Positie vrouw in kerk staat niet op zichzelf
Als het aan de Sociaal-Economische Raad ligt, komt er een verplichting voor beursgenoteerde bedrijven dat hun raad van commissarissen voor minstens 30 procent uit vrouwen bestaat. Bij tal van universitaire studies overschrijdt het aandeel van de vrouwen inmiddels de 50 procent. Hoe verhoudt zich dit alles tot de afwijzing van de vrouw in het kerkelijk ambt?
Al jarenlang worden in Nederland streefcijfers gehanteerd om tot een gelijke verdeling van mannen en vrouwen in allerlei topfuncties te komen. Bijvoorbeeld in raden van commissarissen. Maar volgens velen gaat dat te langzaam. Werkgevers voelden tot dusver niet voor verplichtingen op dit gebied. Ook het kabinet niet. Nu de werkgeversdelegatie in de Sociaal-Economische Raad (SER) om is, is het de vraag wat het kabinet gaat doen.
De zogeheten tweede emancipatiegolf, die een halve eeuw geleden op gang kwam, heeft zeker de westerse wereld aanzienlijk veranderd. Gelijkheid van man en vrouw op allerlei gebied werd voortaan de norm en die werd vaak ook juridisch verankerd. Wie zich verzette, liep grote kans in botsing te komen met allerlei non-discriminatiebepalingen. De SGP kreeg daarmee te maken.
Ook andere groepen die zich achtergesteld voelden, gingen zich roeren. Onder de vlag van het diversiteitsbeleid valt een groot aantal minderheden, zoals etnische, raciale en seksuele. Die zijn vaak wat minder makkelijk af te bakenen, waardoor harde criteria voor hun vertegenwoordiging tot dusver ontbreken. Er is nog geen verplichting om in elk college of bestuur minstens één homoseksueel op te nemen.
Trouwens, de recent opgelaaide genderdiscussie maakt de grens tussen mannen en vrouwen ook wat diffuus. Er zijn mensen die zich noch als man, noch als vrouw beschouwen. Wat te doen met mannen die verklaren zich vrouw te voelen en voortaan als zodanig behandeld willen worden? Tellen die straks ook mee in het vrouwenquotum voor de raden van commissarissen?
Anderhalfverdieners
Het overheidsbeleid is sinds jaar en dag ook duidelijk gericht op de economische zelfstandigheid van de vrouw. Het kostwinnersmodel heeft in Den Haag afgedaan en wordt fiscaal afgestraft. Binnen het huwelijk hebben man en vrouw nog wel een wederzijdse onderhoudsplicht, maar financiële zelfstandigheid is inmiddels het maatschappelijke ideaal.
In Nederland is het anderhalfverdienersmodel populair, maar dat ligt wel onder vuur. Het zijn immers vrijwel altijd vrouwen die de kleine baan hebben. Dat schaadt hun carrière. Op die manier worden ze nooit economisch zelfstandig. Daardoor zijn er ook weinig vrouwen aan de top en dat ziet men als een groot probleem.
Ook in de gereformeerde gezindte leven velen volgens dit anderhalfverdienersmodel. Het inkomen van de man wordt dan onvoldoende geacht om (royaal) van te leven. Vrouwen willen hun (hogere) opleiding benutten en de positie van huisvrouw heeft in onze samenleving nu eenmaal weinig status. Vergeleken met vroeger is het huishouden ook veel minder arbeidsintensief geworden. Mechanisering en automatisering hebben hun intrede gedaan en veel taken zijn uitbesteed.
Nu kunnen de persoonlijke omstandigheden van getrouwde vrouwen natuurlijk zeer uiteenlopen. De omvang van het huishouden, de leeftijd van de kinderen en de aard en de omvang van de baan zijn hier relevante gezichtspunten. Bovendien is er in de zorg en het onderwijs gebrek aan personeel en dan gaat het in de praktijk vaak om vrouwelijke arbeidskrachten.
Maar onmiskenbaar is hier ook sprake van een beïnvloeding door de moderne samenleving. En de daarin geldende waarden en normen verschillen nogal van die in de Bijbel.
Vrouw in het ambt
Niet zonder reden is de emancipatie van de vrouw in gereformeerde kring altijd omstreden geweest. Vanuit de Bijbel wist men zowel van de gelijkheid als van de ongelijkheid tussen man en vrouw. Hoe verhoudt de huidige maatschappelijke gelijkheid zich met de onderscheiden positie van man en vrouw in de kerk?
In verband met allerlei discussies in de afgelopen decennia in de SGP over het regeerambt werd met name in de kring van de voormalige partijen RPF en GPV (inmiddels ChristenUnie) beklemtoond dat je die los van elkaar moest zien. De zwijgteksten in de Bijbel golden alleen voor de kerk en de notie dat de man het hoofd van de vrouw is, sloeg alleen op het huwelijk. Daarbuiten waren man en vrouw gelijk.
In werkelijkheid laten deze zaken zich niet zo eenvoudig scheiden. Ze staan niet los van elkaar. In het rapport van het gereformeerd vrijgemaakte deputaatschap ”m/v in de kerk” dat in 2013 uitkwam, constateert men dat door kerkleden steeds meer een spanning wordt ervaren tussen de ruime mogelijkheden voor vrouwen in het maatschappelijk leven en de beperkte mogelijkheden binnen de kerk.
Gekooide vogels
Bijna veertig jaar eerder had de vrijgemaakte prof. dr. J. van Bruggen in zijn boekje ”Emancipatie en Bijbel” dezelfde samenhang gesignaleerd, zij het dat hij daar heel anders in stond dan dit vrijgemaakte deputaatschap. Genoemd rapport leidde tot de openstelling van alle ambten voor de vrouw in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV).
Van Bruggen wijst erop dat wie als christen uitgaat van een principiële gelijkheid van man en vrouw problemen krijgt met wat de Bijbel zegt over het huwelijk. Dat wordt dan „de plaats waar vrije vogels gekooid worden en de éne mens plotseling hoofd wordt over de ander.”
Een soortgelijke opmerking maakt hij daarin ook over de kerk. „Als het niet toelaten van de vrouw tot het ambt een eenzame uitzonderingsbepaling wordt in een kerkgemeenschap die overigens geheel gestileerd is naar de gelijkheid van man en vrouw, zal dit minimale restant door een volgende generatie als onbegrepen en verouderd worden uitverkocht.”
Hij heeft daarin helemaal gelijk gekregen. De Bijbel weet van een onderscheiden positie van man en vrouw. Die heeft te maken met fundamentele zaken als schepping, zondeval en verlossing. Tegen die achtergrond is het goed te begrijpen dat het kerkelijk ambt alleen openstaat voor de man.
Maar voor wie op allerlei gebied is meegegaan met het hedendaagse gelijkheidsdenken wordt dat onvermijdelijk een merkwaardige en onsympathieke uitzonderingssituatie. Die zal dan ook niet lang standhouden.