Werkgevers kaatsen bal terug naar Rutte
Werkgeversvoorzitter Hans de Boer (VNO-NCW) maakt zich net als premier Mark Rutte zorgen om de groeiende loonkloof, maar vindt dat de analyse van de minister-president tekortschiet. In interviews in drie kranten, De Telegraaf, het AD, en Het Financieele Dagblad (FD), stelt De Boer dat het kabinet zelf verantwoordelijk is voor de geringe reële loonstijging onder werkenden.
De toegenomen belastingdruk is volgens hem de voornaamste oorzaak dat werknemers onvoldoende profiteren van de florerende economie. „De lonen zijn wel gestegen, maar sinds 2008, 2009 is die stijging voor met name de middenklasse volledig wegbelast. De gemiddelde werkende is sindsdien per maand 300 euro extra aan collectieve lasten gaan afdragen”, zegt De Boer in De Telegraaf.
Hij erkent wel dat de kloof tussen de topinkomens en de werknemers hem zorgen baart en dat dat gepaard kan gaan met maatschappelijke onvrede. „Dat gevoel is terecht”, vindt hij. „Ik heb zorgen dat een heel grote en sterk toenemende loonkloof het cohesiegevoel niet bevordert.”
De Boer reageert daarmee op de uitspraken die Rutte afgelopen zaterdag deed op een congres van de VVD. Als grote bedrijven niet serieus werk maken van loonstijging, moet de overheid geplande lastenverlagingen voor het bedrijfsleven misschien schrappen, dreigde de premier.
In het AD zegt dat Rutte de plank misslaat en „blaft in de verkeerde richting”. Als voorbeeld geeft hij dat bij dertien grote bedrijven in Nederland de cao-lonen harder zijn gestegen dan gemiddeld. Een groot deel van die loonstijging is volgens hem „bij de overheid terecht gekomen”. In het FD zegt De Boer dat de loonkloof tussen de topmensen en werknemers „ontwrichtend” werkt. „Ik ga hier dan ook niet de salarissen van de ceo’s verdedigen. Dat moeten zij zelf doen.”