Nederland door instroom buitenlanders steeds dichter bevolkt
De Nederlandse bevolking groeit, en dat komt door de instroom van buitenlanders. Inmiddels zijn er bijna 17,3 miljoen inwoners, 104.000 meer dan een jaar geleden. Dat bleek woensdagmorgen uit een rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het aantal immigranten dat zich in Nederland inschrijft vertoont al sinds 2005 een stijgende lijn. In 2018 vestigden zich 241.000 allochtonen in ons land, het jaar ervoor waren het er 235.000. In 2015 en 2016 zorgde vooral het conflict in Syrië voor een grotere instroom van asielmigranten. Deze toestroom is inmiddels afgenomen, maar nu komen er meer migranten uit andere Europese landen.
Dat verklaart ook de toename. „In het asielbeleid wordt een afweging gemaakt of mensen een verblijfsstatus krijgen, maar die regels gelden niet voor mensen die binnen de Europese Unie willen verhuizen”, zegt CBS-woordvoerder Ter Stege. „Inmiddels is 23 procent van de Nederlandse bevolking van buitenlandse afkomst. In Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht is dat respectievelijk 54, 53, 51 en 35 procent. In Amsterdam en Den Haag heeft pakweg 18 procent een westerse migratie-achtergrond en 35 procent een niet-westerse, in Rotterdam is dat 12 en 38, in Utrecht 12 en 23 procent.”
De gegevens van december zijn nog niet bekend, maar het CBS verwacht dat zich het afgelopen jaar 88.000 meer mensen in Nederland vestigden dan er vertrokken. Dit aantal is iets hoger dan het jaar ervoor. De groep met een Poolse achtergrond had opnieuw het hoogste migratiesaldo (tot en met november kwamen er 9000 meer dan er gingen). Ter Stege noemt het opmerkelijk dat mensen uit India met bijna 6000 de tweede groep in grootte vormen. „Zij wonen vooral in Amsterdam, Amstelveen en Eindhoven en zullen daar waarschijnlijk een baan hebben.”
Minder geboorten
De natuurlijke aanwas daalt: er werden 16.000 meer kinderen geboren dan er mensen overleden, maar in 2017 was dat verschil groter. In 2017 maakte de instroom van buitenlanders 80 procent van de bevolkingsgroei uit, maar het afgelopen jaar steeg dat naar 85 procent. Anderzijds emigreerden 88.000 Nederlanders naar het buitenland. Ook een deel van de immigranten vertrekt na enige tijd weer. Dat betreft echter vooral de buitenlanders die uit een westers land komen. Van de immigranten die in 2014 vanuit de EU kwamen was 40 procent na 2 jaar weer vertrokken, van de immigranten uit een westers land buiten de EU 37 procent, van de immigranten uit een niet-westers land 25 procent.
Het aantal kinderen dat geboren wordt, daalt al sinds 2010. Het zijn er nu zo’n 170.000 per jaar, een vergelijkbaar aantal als midden jaren tachtig. Er waren vooral minder jonge vrouwen die kinderen kregen. De gemiddelde leeftijd van vrouwen bij de geboorte van het eerste kind is de laatste jaren weer verder opgelopen, het gemiddeld kindertal is gedaald. In 2010 werden er nog 1,8 kinderen per vrouw geboren, in 2018 zoals het er nu uitziet nog maar 1,6.
Hittegolven
Het lage geboortecijfer ging samen met een relatief hoge sterfte. In het eerste kwartaal van 2018 was er sprake van een sterfteoverschot. „Dat is altijd al zo”, zegt Ter Stege. „In het eerste kwartaal zijn veel sterfgevallen. Door het weer, en door griepepidemieën die ontstaan. In het derde kwartaal is er altijd een hoog geboortecijfer.” De afgelopen jaren is het saldo van sterfte en geboorte –de natuurlijke aanwas– in het eerste kwartaal vaker negatief geweest, maar dit kwartaal was de krimp groter.
De twee hittegolven in 2018 leidden niet tot veel meer sterfte. Alleen onder 80-plussers overleden meer mensen dan in een normale zomerweek.
Grote steden
De bevolkingsgroei heeft vooral plaats in de Randstad en Noord-Brabant. De meeste groei was er in de vier grote steden: in Amsterdam bijna 10.000, in Den Haag ruim 6000, in Rotterdam 5500, in Utrecht 5000. In de drie grootste steden komt dat vooral door instroom uit het buitenland. Zo kreeg Amsterdam er 36.000 buitenlanders bij, terwijl 21.000 Amsterdammers naar het buitenland vertrokken. Utrecht is bij allochtonen minder in trek.
Tegelijk is sprake van een trek van stadsbewoners naar elders, met name naar de omringende plaatsen. Daardoor groeiden ook gemeenten als Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Diemen, Ouder-Amstel, Vianen en Rijswijk. Utrecht trekt relatief weinig buitenlanders.
Sterke groei was er in Almere. Steenbergen (Noord-Brabant) en Westerwolde (Groningen) kregen er ook veel inwoners bij, maar daar kwam dat door de komst van een asielzoekerscentrum.
In 74 gemeenten daalde het aantal inwoners. Die liggen in krimpregio’s als Groningen, Friesland en Limburg en in de Achterhoek, Zeeland en de Kop van Noord-Holland. Dat komt door vergrijzing daar: er wonen veel ouderen en er worden relatief weinig baby’s geboren.