Ook na Asia Bibi blijft leed Pakistaanse lotgenoten groot
De blasfemiezaak tegen de Pakistaanse christin Asia Bibi kreeg veel internationale aandacht. Enkele maanden geleden heeft ze Pakistan verlaten. Maar nog steeds zijn er veel christenen in het land die vanwege vermeende godslastering in een dodencel zitten. Twee portretten.
Shafqat en Shagufta: in dezelfde dodencel als Asia Bibi
Asia Bibi is nog maar net uit de gevangenis of haar cel wordt gevuld met een andere ter dood veroordeelde christin: Shagufta Kausur.
Het is juli 2013 als de Pakistaanse politie Shagufta en haar verlamde man Shafqat arresteert. Ze zouden beledigende sms’jes over de profeet Mohammed hebben verstuurd. De simkaart met het nummer waarmee de berichten werden verzonden, zou op naam staan van Shagufta.
Shafqat, die gebruikmaakte van de telefoon, verklaart echter deze al eerder te zijn kwijtgeraakt. Het echtpaar wordt gemarteld en zo tot een bekentenis gedwongen, aldus de organisatie Hulp Vervolgde Christenen (HVC). De vier kinderen van het echtpaar moeten na volksprotesten in veiligheid worden gebracht.
De familie doet door middel van een advocaat direct een verzoek om hen op borgtocht vrij te laten. Volgens HVC is de rechter door vier islamitische geestelijken met de dood bedreigd, waarop deze de zaak weigert te behandelen. Een nieuwe rechter wijst het verzoek tot vrijlating af.
Ook veroordeelt hij het echtpaar in april 2014 tot de doodstraf. Het politieonderzoek heeft echter geen bewijsmateriaal opgeleverd. De telefoon en de simkaart ontbreken. Ook zijn de godslasterlijke berichten in het Engels geschreven, terwijl Shagufta en Shafqat verklaren analfabeet te zijn.
Het echtpaar wacht, gescheiden van elkaar, nu al vijf jaar op de behandeling van een hoger beroep. De rechters van het hooggerechtshof in Lahore vermijden of weigeren de zaak, stelt HVC.
De Pakistaanse advocaat Saif-ul-Malook, die succesvol de zaak van Asia Bibi verdedigde, maakte in juli bekend de zaak van het echtpaar op zich te nemen. „Het echtpaar is onschuldig”, aldus Malook tegen het Amerikaanse blad Christianity Today.
Nadeem Samson: beschuldigd van blasfemie na persoonlijke vete
Een woedende menigte bestormt het huis van Nadeem Samson en verbrandt al zijn bezittingen op straat. Nadeem zelf wordt door de politie opgepakt. Hij zou godslasterlijke teksten op het internet hebben geplaatst.
Sinds november 2017 zit Nadeem in een Pakistaanse gevangenis vanwege vermeende blasfemie. Dat zegt zijn broer Shakeel tegen de organisatie Hulp Vervolgde Christenen (HVC).
Voor zijn arrestatie besluit Nadeem een woning te huren. Als hij het huurhuis wil verlaten, moet Nadeem nog een flinke som geld terugkrijgen van de islamitische verhuurder. Deze weigert het bedrag terug te geven, vertelt Shakeel.
De verhuurder besluit om, samen met een andere persoon waar de familie van Nadeem jaren eerder een meningsverschil mee had, met hem af te rekenen. Ze dringen zijn huis binnen en binden hem vast. De twee mannen maken gebruik van Nadeems telefoon en computer om godslasterlijke teksten op het internet te plaatsen, waaronder op Facebook.
Ook de politie zit in het complot. Al snel wordt Nadeem gearresteerd. Tijdens zijn verhoor volgen martelingen en onder fysieke druk moet hij bekentenissen afleggen. Ook in de gevangenis heeft Nadeem het zwaar te verduren. Hij wordt geslagen door islamitische medegevangenen, aldus HVC.
De familieleden van Nadeem moeten voor hun leven vrezen en zijn ondergedoken in een afgelegen dorp. Zijn broer zet zich onvermoeibaar in voor de zaak en probeert een advocaat voor Nadeem te regelen.
Misbruik van de strenge Pakistaanse blasfemiewetten is een veelvoorkomend probleem. Vaak worden de wetten gebruikt om persoonlijke vetes te slechten. Ook de aanklacht tegen Nadeem lijkt in deze categorie te vallen. Volgens HVC zitten er in Pakistan nog 180 andere christenen vast vanwege blasfemie.