De wereld is een schouwtoneel
Altijd meende ik dat de gereformeerde gezindte sinds de Reformatie theater op goeie gronden afgewezen heeft. Het RD publiceerde enkele bijdragen waarin weliswaar niet de deur naar toneel wagenwijd opengezet werd, maar wel aan het slot gemorreld werd. Strijden we wel op het juiste front, zo verzucht een scribent. De meeste jongeren kijken volop speelfilms. We moeten hen vooral leren hierin keuzes te maken. Als je toneel afwijst, moet je met goede argumenten komen, zegt een ander. En die zijn vanuit de geschiedenis van de Reformatie niet zo gemakkelijk te vinden.
Ik voer hier geen pleidooi om het woord ”toneel” uit te bannen. Vondel heeft het al gezegd: „De wereld is een schouwtoneel; elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.” Zoals in de schouwburg rollen gespeeld worden, zo gebeurt dat ook in het echte leven. Je bent huisvader, maar tegelijk oefen je een beroep uit. En ’s avonds ga je als ambtsdrager op huisbezoek. Zomaar drie rollen die je op verschillende momenten te spelen hebt. Iedereen begrijpt dat je jezelf in een andere hoedanigheid ook anders gedraagt. Het vraagt oprechtheid om die rollen goed te spelen. Het kan niet zo zijn dat je als vader andere opvattingen verkondigt dan als ambtsdrager. Of dat een predikant zich aanpast aan zijn hoorders. Dan ben je niet integer, een huichelaar, een toneelspeler.
De wereld is een schouwtoneel. Onze kinderen spelen hun spel om te oefenen voor de rollen van straks. Al in de Bijbel lezen we daarvan: wij speelden bruiloftje, maar jullie dansten niet; we speelden begrafenis, maar jullie huilden niet. Dat spel zal niemand afwijzen. Het hoort bij het leven. En elkaar nadoen en voor gek zetten in een stukje op een bruiloft, daar is toch ook niks op tegen? Waarom dan toch moeilijk doen over toneel?
In 2000 schreef ds. C. G. Geluk een boek over creativiteit (”Cultuur in beweging”). Hij zegt daarin dat Calvijn schoonheid niet afwees. „Wat God gemaakt heeft, is schitterend. Hij heeft deze wereld geschapen tot een schouwtoneel van zijn heerlijkheid.” Prachtige beeldspraak: de schepping als schouwburg met de mooiste voorstelling. Ook Calvijns mening over theater komt aan de orde. Hij is terughoudend, omdat mensen de verleiding niet kunnen weerstaan om het kwaad en het onzinnige dat zo vaak aan de orde komt, voor waar te houden én over te nemen. Toch stond hij in 1546 toe dat er een Bijbelse voorstelling over de Handelingen der Apostelen opgevoerd werd in Genève. De kerktijden werden er zelfs op aangepast. Het is bij die ene keer gebleven. De predikanten vonden dat dergelijke voorstellingen niet meer moesten plaatsvinden.
Calvijn was niet geheel tegen, maar zag wel de grote gevaren van toneel. Zo’n gevaar is wereldgelijkvormigheid! Je gaat gemakkelijk mee in het stramien van de wereld. Terwijl het belangrijkste doel van het leven de overdenking van het toekomende leven is. Een christen is en blijft op deze aarde een vreemdeling. Daarom zal hij alles mijden wat hem van zijn eindbestemming afhoudt. Dat is de reden dat onze gezindte de schouwburg en de bioscoop altijd afgewezen heeft. Het is inderdaad van belang dat we onze jongeren leren om te gaan met de verleidingen van deze tijd. Daarbij moet wel het accent liggen op het vreemdelingschap en niet op het geven van richtlijnen hoe ze zichzelf rein kunnen bewaren op plaatsen waar ze niet behoren te komen.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl