Heiner Bielefeldt: Asia Bibi staat voor vele anderen
Zodra de toekomst van de Pakistaanse christin Asia Bibi is veiliggesteld, moet de focus weer uitgaan naar mensenrechten in het algemeen. „Pakistan is meer dan Asia Bibi.”
Bijna alle media in binnen- en buitenland stonden na 31 oktober bol van de zaak-Asia Bibi. Het doodvonnis tegen de Pakistaanse christin werd op die dag door het Pakistaanse hooggerechtshof vernietigd. Woensdag kwam Bibi uit de gevangenis. Voor haar veiligheid zou zij momenteel in Islamabad worden vastgehouden.
Hoewel de media-aandacht voor en de politieke druk op Pakistan groot zijn geweest, hoeft dit niet te betekenen dat het land om die reden Bibi heeft vrijgelaten, zegt prof. dr. Heiner Bielefeldt, voormalig VN-mensenrechtenadviseur. „Ik neig ernaar om te zeggen dat politieke druk invloed heeft gehad. Dat geldt ook voor media-aandacht. Maar het is geen rekensommetje. Je kunt niet zeggen: zet een land zo en zo onder druk, en geef een bepaalde hoeveelheid media-aandacht, en je krijgt iemand vrij.”
Bielefeldt is hoogleraar mensenrechten aan de universiteit van Erlangen, in Duitsland. Van 2010 tot en met 2016 was hij VN-rapporteur voor mensenrechten. In die rol bracht hij verschillende individuele kwesties voor het voetlicht. „Dat is nodig om een onderwerp als mensenrechten een gezicht te geven. Je krijgt er een gevoel bij als je hoort dat iemand als Asia Bibi acht jaar lang elke keer dat de celdeur openging, besefte dat het de laatste keer kon zijn.”
Van belang blijft volgens Bielefeldt telkens te beseffen dat een individueel geval staat voor de achtergestelde positie van vele anderen. „Dat is ook van belang bij het uitoefenen van druk op een land. Als je te veel op één persoon focust, kan dat betekenen dat er niets verbetert voor anderen die in dezelfde situatie zitten.”
Koor van stemmen
Tot die conclusie komt ook Aziëdeskundige prof. dr. Jan Breman, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. „Aan de hand van dit soort incidenten wordt het grotere verhaal aan de orde gesteld. Dit vergroot het draagvlak voor opkomen voor mensenrechten. En dat is nodig. Want de aandacht voor vervolgde christenen moet niet alleen een aandachtspunt zijn van één land of alleen de christelijke partijen.”
Breman vindt het belangrijk dat Nederland zich aansluit bij „een koor van internationale stemmen” dat Pakistan kapittelt. „Nu de advocaat in ons land is, moeten we niet ineens voorop gaan lopen. Het gaat er niet om dat Asia Bibi hierheen komt, maar dat armen in Pakistan een stem krijgen en recht gedaan wordt.”
Landen moeten er geen wedstrijd van maken om Asia Bibi uit Pakistan te krijgen, waarschuwt dr. Bielefeldt. „Het gaat over een méns.”
„In een situatie als deze moet je beginnen bij de persoon zelf”, zegt de oud-VN-adviseur. „Wat wil deze vrouw? Wat ziet ze voor toekomst voor zichzelf en haar gezin? Ze is 53 jaar, komt van het Pakistaanse platteland, is een ongeletterde vrouw. Het lijkt mij belangrijk dat ze mensen om zich heen krijgt bij wie ze zich veilig voelt en die haar taal spreken.”
Overrompeld
Aziëdeskundige prof. dr. Jan Breman, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, noemt het anderzijds „erg goed” dat Nederland aan Asia Bibi’s advocaat, Saif-ul-Malook, tijdelijk onderdak biedt. „Mensen zoals hij, die in gevaar zijn omdat ze opkomen voor anderen, moeten gesteund worden. Het is duidelijk dat hij niet in Nederland zal blijven, maar dat hij op dit moment geholpen wordt is erg belangrijk.”
Minder positief is Breman over de algemene Nederlandse politiek als het gaat om mensenrechten in Pakistan. „Den Haag leek erdoor overrompeld te zijn dat de advocaat plotseling op Schiphol stond. Vervolgens richt de aandacht zich op zijn persoon. Maar wil je serieus werk maken van aandacht voor mensenrechten, dan vraagt dat bijdragen aan internationale actie, ook als de media-aandacht voor Asia Bibi weer verdwenen is.”