Inspanning én ontspanning bij godsdienstige opvoeding adoptiekind
Voor adoptieouders kan het extra moeilijk zijn om hun kinderen voor te leven in de vreze des HEEREN, maar ook zij mogen hun kinderen overlaten in de handen van een God die Zichzelf aan ons geopenbaard heeft als Vader.
Een jonge vrouw was ernstig ziek. Ze had niet lang meer te leven. In een brief aan haar moeder schreef ze: „Moeder, nu ik sterven moet, voel ik dat ik straks Iemand zal ontmoeten op Wiens vragen ik zal moeten antwoorden. En Ik weet niet Wie Hij is. Ik hoor voetstappen naderen die ik niet ken. U heeft mij alles geleerd, maar niets over Jezus Christus. Waarom heeft u mij nooit geleerd om het geluid van Zijn voeten te herkennen? Hoe kan ik nu sterven?”
Als je de brief van deze jonge moeder op je laat inwerken en bedenkt dat het de brief van je eigen kind kan zijn, dan raakt dat je diep. Dan staat het belang van een godsdienstige opvoeding gelijk centraal.
We hebben als ouders een grote verantwoordelijkheid, een inspanningsverplichting, niet alleen tegenover onze kinderen, maar vooral tegenover God. Want de kinderen die wij ontvangen hebben, zijn Gods kinderen. Dat geldt voor natuurlijke kinderen, maar vooral voor adoptiekinderen. Adoptieouders hebben daarin een soort dubbele verantwoordelijkheid. De natuurlijke veiligheid van het kind is beschadigd. Daarom moeten adoptieouders dubbel letten op de veiligheid die zij binnen het huwelijk aan het kind mogen bieden.
God heeft de mens als man en vrouw geschapen, om in een liefdesband tussen die twee een veilige basis te geven waarbinnen een kind kan opgroeien. Daar hoort een kind thuis, dat is beste plek waar het kan opgroeien. Maar juist op die veilige plek, die God ons gegeven heeft, zijn de gevolgen van de zonde het meest schrijnend zichtbaar. In de sociale wetten die God in het Oude Testament aan Zijn volk gegeven heeft, is zichtbaar dat God oog heeft voor de weduwe, de wees en de vreemdeling. In de Bijbel zien we dat God bijzondere zorg heeft voor kinderen. En zo geeft Hij ook nu liefde in het hart van mensen om zich te ontfermen over het kind van een ander, om kinderen te adopteren.
Ouders eren
Een kind dat niet in je buik, maar in je hart geboren is, blijft toch altijd een kind dat geboren is uit een vrouw die de natuurlijke moeder is. Hoewel we onszelf vader en moeder mogen noemen, omdat God deze kinderen aan onze zorg toevertrouwd heeft, zullen deze kinderen nooit een vervanging mogen zijn van de pijn van de kinderloosheid.
In de godsdienstige opvoeding wijst God ons onze plaats. Het eerste wat van groot belang is, is dat we onszelf voorbereiden op de opvoeding. Een godsdienstige opvoeding is niet het aanleren van een serie pedagogische tools of het opvolgen van een aantal aanwijzingen voor Bijbelonderwijs en thuisgodsdienst. Dat is overigens heel belangrijk. Maar van zeer groot belang is dat we zelf God kennen. Kinderen voelen haarscherp aan wie je als ouder bent; ze letten meer op wat je doet dan op wat je zegt. Met name adoptiekinderen zijn daar gevoelig voor.
Zij missen de natuurlijke geborgenheid van de biologische moeder en vader. Adoptiekinderen hebben daarin altijd een rugzak, hoe groot of klein die ook is. Adoptieouders hebben rekening te houden met de totale achtergrond van hun kind. Als wij onze kinderen de Tien Geboden voorhouden, dan zullen we hun ook moeten leren om niet alleen hun adoptieouders, maar ook hun biologische ouders te eren. Dan is het goed om onze kinderen te leren bidden voor hun ”buikmoeder” en voor hun biologische vader. Wat niet wil zeggen dat we hun dan niet moeten voorhouden dat ook wij hun echte ouders zijn, hun echte adoptieouders, die God aan hen gegeven heeft om hen lief te hebben en voor hen te zorgen.
Bron
Dat is een liefde die in het hechtingsproces tot in het uiterste op de proef gesteld wordt. Een liefde die het kind soms niet verdragen kan, omdat het geen liefde geleerd heeft of omdat dit vertrouwen geschaad is. Wij zijn geroepen om onze kwetsbare kinderen, met de rugzak die ze meedragen, te leren om ook een ander, ja, om dé Ander te vertrouwen. Hoe moeilijk kan het voor een adoptiekind zijn om zijn ouders te vertrouwen, terwijl hij hun liefde en trouw ervaart. Hoe moeilijk kan het dan zijn om op God te vertrouwen, Die we niet zien, maar door het geloof mogen ervaren.
De vergaande liefde en geduld die van een adoptieouder gevraagd worden, zijn terug te zien in de liefde en trouw van God aan Zijn kinderen. Gods kinderen zijn immers allen aangenomen kinderen, en Gods kinderen vertonen daarin hechtingsproblemen: twijfel aan Gods trouw; twijfel aan de volheid van het verzoeningswerk van Christus, waardoor we eigen wegen gaan; ja, tot de zonde toe waarmee we Gods liefde en geduld op de proef stellen.
In het gedrag van onze kinderen mogen we ons eigen gedrag ten opzichte van de Heere zien, maar daar mogen we ook Zijn liefde, geduld, lankmoedigheid en genade zien. Uit die Bron mogen we zelf putten om onze kinderen met liefde en geduld op te voeden. Om in de weg van de praktijk onze kinderen te wijzen op Wie God is, Die nog zoveel meer geduld heeft dan wij ooit kunnen opbrengen.
Vrucht dragen
Wij hebben dus een grote verantwoordelijkheid om onze kinderen voor te leven in de dienst van God, maar we mogen hen overlaten in de handen van een God die Zichzelf aan ons geopenbaard heeft als Vader. Hij heeft ons kinderen van een ander toevertrouwd om hen op te voeden en om hun voor te leven in de vreze des HEEREN. Dan mag er ook die ontspanning zijn: Heere, ik kan het niet, ik schiet in zo veel tekort, mijn geduld raakt soms uitgeput. Maar U heeft die kinderen aan ons toevertrouwd. Wilt U het zaad dat wij mochten zaaien, doen ontkiemen, groeien en vrucht dragen tot Uw eer.
De auteur is christelijk gereformeerd predikant in Zeist. Dit is een beknopte samenvatting van de lezing die hij hield op de voorjaarsbijeenkomst van de Adoptie Vereniging Gereformeerde Gezindte (AVGG), op 6 april in Gouda. Hij is zelf adoptievader van twee kinderen. Binnenkort mogen hij en zijn vrouw een derde kind uit de Filipijnen ophalen.