Tot het water zakt, loopt Mozambique gevaar
Een week na cycloon Kenneth –de zwaarste tropische storm in Mozambique ooit– is het gevaar voor de bevolking nog niet geweken. Overstromingen bedreigen het leven van duizenden mensen. Hulporganisaties hebben de grootste moeite om afgelegen gebieden te bereiken.
Voor het eerst in de geschiedenis van Mozambique werd het land in één seizoen getroffen door twee orkanen. Nog geen zes weken nadat cycloon Idai over het centrum van het land was getrokken, waarbij een enorme ravage werd aangericht, kwam vorige week donderdag Kenneth aan wal in de noordelijke provincie Cabo Delgado. Met windsnelheden van 280 kilometer per uur verwoestte de cycloon steden en dorpen in een strook van 60 kilometer langs de kust. Ook van een aantal eilanden in de Indische Oceaan is weinig overgebleven. Zo ligt het toeristische eiland Ibo, woonplaats van 13.000 mensen, compleet in puin.
Een groot deel van de scholen, gezondheidsklinieken en bruggen in het getroffen gebied is ingestort. Volgens cijfers van UN Ocha, het bureau voor de coördinatie van humanitaire zaken van de Verenigde Naties, staat het voorlopige dodental in Mozambique op 41, zijn 37.000 huizen geheel of gedeeltelijk verwoest en verblijven 21.000 mensen in opvangcentra.
En het gevaar is nog niet geweken. Want misschien nog wel verwoestender dan de orkaan zelf is de regen die erdoor veroorzaakt wordt – naar verwachting valt er twee keer zoveel neerslag als na Idai. „Ook op dit moment hebben we te maken met een regenstorm”, vertelt Paul Wagner, humanitair specialist bij de christelijke Amerikaanse noodhulporganisatie Food for the Hungry, vanuit Pemba.
De stad, die zich zo’n honderd kilometer zuidelijker bevindt dan de plek waar Kenneth aan land kwam, werd de afgelopen week sterker getroffen door wateroverlast dan door windhozen. Wegen spoelden weg, rivieren en beken traden buiten hun oevers en veranderden in kolkende stromen.
Volgens de weersvoorspellingen wordt het in ieder geval de komende tien dagen nog niet droog. Het kan nog weken duren voordat het water zakt.
Vervuild
Zorgwekkend is daarnaast dat een groot deel van de ergst getroffen gebieden voor hulporganisaties nog onbereikbaar is. Omdat de schade aan de infrastructuur groot is, kunnen hulpkonvooien de gebieden niet over land bereiken. Vanwege het onstuimige weer en de kans op overstromingen kunnen helikopters met noodvoorraden niet landen.
Voor de inwoners van deze gebieden dreigt acuut gevaar. „Doordat de communicatiemogelijkheden compleet plat liggen, krijgen we geen contact met de inwoners”, aldus Wagner. „We weten dat ze in nood zijn – maar niet precies wat hun noden zijn. Waarschijnlijk gaat het om een gebrek aan onderdak, voedsel en schoon water.”
Op de plekken waar wel hulpverlening mogelijk is, voorziet Food for the Hungry inwoners van noodpakketten met voedsel, medicijnen en hygiëneproducten. Ook werkt ze samen met Unicef aan het herstel van verwoeste drinkwatersystemen en waterputten. „We hebben in het verleden in het land wateringenieurs getraind, die ons hier nu mee helpen”, vertelt Wagner. „Daarnaast zijn we bezig met het zuiveren van water. Veel waterbronnen zijn vervuild, waardoor ziektes als cholera zich gemakkelijk kunnen verspreiden.”
Omdat de omgeving rondom Beira veel dichtbevolkter is dan de noordelijke provincies, ligt het aantal dodelijke slachtoffers van Idai een stuk hoger – in Mozambique, Zimbabwe en Malawi kwamen in totaal duizend mensen om het leven.
Afgesneden
De noodhulpoperaties in het gebied waar Idai rondtrok, zijn nog in volle gang. Onlangs maakte de hulporganisatie Oxfam International bekend dat ze opnieuw overlevenden had aangetroffen, die tot dan toe afgesneden waren van hulp. De groep van tweeduizend mensen hield zichzelf in leven met dadels, vissen en vocht uit kokosnoten.
Oxfam schat in dat er nog minstens vierduizend mensen niet bereikt zijn. Unicef waarschuwt daarnaast dat 1,6 miljoen kinderen dringend hulp nodig hebben, zowel op het gebied van voedsel en gezondheid als op dat van onderwijs. 300.000 kinderen hebben al maanden geen klaslokaal meer vanbinnen gezien.
De cholera-uitbraak die na de cycloon ontstond, is volgens Wagner inmiddels wel grotendeels onder controle. „Dat is bemoedigend, het vaccinatieprogramma is erg goed verlopen.”
Hoe groot de schade van de cycloon uitvalt, is pas te zien wanneer het water eenmaal is gezakt. Maar dat de gevolgen groot zijn, is duidelijk. Volgens Wagner zijn sommige mensen alles kwijtgeraakt. „Zij zijn compleet afhankelijk van hulporganisaties.”
Met volledig herstel van gebouwen en infrastructuur zullen waarschijnlijk maanden, zo niet jaren, gemoeid zijn. Uit schattingen van de overheid blijkt dat 31.000 hectare landbouwgrond verloren is gegaan.