Onbegrijpelijk dat er niet meer alarmbellen gaan rinkelen om overgewicht
Het zijn van die berichten die zomaar ondersneeuwen, omdat ze zo vaak voorbijkomen. Alsof alles went. Maar het is niet normaal dat meer dan de helft van de volwassenen in Nederland met overgewicht kampt. Dat er niet meer alarmbellen gaan rinkelen, is eigenlijk onbegrijpelijk.
De Monitor Brede Welvaart van het Centraal Bureau voor de Statistiek legde er deze week opnieuw de vinger bij. In 2018 was 51,1 procent van de bevolking van 20 jaar en ouder te zwaar. Binnen de EU bezet Nederland daarmee de zesde plaats (2014: plek 18).
Een week eerder publiceerde het wetenschappelijk tijdschrift Nature een studie waaruit blijkt dat mensen die op het platteland wonen steeds dikker worden. Het betreft in deze studie vooral de minder rijke landen waar de welvaart de laatste decennia dusdanig toenam dat ondervoeding plaatsmaakte voor slechte voeding.
Voor het juiste begrip: iemand heeft overgewicht bij een body mass index (BMI) van 25 of hoger. Komt die waarde boven de 30 (wat in Nederland bij 15 procent van de volwassenen het geval is), dan is er sprake van ernstig overgewicht of obesitas.
Opleidingsniveaus, geslacht en sociale klasses lenen zich doorgaans uitstekend voor flinke nuanceringen. Het is ook waar dat de een meer aanleg heeft om te groeien dan de ander. En dan zijn er nog de mensen die zoveel kunnen eten als ze willen, en geen gram aankomen. Zelfs als dat ongezond eten betreft.
Maar zwaarlijvigheid is hoe dan ook een bedreiging voor de gezondheid, komt in alle leeftijdscategorieën voor en raakt dus –om eens een sprekend getal te noemen– 8 miljoen mensen in Nederland.
Wie te zwaar is, loopt een grotere kans op diabetes en hart- en vaatziekten. Ook astma, chronische rugpijn en artrose liggen op de loer. De psychische gezondheid van iemand met overgewicht kan een knauw krijgen: onderzoek wees uit dat (te) dikke mensen vaker discriminatie en stigmatisering ervaren.
Economisch gezien is er sprake van hogere (maatschappelijke) kosten wanneer iemand als gevolg van overgewicht vaker moet verzuimen op het werk of meer gebruik maakt van de gezondheidszorg. Om over arbeidsongeschiktheid nog maar te zwijgen.
Kort door de bocht, maar daarom niet minder waar: wie te zwaar is, eet te veel en beweegt te weinig. Een mens heeft niet alles in de hand, gezondheid is ten diepste een gave van God, maar dat neemt niet weg dat het –los van medische en psychische problemen– wel degelijk mogelijk is om zelf de eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Dat geldt trouwens voor iedereen: met en zonder aanleg voor zwaarlijvigheid. Minder (en gezonder) eten is een daad, meer bewegen ook. Er zijn niet veel geldige excuses te bedenken om hier geen begin mee te maken. Dat gaat niet zonder inspanning en discipline, maar het loont absoluut. Niet in de laatste plaats voor het eigen welbevinden.