Rubriek Ter Plekke: bekeringsverhalen op Twitter
Ardjan Logmans MA
Op sociale media doen mensen zich mooier voor dan ze zijn. Als u Instagramaccounts volgt, zult u het wel herkennen. Alleen de mooie foto’s worden gedeeld met anderen: instagrammers gaan dag in dag uit naar musea, het strand of schuiven aan tafel met fijne familie en vrienden. Na het werk wachten thuis de stralende koppies van de kinderen. Niemand heeft een gezicht als een oorwurm of een donderwolk. Nooit zie je scheve gezichten, of het moet de vertekening door de camera van de smartphone zijn. Vroeger was er ook een sociaal medium: bekeringsverhalen. De traktaten werden immers gelezen en gedeeld door een vaste schare volgers. Wordt daarin wél het echte leven opgeschreven?
Je zou zeggen van niet. Uit de aard der zaak heeft een bekeringsgeschiedenis, in de negentiende eeuw een populair genre, een goede afloop. Bij een bekering gaat het immers van ellende naar verlossing en dankbaarheid. Het slot zal daarom positief zijn.
Toch zit de ellende nog flink door het leven verweven. En dan bedoel ik nu niet de ellende van het Godsgemis, maar vooral de ellende van de harde werkelijkheid. Ziekte en dood zaten de schrijvers dicht op de huid.
Veel van hen verhalen over het heengaan van hun kinderen. Neem boekverkoper Leen Capelle (1837-1905), die zijn zoontje Albert in 1871 aan de dood moest afstaan. Oorzaak: pokken. „Het ging zover dat ik zijn handjes vast moest binden, daar hij vanwege de jeuk de stukken uit zijn gezicht haalde, en dan dat smeken: „Och paatje, maak mij nog eens even los.” Maar het was niet om te doen. En als ik hem dan even losmaakte, dan stak hij zijn kleine handjes weer uit om gebonden te worden. Ik kreeg hier veel mee te worstelen voor de Heere.”
Nog meer zorgen waren zijn deel. Vaak kon hij geen werk vinden. Honger lag op de loer. Redding kwam er onverwacht, maar niet zonder dat eerst sieraden en andere waardevolle bezittingen waren verkocht. Het leven was zwaar, al hoewel de ellende hem verbond aan God.
Zo’n levensgeschiedenis leest dus niet als een jubelende tijdlijn op Instagram. Toch lijkt ook vandaag de boel te gaan schuiven. Half mei overleed de Amerongse oud-wethouder Hans Nijhof. Hij deed op Twitter eerlijk verslag van de ziekte slokdarmkanker. Anderen twitterden het afgelopen jaar over een alcoholprobleem of over een opname in de psychiatrie. Een moeder vertelde hoe haar zieke kindje krap een half jaar na de geboorte overleed. Volgers lieten weten onder de indruk te zijn van de openheid en levenswijsheid. Zijn dit seculiere bekeringsverhalen op Twitter?
Respect op sociale media voor gebroken levens dus, toen en ook nu weer. Capelle sloot zijn levensverhaal af met een wens voor z’n lezers: „Nu, de Heere geve dat er, lieve vrienden, hoewel deze letteren gebrekkig zijn, nog een korrel van dat goud van Scheba door u opgespoord zou worden tot roem en prijs van zijn driemaal heilige Naam, voor dat onuitsprekelijke goed aan een arme zondaar bewezen. Dat zij zo.”