Handboek van de ambachtelijke kunstenaar
Titel:
”Het handboek van de kunstenaar”
Auteur: Cennino Cennini, vert. van ”Il libro dell’ Arte”
Uitgeverij: Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2001
ISBN 90 254 6261 8
Pagina’s: 294
Prijs: € 27,18. Bij uitgeverij Contact is een vertaling verschenen van het kunsthistorisch gezien belangwekkende boek ”Il Libro dell’ Arte”, -Het handboek van de kunstenaar-, van de Italiaanse kunstenaar Cennino Cennini, die geleefd heeft van 1360(?) tot 1427. Hij werd in Siena geboren en is opgeleid in een aantal werkplaatsen in Toscane. In Padua schreef hij zijn beroemd geworden handboek.
De Nederlandse uitgave berust op een manuscript uit 1437, dat tot de oudste en meest originele versie wordt gerekend. Het handboek is om meer dan een reden belangrijk. Voor hedendaagse kunstenaars en restaurateurs van kunstwerken is het handboek een ’Fundgrube’. De gedetailleerde beschrijvingen van verfrecepten en schilderstechnieken geven ons inzicht in de bereidingswijze van olieverven en de werkwijze van schilders uit die tijd. In feite komen alle aspecten van het schildersambacht aan de orde: van diverse materialen tot en met gevarieerde technieken. De lezer wordt met diep respect vervuld als hij leest hoe de pigmenten uit natuurlijke materialen werden gewonnen en vervolgens tot olieverven werden verwerkt.
Cennini geeft alle geheimen van zijn beroep prijs. Uitvoerig gaat hij in op de dragers van de voorstellingen: papier, perkament, panelen, stoffen en muren voor fresco’s. Ook het prepareren van die dragers komt uitvoerig aan de orde. De attributen waarmee gewerkt werd: de loden stift, pen en veer om te tekenen, maar ook de vervaardiging van penselen van varkenshaar en hermelijnhaar worden tot in de finesses beschreven. Cennini gaat ook in op de werkwijze bij het vervaardigen van bepaalde voorstellingen. „Hoe gezichten, handen en voeten te schilderen? Hoe een dode man te schilderen? Hoe een mantel te maken voor Onze-Lieve-Vrouwe in ultramarijnblauw?” De lezer van het handboek treedt het atelier binnen van een schilder uit de Renaissance en raakt diep onder de indruk van de ambachtelijkheid van het metier van de kunstenaar uit die tijd.
Kennisname van dit handboek leidt ertoe dat de lezer schilderijen uit de Renaissance voortaan anders gaat bekijken, ja, met veel meer respect, omdat hij er nu weet van heeft welk een kennis en kunde in een dergelijk kunstwerk ligt opgeslagen. Kennis van de dingen verandert onze houding ten opzichte van die dingen. Kennis in deze context leidt tot respect, eerbied en verwondering. Een cultuur die kennis veracht, verliest het respect voor de dingen. Het moderne spanningsveld in het onderwijs van de 21e eeuw tussen de overdracht van kennis en het aanleren van vaardigheden is aan Cennini volkomen vreemd. De homo sapiens vormt voor hem geen tegenstelling met de homo faber: „De theoretische kennis is de meest waardevolle; daarna volgt een bezigheid waarvoor een theoretische basis, gekoppeld aan een vaardige hand, nodig is, en dit is de bezigheid die bekendstaat als schilderen.”
Een tweede reden waarom het boek interessant is, ligt in het feit dat het een levendig beeld geeft van de vijftiende eeuw. Kunst en religie vormden in die tijd geen tegenstelling. Cennini roept in hoofdstuk één de drie-enige God aan en naar het gebruik van die tijd ook Lukas de evangelist, die volgens de legende, behalve arts ook de eerste christelijke schilder was. Uit de tiende eeuw is een handschrift bekend met een voorstelling waarop Lukas een ganzenveer bijsnijdt. Het meest bekend zijn echter de voorstellingen waarop Lukas ”Madonna met Kind” schildert. Schilderijen met deze voorstelling komen in diverse musea voor. Ook Cennini stond nog in de Middeleeuwse traditie waarbij Lukas als schutspatroon optreedt en Maria de voorspraak is van alle zondaren.
In het boek zien we ook wie opdrachtgevers zijn voor kunstwerken en dat niet zelden de bewustwording van eigen waarde, zo kenmerkend voor de Renaissance, een rol speelt. Het was in Cennini’s tijd mode een afgietsel te laten maken van het eigen gezicht. Hij laat duidelijk merken dat in zijn benadering van mensen het standsverschil een grote rol speelt. Zo schrijft hij: „En denk eraan dat je, indien deze persoon van wie je afgiet heel belangrijk is, zoals Heren, Koningen, de Paus, Keizers, dit gips mengt met lauw rozenwater. Voor andere mensen is elk lauw bron- of put- of rivierwater goed genoeg.”
Cennini’s handboek is in deze vertaling van fraaie illustraties van kunstvoorwerpen uit diverse musea voorzien, die bijdragen tot een goede verheldering van de tekst. Een lijst met aantekeningen zorgt voor de nodige toelichtingen op de tekst. Uitgeverij Contact heeft met deze vertaling van de hand van Hendrik van den Bossche en Hilde Theuns een interessante en belangrijke bron ontsloten voor een breed publiek.