Nieuwe Alitalia heeft weinig kans van slagen
De Italiaanse luchtvaartmaatschappij Alitalia krijgt maandag nieuwe eigenaren. Het is de vierde hulpoperatie in 15 jaar. Maar zolang het businessmodel niet verandert, is er geen hoop voor het bedrijf.
De nieuwe partners van Alitalia zijn van diverse pluimage: de Italiaanse spoorwegen, het ministerie van Economische Zaken en de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij Delta. Mogelijk participeert ook Atlantia, een van ’s werelds grootste bedrijven op het gebied van autosnelweg- en luchthaven-infrastructuur.
Vooralsnog wil Luigi Di Maio, de verantwoordelijke minister, niets weten van Atlantia. Hij verwijt het bedrijf nalatigheid wegens het instorten van de Morandi-brug in Genua een jaar geleden. Als Atlantia niet deelneemt, wordt een groep van Italiaanse financiers binnengehaald.
Weinig vertrouwen
Mario Sebastiani, hoogleraar economie aan de universiteit Tor Vergata in Rome, hoopt wel dat Atlantia toetreedt. „Dat is eigenaar van Fiumicino, het internationale vliegveld van Rome, dat ook de thuishaven van Alitalia is. Ze hebben alle redenen om te investeren en te groeien op internationale schaal.”
De hoogleraar heeft weinig vertrouwen in de overige partners van Alitalia. „Delta wil investeren, maar het is onduidelijk of ze dat doen om haar eigen positie op de Atlantische route te verstevigen, of dat ze een plan hebben om samen te gaan.”
Alitalia heeft geen goede ervaringen met het deels samengaan met een andere luchtvaartmaatschappij. Zowel KLM als Etihad Airways (Verenigde Arabische Emiraten) trokken hun handen af van hun Italiaanse partner.
De rest van de nieuwe eigenaren zijn financiële partners. „De Italiaanse Spoorwegen hebben geen enkele traditie in de luchtvaart. Er lijkt ook een probleem met het mededingingsrecht, want de hogesnelheidslijn tussen met name Rome en Milaan is een directe concurrent van de luchtverbinding tussen beide steden.”
Fout
De problemen van Alitalia zijn terug te voeren op zeker twee decennia geleden. Toen gokte de Italiaanse luchtvaartmaatschappij op de korte en middellange afstand. Ze trok zich gedeeltelijk terug uit het intercontinentale luchtverkeer. „Dat is een fout geweest,” zegt Sebastiani. „Alitalia maakt grote verliezen op Europese vluchten. Dat is een markt waar de concurrentie van lowcost-maatschappijen groot is. Op de binnenlandse markt wordt geen verlies gemaakt, maar zijn de winsten zeer laag. De echte winstgevende markt vormen de intercontinentale vluchten.”
Op die markt moet Alitalia terugkomen, vindt de professor. Maar dat kost miljarden. Vliegtuigen zijn duur en nieuwe routes aanboren, is niet gemakkelijk. „De zakenreiziger wil bovendien de keus hebben meerdere keren per dag te vliegen naar een bepaalde bestemming. Die vindt hij wel bij KLM en Lufthansa, die bijvoorbeeld meerdere keren per dag op Shanghai vliegen.”
Easyjet
Sebastiani zou graag hebben gezien dat Alitalia samenging met een Europese lowcost-maatschappij, zoals Easyjet, waarbij de Italianen zich zouden storten op lange afstandsvluchten. Maar dat is niet gebeurd. De econoom heeft daarom weinig hoop dat het ooit nog goed komt met Alitalia.
Twee jaar geleden werd het bedrijf gered door een staatslening van 900 miljoen euro. Het bedrijf leed toen dagelijks zo’n miljoen euro verlies. Dat is nog steeds het geval. Sebastiani vreesde toen al dat die miljoeneninvestering alleen maar zuurstof zou geven voor twee jaar. De hoogleraar kreeg gelijk. „Als het businessplan niet wordt veranderd, duurt de zuurstof nooit lang genoeg.”