Adempauze nodig in debat over nieuwe beroepswet verpleegkundigen
Het lijkt erop dat minister Bruno Bruins (Medische Zorg) een deel van de beroepsgroep van verpleegkundigen flink op stang heeft gejaagd. Veel zorgwerkers beklagen zich over een door hem aangekondigde nieuwe wet, in jargon de wet BIG II genoemd. Deze wet moet de door het ministerie gewenste beroepsdifferentiatie tussen verpleegkundigen formaliseren. Kort gezegd dient er voortaan een helder, wettelijk verankerd onderscheid te komen tussen regieverpleegkundigen en ‘gewone’ verpleegkundigen.
De functie van regieverpleegkundige is voor Nederlandse begrippen tamelijk nieuw. Deze ‘verpleegkundige 2.0’ voert niet alleen zorgplannen uit; hij of zij mag ze ook bijstellen op basis van nieuwe, wetenschappelijke inzichten. Op die manier waakt de nieuwe functionaris ervoor dat de zorg van de instelling kwalitatief goed en doelmatig is. Met dit nieuwe type verpleegkundige wordt het vak kortom gemoderniseerd.
Het lijkt erop dat de grootste argwaan omtrent de nieuwe wet wordt gekoesterd door de zorgwerkers die niet automatisch voldoen aan de inmiddels vastgestelde vereisten voor de nieuwe functie en daarbij ook geen animo hebben om regieverpleegkundige te worden, bijvoorbeeld vanwege hun leeftijd. Dreigen zij daarmee boventallig te worden? Of riskeren ze daarmee afstand te moeten doen van allerlei gespecialiseerde taken waarvoor ze zich in het verleden bijschoolden?
Gegeven de huidige krapte aan zorgpersoneel lijkt dat op het eerste gezicht koudwatervrees. Maar toch; de herijking van de competentieprofielen waarmee de wet gepaard gaat, wekt wel enigszins die indruk. Dat vraagt dus om extra uitleg, om opheldering.
Het getuigt dan ook van wijsheid dat Bruins het indienen van het wetsvoorstel vanwege de ontstane onrust nog even uitstelt. Een adempauze is duidelijk geboden, getuige het feit dat ook werkgevers en medisch-specialisten zich inmiddels met kritische vragen in de discussie hebben gemengd.
Gevolg van de nu gekozen constructie voor werkgevers is dat al hun zorgwerkers met een hooguit zes jaar oud hbo-v-diploma in één klap worden gepromoveerd tot regieverpleegkundigen in spe; los van de vraag wat hun praktijkfunctie is. Dat lijkt een storende, op de tekentafel ontstane ontwerpfout.
Het kost maar weinig verbeeldingskracht om je voor te stellen dat de behoefte aan het doorvoeren van functiedifferentiatie op de werkvloer per zorgsector of per zorginstelling verschillend is én dat een beetje zorgmanager vervolgens mans genoeg is om uit te maken hoe hij of zij dat het beste kan doen.
Bruins doet er kortom goed aan om zich tijdig te beraden op de vraag of de wet in deze vorm hét instrument is dat de sector nodig heeft om de kennis en kunde van verpleegkundigen op het juiste peil te brengen en te houden. Graag voordat er rond dit voorstel ook in het parlement een verhitte strijd ontbrandt.