Kabinet: Bepalingen omtrent ambtsgebed nauwkeurig opnemen in reglement van orde
Als een gemeente het zogeheten ambtsgebed bínnen de raadsvergadering laat plaatsvinden, moet zij in haar reglement van orde opnemen dat niemand verplicht is eraan deel te nemen.
Dat schreef minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) eind augustus aan alle Nederlandse gemeenten. In veel gemeenten waar nog sprake is van een ambtsgebed, vindt dat kort voor of na de gemeenteraadsvergadering plaats. Die werkwijze heeft volgens Ollongren de voorkeur omdat zij het beginsel van de scheiding van kerk en staat het best respecteert.
Toch mag het ambtsgebed ook na de opening van de vergadering worden uitgesproken, schrijft de minister. „Ook in deze situatie geldt dat het ambtsgebed als zodanig niet in strijd is met het beginsel van de scheiding van kerk en staat.”
Wel verzoekt de bewindsvrouw gemeenten waar dit laatste de praktijk is „in hun reglement van orde te expliciteren dat er geen sprake is van een verplichting om het ambtsgebed uit te spreken dan wel er aan deel te nemen of er actief respect voor te tonen.”
De brief van het kabinet aan alle Nederlandse gemeenten is een uitvloeisel van een gedachtenwisseling in politiek Den Haag, eerder dit jaar. PvdA-Kamerlid Kuiken wilde toen van het kabinet weten of het wel in overeenstemming is met de scheiding van kerk en staat dat in een aantal Nederlandse gemeenten een ambtsgebed bestaat en dat in een deel van die gemeenten dit gebed ook plaatsvindt binnen de raadsvergadering.
Het kabinet gaf toen aan hierin geen probleem te zien en beloofde de richtlijnen hieromtrent nog een keer aan alle gemeenten te zullen verhelderen. Die richtlijnen stammen overigens al uit 2006, toen de toenmalige minister, Remkes, in een brief aan alle gemeenten dezelfde gedachtenlijn uiteenzette.