Ds. J. M. D. de Heer beschrijft invloed evangelischen op reformatorische kerken
Al jaren volgt ds. J. M. D. de Heer de ontwikkelingen binnen de evangelische beweging. Voordat hij predikant werd, dook hij als journalist in de wereld van de evangelischen. Als predikant schreef hij een boek waarin hij kritische kanttekeningen plaatste bij deze beweging. Maandag promoveert hij op de vraag hoe reformatorische kerken deze beweging waarderen. „Niemand moet verwachten dat ik met mijn boek een soort genadeklap uitdeel aan de evangelischen.”
De voorgeschiedenis van zijn studie naar de evangelische beweging ligt in de periode 1996-2001. De Heer was toen kerkredacteur bij het Reformatorisch Dagblad. De evangelische beweging vormde een van zijn aandachtsgebieden. „Een prachtige tijd. Ik kon bijeenkomsten bezoeken, hield interviews en verdiepte me in allerlei publicaties.”
In die periode rijpte bij De Heer de gedachte tot het schrijven van een analyse van wat hij signaleerde. Die kwam er in 2009 met het boek ”De evangelische beweging”. Een interview daarover in het RD besloot ds. De Heer met de zinsnede: „Ik hoop dat er iemand gaat promoveren op evangelische invloeden in reformatorische kerken.” De opmerking werd gelezen door prof. dr. A. van de Beek, met wie de predikant tijdens zijn studie in Leiden al contact had. „Hij schreef me: „Jij moet dat doen.””
Na een periode van overwegen besloot ds. De Heer de handschoen op te pakken. „Ik zag niet in hoe ik tijd kon vrijmaken, maar de kerkenraad hier in Middelburg stelde me voor een dag in de week vrij en gaf me ook tweemaal studieverlof. Daarnaast probeerde ik zo nu en dan wat van tevoren te werken bij het maken van preken, zodat ik soms bijna twee weken achtereen aan de promotiestudie kon werken. Op die manier kun je diep door de stof gaan. En boven dit alles staat: tot hiertoe heeft de Heere geholpen.”
Het volgende week uit te brengen proefschrift ”Spiegel en spanningsbron” (uitg. Den Hertog, Houten) heeft een ander karakter dan zijn eerdere boek, zegt ds. De Heer. „Niemand moet verwachten dat ik met mijn boek een soort genadeklap uitdeel aan de evangelischen. Ik probeer in kaart te brengen waarover we het hebben als het gaat over de invloed van de evangelische beweging. Dat doe ik door te analyseren wat opiniemakers als evangelische of charismatische invloed beschouwen.”
In uw eerdere boek over de evangelische beweging toonde u zich kritisch. Kon u in uw proefschrift objectief zijn?
„Dat is een logische vraag. Ik heb mijn uiterste best gedaan om objectief te zijn en ben begeleid door hooggeleerden die dat in de gaten hebben gehouden. Op de eerste versie van mijn proefschrift kreeg ik als reactie: Beschrijf niet alleen, maar geef vaker je mening. Dat beschouw ik in dat opzicht als een compliment.”
U signaleert in de gereformeerde gezindte drie houdingen tegenover de evangelische beweging: een van worsteling, een van afweer en een van openstelling.
„Ik behandel de reactie op de evangelische beweging per kerkverband of per groepering. Grofweg kun je zeggen: binnen de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk en de Christelijke Gereformeerde Kerken zie je een worsteling, bij de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken openheid en in de Gereformeerde Gemeenten afweer. Bij de vrijgemaakt gereformeerden zie je dat wat godsdienstsocioloog Gerard Dekker betitelt als de secularisatie van het kerkverband. Die gaat op een gegeven moment parallel lopen aan wat er gaande is in de evangelische beweging.”
Welke factoren droegen er aan bij dat er sprake is van toenemende invloed van de evangelische beweging op traditionele kerken?
„Het is een complex van ontwikkelingen. Overgeleverde leerstellingen hebben minder gezag. Mensen leggen meer dan vroeger de nadruk op het gevoel. De beleving is belangrijker dan de leer, verhoudingen zijn informeler. De laatste jaren komt de netwerksamenleving erbij. Vaste groepen, zoals de traditionele kerkelijke gemeente, worden minder belangrijk. De evangelische beweging heeft kenmerken die daar op inspelen. Zoals de nadruk op de persoonlijke keuze voor Jezus. Daarnaast loopt de evangelische beweging niet achter als het gaat om het aansluiten bij nieuwe ontwikkelingen. En iets moois van de evangelische beweging is ook dat de vraag gesteld wordt hoe je de medemens bereikt met het Evangelie. Dat gebeurt echter wel op een manier die aantrekkelijk is voor de medemens; de wereld wordt minder gezien als gevaar en meer als uitdaging.”
