EU-parlement wil zicht op haatpredikers
Radicale imams en andere haatpredikers moeten op een Europese lijst komen zodat ze op de radar blijven als ze naar een ander EU-land gaan. Het Europees Parlement stemde woensdag in (474 tegen 112) met deze en andere aanbevelingen uit het eindrapport van de speciale commissie die het antiterrorismebeleid in Europa heeft doorgelicht.
EU-landen zouden dergelijke predikers systematisch moeten screenen en informatie over hen uitwisselen. Het parlement verzoekt de Europese Commissie dit wettelijk te regelen. Veel lidstaten houden ‘haatimams’ al in de gaten, maar verliezen hen soms uit het zicht als ze het land verlaten.
Het parlement steunt ook de pleidooien voor een sterkere rol van Europol en andere EU-agentschappen in de strijd tegen terrorisme. Strenge controles aan de grens, met gebruik van allerlei databanken maken daar deel van uit, evenals het traceren van de financiering achter terrorisme.
Verder zouden de bewaringstermijnen voor telecommunicatiegegevens Europees moeten worden gelijkgetrokken. „Vaak zijn deze gegevens juist in een later stadium van grote waarde om de betrokkenheid van personen bij ernstige misdrijven aan te tonen”, aldus Europarlementariër en vicevoorzitter van de commissie Jeroen Lenaers (CDA). Hij vraagt de Europese Commissie met klem om met wetgeving hierover te komen.