Beschermde status geeft fietsers geen vrijbrief tot onveilig rijgedrag
Nederland is een relatief vlak land en leent zich uitstekend voor het reizen per fiets. Logisch ook dat Nederland de hoogste fietsdichtheid van de wereld heeft; gemiddeld meer dan 90 procent van de inwoners heeft een fiets. Denemarken volgt op ruime afstand met ongeveer 80 procent. Zaak voor de overheid –die het fietsgebruik graag stimuleert– om al die fietsers in goede banen te leiden. Honderd miljoen euro trok het kabinet al uit voor verbetering van de infrastructuur. Fietssnelwegen moeten het forensenverkeer vergemakkelijken. Tussen Arnhem en Nijmegen ligt daarvan een succesvol voorbeeld.
Toch heeft de Fietsersbond opnieuw aan de bel getrokken. Om de fiets optimaal te benutten en de klimaatdoelen te halen, zal er voor 2030 nog 800 miljoen euro extra geïnvesteerd moeten worden, zo berekende de bond. Door het realiseren van bredere fietspaden en extra fietstunnels en -bruggen worden de doorstroming en de verkeersveiligheid bevorderd. Met deze maatregelen kunnen op deze routes ook snelle fietsers worden toegelaten. Dit is een belangrijke voorwaarde om meer mensen op de fiets te krijgen, een speerpunt in zowel het Klimaatakkoord als in het actieplan Tour de Force. Door te investeren in de kwaliteit van regionale fietsroutes kan de actieradius voor woon-werkverkeer bijgesteld worden tot boven de 20 kilometer. Met een woon-werkafstand van 22 kilometer woont de gemiddelde forens dan op fietsafstand van zijn werk. Naast de extra investeringen in de fietsroutes moeten er in de grote steden meer fietspaden, snelfietsroutes en fietsenstallingen komen.
Er is in Nederland veel aandacht voor fiets en fietser. De fietser geniet zelfs een beschermde status als ‘zwakkere’ verkeersgebruiker. Artikel 185 van de Wegenverkeerswet bepaalt dat de bestuurder van een motorrijtuig voor de schade die hij bij een verkeersongeval heeft toegebracht aan niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers aansprakelijk is, tenzij sprake is van overmacht. De bewijslast is dus omgekeerd om de zwakkere verkeersgebruiker te beschermen en de sterkere aan te sporen defensief te rijden. Een beroep op overmacht wordt slechts zelden gehonoreerd, zo wijst de praktijk uit.
Deze beschermde status geeft de fietser echter geen vrijbrief tot onvoorzichtig of zelfs bandeloos rijgedrag. Helaas komt dat veel voor. Automobilisten klagen steen en been over het weggedrag van veel fietsers, zeker in de steden. Maar ook onderling verdragen fietsers elkaar minder. Met de komst van verschillende soorten ‘fietsen’ –die met uiteenlopende snelheden en al dan niet groepsgewijs gebruikmaken van hetzelfde fietspad– is de veiligheid bepaald niet toegenomen.
De Fietsersbond vraagt 800 miljoen euro. Zo veel zal er vast niet komen. Maar laat er een substantieel bedrag worden vrijgemaakt voor bewustwording, verkeersopvoeding en handhaving. Dan zal blijken dat er veel makke fietsers op één pad kunnen.