De blokkade, die om 7.00 begon, is onderdeel van de estafette–acties tegen de kabinetsplannen op het gebied van de sociale zekerheid en de pensioenregelingen waarmee de bonden sinds 2 oktober bezig zijn.

„Het is opnieuw een signaal richting Den Haag om te laten zien dat er echt iets moet gebeuren. Het massale protest vanuit de samenleving laat ze nog steeds koud, maar het wordt tijd dat ze hun ogen openen”, zei voorziter H. van der Kolk van FNV Bondgenoten. Volgens hem biedt het kabinet geen opening voor een gesprek. „Dus dat heeft geen zin. Vandaar dat we ons vandaag hier laten zien, bij het ministerie waar veel van de plannen vandaan komen.”

De blokkade van het ministerie zat niet in de reeks actie– en protestdagen die de vakcentrales FNV, CNV en MHP eerder aankondigden. Van der Kolk stelde dat FNV Bondgenoten deze actie alleen heeft georganiseerd. „Dit is een verrassingsactie. Die kun je niet te breed trekken”, meende hij. Het is niet de eerste keer dat de vakbond op eigen houtje opereert. Dat gebeurde ook bij de blokkade van het hoofdkantoor van werkgeversorganisatie VNO–NCW op 16 september. Volgens Van der Kolk gaat de vakbond door met verrassingsacties, die volgens hem „makkelijk” te organiseren zijn.

Bij de blokkade van VNO–NCW greep de politie na tweeëneenhalf uur in. Over de huidige actie zei een FNV–woordvoerster: „We houden het zo lang mogelijk vol. We wachten af.” Intussen riepen de actievoerders allerlei leuzen, als: „We hebben Balkenende en De Geus bij de neus.” Minister De Geus van Sociale Zaken was niet op kantoor wegens het herfstreces.

Ruim honderd medewerkers konden niet naar binnen. Sommige wachtende – en koukleumende – personeelsleden namen de oranje t–shirts aan met de tekst: FNV Bongenoten in actie. De meningen over de barricade bleken verdeeld. „Ik vind het wel goed. Ze mogen toch wel wat van zich laten horen”, vond medewerkster S. Raats van de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD), een onderdeel van het ministerie van Sociale Zaken. Een andere medewerker, die anoniem wilde blijven, vond het echter „voor een groot deel stemmingmakerij”.