Wijs
Jesaja 40:31
„Maar die de Heere verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden, zij zullen lopen en niet moede worden, zij zullen wandelen en niet mat worden.”
„Ja maar, profeet”, zouden zij zeggen, „waaraan zullen wij het weten als de Christus komt?”
„Wel”, zegt hij, „de voorloper zal eerst komen, de stem van de roepende in de woestijn. Elia zal eerst komen.”
Zij mochten eens zeggen: „Wel profeet, wij zijn zo zwak!”
„Ja”, zegt de profeet, „wij zijn allen als gras. Maar is het gras haast verdord, het schiet weer spoedig uit.”
Zo is het ook. Bent u zwak, kunt u niet bestaan voor de macht der vijanden? Ja, u bent als gras, maar de vijanden zijn het ook. „Want alle vlees is gras, en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds” (Jesaja 40:6).
Vers 9 toont de waarheid Gods. Vers 10 troost ons Gods macht. Vers 11 toont ons de liefde van God voor Zijn volk, hoe Hij het draagt als een herder.
„Ja maar”, zeggen zij, „de vijanden zijn zo wijs en arglistig!” De profeet ondersteunt hen weer. Hij zegt: „Waar is een koning die geen raadslieden nodig heeft? Wie is ooit de raadsman van de Heere geweest? Wie heeft Hem raad gegeven? Wie heeft de Heere ooit verstand gegeven?”
Bernardus Smijtegelt, predikant te Middelburg (”Zestal leerredenen”, 1730)