Brexitzorgen leiden tot krimp Britse economie
De Britse economie is in het tweede kwartaal onverwacht met 0,2 procent gekrompen. Het gaat om de eerste krimp op kwartaalbasis sinds 2012, zo komt naar voren uit vrijdag gepubliceerde cijfers van het Britse statistiekbureau.
Economen hadden de krimp niet zien aankomen. Zij gingen in doorsnee uit van een stabilisering van de Britse economie. Het Verenigd Koninkrijk lijdt duidelijk onder de brexitperikelen. Die zorgen voor veel onzekerheid en dat zit de economie in de weg. In het eerste kwartaal was nog sprake van 0,5 procent groei.
Wat meespeelt is dat veel bedrijven om goed voorbereid te zijn, fikse voorraden hadden opgebouwd voorafgaand aan de oorspronkelijke brexitdeadline in maart. Dat zorgde in de eerste maanden van het jaar nog voor groei. Toen het Britse vertrek uit de Europese Unie vervolgens werd uitgesteld, werden de voorraden in rap tempo afgebouwd. Dat haalde een grote hap uit het Britse bruto binnenlands product (bbp).
De economie werd ook getroffen door autofabrieken die hun gebruikelijke zomerse onderhoudsbeurten naar voren haalden. Door ze al in april te plannen, hoopten ze de dreiging van onderbrekingen van leveringen rond de brexit te voorkomen.
De industriële sector in het VK kromp in het tweede kwartaal met meer dan 2 procent. Dat is de sterkste achteruitgang in ongeveer tien jaar. De consumptie van huishoudens ging wat omhoog, geholpen door de lage werkloosheid en loonstijgingen. Daarentegen kreeg de economie geen steun van de dienstensector. Ook de handel nam af.
De brexit blijft voor grote onzekerheid zorgen. De regering in Londen heeft er afgelopen weekend bij de leiders van de EU op aangedrongen om de brexitovereenkomst te heronderhandelen omdat „de politieke realiteit” zou zijn veranderd. Premier Boris Johnson, die Theresa May eind juli opvolgde, benadrukt steeds dat hij op 31 oktober de Unie wil verlaten, met of zonder akkoord. De jongste economische ontwikkeling betekent een forse tegenvaller voor hem.
Pond
De koers van het Britse pond toonde vrijdag na het nieuws over de krimp een dip. De munt bereikte ten opzichte van de dollar de laagste stand sinds januari 2017. Het pond verloor 0,5 procent en werd minder dan 1,2080 dollar waard. Ook ten opzichte van de euro leverde het pond in.
De munt staat al sinds de verkiezing van Johnson onder druk. Beleggers houden steeds meer rekening met een no-dealbrexit en zijn bang dat zo’n vertrek uit de EU zonder afspraken, de Britse economie geen goed zal doen.