Solidariteit verdwijnt bij pensioenaanbieder naar keuze
Prof. dr. H. van Meerten en mr. J. J. van der Zanden doen een voorstel voor aanpassing van het pensioenstelsel (RD14-3). Dit voorstel lijkt op termijn ten koste te gaan van de solidariteit en kan leiden tot een kaalslag bij pensioenregelingen.
De auteurs stellen in het artikel ”Vernieuw pensioenstelsel zonder wetswijziging” voor om, bij de onderbrenging van de pensioenregeling bij een pensioenuitvoerder, de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van een cao (Wet AVV) toe te passen, in plaats van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf 2000). Op basis van de Wet AVV hebben sociale partners volgens de auteurs de mogelijkheid om de pensioenregeling onder te brengen bij een aanbieder naar keuze.
Op deze wijze zou men tegemoet kunnen komen aan de behoefte aan flexibilisering en aan een vergrijzende arbeidsmarkt. Want, zo stellen zij, de deelnemer kan dan gemakkelijker in een ander pensioenfonds deelnemen, zonder dat deze afhankelijk is van subsidie door middel van de doorsneesystematiek van een bedrijfstakpensioenfonds.
Dit voorstel zou bovendien snel en zonder wetswijziging kunnen worden doorgevoerd, zelfs zonder de steun van sociale partners (werkgevers- en werknemersverenigingen).
Toetsingskader
Het voorstel stuit echter op diverse bezwaren.
Ten eerste zal het huidige toetsingskader, dat is gebaseerd op de Wet AVV, toch moeten worden aangepast. Het huidige toetsingskader van deze wet, dat voorschriften geeft over welke cao-afspraken algemeen verbindend kunnen worden verklaard, maakt het verplicht stellen van deelname aan een bepaalde pensioenregeling op dit moment níet mogelijk. Daarnaast zal de Wet Bpf, die de deelname van werkgevers en werknemers aan een bedrijfstakfonds verplicht, moeten worden ingetrokken. Dit is op zichzelf geen ”wetswijziging”, iets wat de auteurs door middel van hun voorstel zeggen te vermijden. Het intrekken vergt echter wel een wetgevingsprocedure, waarbij alle belangen zorgvuldig zullen moeten worden afgewogen.
Volgens Van Meerten en Van der Zanden zou de steun van sociale partners niet nodig zijn. Die conclusie maken zij onterecht. De sociale partners blijven verantwoordelijk voor de onderbrenging van de pensioenregeling. Dit recht komt in het voorstel níet toe aan individuele deelnemers. Deze verantwoordelijkheid brengt met zich mee dat sociale partners zich op basis van uitspraken van de Europese rechter rekenschap zullen moeten geven en telkens voor de duur van een cao de beste en voordeligste pensioenaanbieder in de markt moeten selecteren, ook als dit bij wijze van ‘stuntaanbieding’ een buitenlandse pensioenaanbieder (binnen de EU) zou zijn.
Onttrekking
Bij afschaffing van de Wet Bpf 2000 kunnen individuele werkgevers zich bovendien onttrekken aan de door sociale partners gekozen pensioenregeling door hun lidmaatschap van de werkgeversvereniging te beëindigen. De huidige regelgeving voorziet er niet in dat deze werkgevers in dat geval een andere, gelijkwaardige pensioenregeling aan hun werknemers moeten aanbieden. Hierdoor kan er alsnog concurrentie op arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak ontstaan.
Vanwege de lage rente en de toegenomen levensverwachting zullen de meeste individuele werkgevers in dit voorstel niet meer kiezen voor pensioenregelingen op basis van ”defined benefit” (DB). Die bieden bedrijfstakpensioenfondsen doorgaans aan en daarbij is het pensioen op de pensioendatum zoveel mogelijk gegarandeerd. De (relatieve) zekerheid van DB-regelingen zal dan definitief tot het verleden behoren.
Het voorstel kan op termijn het einde betekenen van de op solidariteit gebaseerde collectieve pensioenregelingen, ondergebracht bij Nederlandse bedrijfstakpensioenfondsen. De druk voor sociale partners om telkens de beste en voordeligste pensioenaanbieder in de markt te kiezen, naast de mogelijkheid voor individuele werkgevers om op zoek te gaan naar nóg voordeliger pensioenarrangementen, kan verworden tot een ”race to the bottom”. De kans is groot dat die race uiteindelijk eindigt in slechte pensioenregelingen en grote teleurstellingen. Dit lijkt mij daarom niet de juiste weg om ons pensioenstelsel te moderniseren.
De auteur is pensioenjurist.