Column: Er gloeit een vonkje van Licht in overlegcultuur Papoea’s
„Ik wil graag twee dingen vragen. Of er blijvend steun gegeven kan worden aan onderwijs. En ook aan evangelisatiewerk. We kunnen nog niet zonder.” Wat bedoeld was als kort voorstelrondje wordt langzaam een heel verhaal. Een volgende voegt er een uitgebreid commentaar op de huidige kerkelijke structuur aan toe: „Al die regels staan niet in de Bijbel. Ik lees nergens dat je maar vier keer op een jaar Heilig Avondmaal mag houden. Ik doe het gewoon met wat Jezus zegt en wat de apostelen deden. Iedere zondag Heilig Avondmaal vieren dus.” Een derde geeft alvast een voorschotje op het jubileum dat op het programma staat voor de komende dagen: „Ik ben het er niet mee eens hoe het georganiseerd wordt. Dat wil ik even gezegd hebben. Dan hoef ik het morgen niet meer te zeggen en kunnen we gewoon meedoen.” Zo doet iedereen zijn zegje, na het noemen van naam, gezinssamenstelling en functie – in die volgorde.
Onbedoeld is het voorstelrondje zo uitgelopen op een ”musyawarah”, een traditioneel consensusgericht overleg, zoals dat gebruikelijk is in Indonesië. Iedereen mag zijn zegje doen. Over ieder onderwerp. Naar iedereen wordt geluisterd. En er wordt vaak net zolang gepraat tot er consensus is.
Voor een westerling is het soms een vreemde gewaarwording. Een vergadering kan eindeloos duren. Er lijkt geen duidelijke lijn in te zitten. Openlijk conflict wordt gemeden. Mensen reageren vaak niet direct op wat iemand zegt, maar zeggen iets in het algemeen. Wel wordt naar elkaar geluisterd – en lang geluisterd, tot er een oplossing is waar iedereen mee kan leven. Opeens vraagt iemand of iedereen het eens is met een bepaald voorstel – en als diegene de stemming goed aanvoelt, is dat ook zo. Dan is de vergadering ineens afgelopen. Zo’n overleg is zeker niet efficiënt. Het valt niet te plannen hoe lang het gaat duren. Vaak zegt men iets als: vanaf twee uur ’s middags tot het afgelopen is. Dus zonder eindtijd. Dan kan het gerust negen uur ’s avonds worden. Toch meen ik dat iets geleerd kan worden van de ”musyawarah”. Niet zozeer als het gaat over lang praten en vergaderen. Wel wat luisteren en consensus zoeken betreft.
Vaak reageren mensen voordat ze luisteren. Ze reageren op wat ze denken dat iemand bedoelt te zeggen. Iemand wordt ingedeeld op basis van zijn vermeende standpunt of ligging. Wat iemand daadwerkelijk zegt, doet er niet zoveel toe. Het hokjesdenken heeft het werk al gedaan.
Vaak willen mensen hun eigen standpunt verder helpen, in plaats van consensus te zoeken. Andere, afwijkende meningen zijn vooral vervelend. Ze smeden coalities met gelijkgezinden en niet met mensen die er wat anders over denken. Ze werken mensen die daar niet bij passen eruit, of geven die personen geen verantwoordelijke taken. Machtsspelletjes worden niet geschuwd. Het is schrijnend dat dit ook in de kerk gebeurt, en dat in naam van rechtzinnigheid en eenheid. Gewone mensen hebben dan weinig in te brengen.
Johannes Calvijn zegt dat alle mensen vonkjes van het Licht hebben. Het lijkt erop dat een zo’n vonkje in de overlegcultuur van de Papoea’s te vinden is. Het lijkt zo uit de Bijbel overgenomen. Een extra mijl gaan met iemand. Nog wat langer luisteren. Vrede hebben met alle mensen. Consensus zoeken in plaats van strijd. Het kwade overwinnen door het goede. De wortel van de bitterheid uitroeien. De minste willen zijn in plaats van je eigen gelijk halen. Je overgeven aan de tegenpartij zoals Christus Zich ook overgegeven heeft voor zondaren. De ander vergeven „gelijkerwijs ook God in Christus ulieden vergeven heeft.”
Hoe zit het trouwens met die Papoeakrijgers? Ze kunnen toch niet alleen goed vergaderen, maar ook goed met pijl en boog overweg? De musyawarah is inderdaad niet perfect. Als geen consensus bereikt wordt, kan een conflict blijven bestaan of zelfs verergeren. Voor de Papoea’s was – en is – er dan geen andere oplossing dan een oorlog. Die kant moet het natuurlijk niet op, er zijn al genoeg splijtzwammen en scheuringen.
Elco van Burg is consultant bij Lentera Papua in Indonesië en universitair hoofddocent ondernemerschap en organisatie aan de VU te Amsterdam.