Band tussen christenen en Israël leidt hier en daar wel tot vragen
In Jeruzalem is duidelijker dan waar ook ter wereld te zien dat er een speciale band is tussen christenen en Israël. Christenen voelen zich verbonden met Israël. Zowel met het volk als met de staat.
Dit geldt natuurlijk niet van alle christenen op de wereld. Maar wel van zeer veel.
Land, volk en staat zijn niet aan elkaar gelijk, al hebben ze wel met elkaar te maken. Met het volk Israël doel ik in dit verband niet op de bewoners van een staatkundig gebied, maar op het Joodse volk, waarvan overigens slechts 44 procent in Israël woont. In die staat wonen ook niet-Joden. Niet elke Israëliër is dus Joods; hij kan ook moslim of christen zijn.
Het land Israël is ook niet gelijk aan de oppervlakte van de staat Israël. Met het land Israël bedoel ik dan het gebied dat God aan Abraham en zijn nageslacht beloofde. De Westelijke Jordaanoever (Judea en Samaria) horen er dus bij. Deze gebieden horen officieel niet bij de staat Israël.
Heilige plaatsen
De sterke band tussen christenen en Israël blijkt uit verschillende ontwikkelingen die zich de laatste decennia voordoen. Ik zal een aantal voorbeelden geven.
Eén: christenen komen massaal op bezoek uit alle hoeken van de wereld. Ze willen de „heilige plaatsen” zien. De Bijbelse geschiedenis vond plaats in ruimte en tijd, vooral in het land Israël, in dit verband ook wel het Heilige Land genoemd. Het is onvoorstelbaar hoeveel sporen er nog terug te vinden zijn van de plekken die een belangrijke rol hebben gespeeld in de heilsgeschiedenis. Wie deze plaatsen onder leiding van een bekwame gids bezoekt, zal de Bijbel beter begrijpen.
Twee: christenen komen naar Israël om zich te verdiepen in de Joodse wortels van het christelijk geloof. Zonder kennis van deze wortels is het onmogelijk de Bijbel goed te begrijpen. Israël is bij uitstek geschikt om deze te bestuderen.
Drie: christenen steunen de staat Israël uit humanitaire en historische overwegingen. Zij stellen dat deze staat recht heeft op erkende en veilige grenzen. Dat is om een nationaal tehuis te bieden aan het Joodse volk, dat in de afgelopen millennia zwaar is vervolgd.
Vier: christenen steunen de staat en het volk uit theologische overwegingen. Ze geloven dat het verbond dat God met Abraham en zijn nageslacht sloot nog steeds (rechts)geldig is. Ze zien Israël als een teken van Gods trouw en een stukje vervulling van profetie.
Helaas schiet de verbondenheid tussen christenen en Israël soms door. Ten eerste verandert de steun voor de staat Israël in steun voor de rechts-nationalistische partijen. Israëlische strategische deskundigen waarschuwen dat deze rechtse partijen niet handelen in het belang van het land.
Ten tweede dreigt een minderheid van de christenen zo enthousiast te worden over het Joodse geloof dat ze de Joodse gebruiken overnemen. Voor deze identiteitszwakte en verzaking van eigen traditie bestaat onder Joden weinig respect.
Ten derde hoeft steun voor Israël niet te betekenen dat men de medechristenen dient te negeren. Groepen die pro-Israël zijn, gaan heel vaak Palestijnse christenen uit de weg. Terwijl kennismaking met hun politieke en theologische inzichten geen kwaad zou kunnen. Het zou hun horizon juist verbreden en hen beschermen tegen een irrealistische zwart-withouding.