Vanaf augustus boort de machine iedere dag 15 meter richting de A44. En dat proces verloopt vlotjes. „Met een boor is het net als met vliegen. Opstijgen en landen is het moeilijkst. Maar als hij eenmaal in werking is, gaat het gewoon z’n gang”, vertelt Franken. Bij de oplevering moeten er twee tunnelbuizen met een diameter van 11 meter zijn geboord.
Fietssnelwegen
Het aanleggen van nieuwe wegverbindingen lijkt op gespannen voet te staan met de maatschappelijke roep om duurzaamheid. Daar is bij dit project aan gedacht, stelt Francken. „Fietssnelwegen zijn ook opgenomen in het plan. Er is daarbij ruimte gecreëerd voor een toekomstige busverbinding. Daar doen we in dit project verder niets mee, maar daar kan een andere partij in de toekomst mee aan de slag”.
Maxime Verhagen, voorzitter van belangenorganisatie Bouwend Nederland, is blij dat het project op schema loopt. „We hebben hier geen last van de PFAS-kwestie. We boren zo’n 30 meter onder de grond, dus die grond is schoon. PFAS-stoffen zitten niet zo diep in de bodem.”
Zandberg
Andere infrastructurele projecten liggen echter wel stil. Dat baart Verhagen zorgen. „De financiële schade zal in deze branche veel groter zijn dan in de woningbouw. Dit roepen we al veel langer. Maar blijkbaar moet je in dit land op je kop staan om een discussie op gang te krijgen.”
Verhagen ziet een impasse ontstaan omdat bij decentrale overheden de angst regeert. Een treffend voorbeeld is de zandberg in Zeist. Begin deze week lag er midden in een woonwijk van de Utrechtse gemeente namelijk een flinke hoop zand. Of deze grond met PFAS was bevuild, was niet duidelijk. Toch durfde de gemeente Zeist het zand niet te verwijderen.
Verhagen sprak dinsdag met staatsecretaris Van Veldhoven in het torentje. „Ze vertelde dat ze één telefoontje nodig had om de zandberg te laten verwijderen. Zo makkelijk kan het dus zijn. Het is gek dat de kinderen in de buurt wél in een mogelijk giftige zandberg kunnen spelen, maar dat deze niet mag worden verplaatst. Daarom blijven we aansturen op een zo snel mogelijke oplossing.”
Tevreden verliet Verhagen het torentje niet. „Ik heb daar gezegd: ik hoop dat deze kabinetsperiode niet met een zelfgecreëerde wordt afgesloten.” Maar hij verwacht veel van de infrastructuursector. „Deze branche is wel vaker heel creatief en innovatief gebleken.”