De komst van de Evangelische Omroep in 1967 ziet u als een katalysator voor de opinievorming over de evangelische beweging.
„Het heeft invloed als je EO-programma’s volgt, jarenlang het programmablad Visie leest of het vrouwenblad Eva. De mensen die daarin aan het woord komen, vormen meer dan eens rolmodellen. En EO-coryfee Andries Knevel zegt denk ik terecht dat opwekkingsliederen binnen de reformatorische kerken de theologische ontwikkelingen veel meer hebben beïnvloed dan publicaties vanuit de evangelische beweging.”
U staat lang stil bij de Gereformeerde Bond en de evangelische beweging. In 2017 publiceerde u bovendien een artikelenreeks waarin u kanttekeningen plaatste bij de prediking binnen de Bond. Waarom die nadruk op deze vereniging binnen de Protestantse Kerk?
„Het aantal bladzijden in mijn proefschrift dat ingaat op een bepaalde groepering hangt niet zozeer samen met mijn persoonlijke waardering ervan, maar met de hoeveelheid opinievorming over de evangelische beweging.
Ik wil het misverstand uit de weg helpen dat ik de Gereformeerde Bond onder het vergrootglas leg. Mijn serie over de prediking in de Gereformeerde Bond stond los van mijn onderzoek. En voor wat betreft mijn proefschrift: ik sluit inderdaad mijn behandeling van de opinievorming binnen de bond af met een kritische noot richting het hoofdbestuur. Ik denk dat dat meer had moeten aansturen op het weren van een liedbundel als ”Weerklank” uit de eredienst. De paragrafen aan het slot van ieder hoofdstuk waarin ik een persoonlijke noot toevoeg, zijn pas geschreven nadat mijn begeleiders zeiden: maak het wat spannender. Maar ik hoop dat niet de indruk ontstaat dat ik links en rechts een paar klappen uitdeel.”
In een lezing in 2009 noemde u het beeld „te diffuus” om de evangelische beweging als enige oorzaak aan te wijzen van een afnemende belangstelling voor de leer en de belijdenis.
„De evangelische beweging speelt een rol als het gaat om de gedachte dat Christus voor alle mensen is gestorven en dat we ons hart moeten en kunnen openstellen voor Hem. Maar als het gaat om openheid richting de vrouw in het ambt en homoseksualiteit is het denken daarover vooral beïnvloed door de liberale theologie.”
In evangelische gemeenten gaat het er veelal informeler aan toe dan in traditionele kerken. Zijn er reformatorische kerken die onder invloed van de evangelische beweging een informeler karakter hebben gekregen, zonder dat het gereformeerde belijden is aangetast?
„Ik ken ze niet. Dat wil niet zeggen dat er geen kerken zijn die van zichzelf zullen zeggen: wat inhoud betreft blijven we hetzelfde, maar onze cultuur is informeler geworden. Maar ik zie in de praktijk dat een andere geloofsbeleving samenhangt met het zingen van andere liederen en dus met een andere cultuur. Kort gezegd: een makkelijker geloof en een makkelijker leven.”
Is het niet wat te eenvoudig om vooral studies buiten uw eigen kerk te belichten, terwijl er vanuit uw eigen kerkgenootschap veel minder gepubliceerd is over de evangelische beweging?
„Dat er vanuit de Gereformeerde Gemeenten relatief weinig is gepubliceerd over de evangelische beweging, zie ik als een gemis. Ik zou het toejuichen als mensen zich verdiepen in de evangelische beweging. Kijk als predikant in je eigen plaats eens naar de evangelische gemeenten daar en naar hun gedachtegoed. Praat met mensen die er vanuit je eigen gemeente naar overgaan. En als je wilt waarschuwen: wees integer, praat niet op basis van gevoel, maar van feiten. Je redt het niet als je roept: ze zijn daar allemaal remonstrants.”
Is uw begrip voor evangelischen gegroeid door uw studie of bent u bezorgder geworden?
„Ik ben best mooie dingen tegengekomen. Maar van wat er te horen is bij Opwekking, op de EO-Jongerendag en bij toespraken ben ik geschrokken. Mijn zorg over evangelische invloed is er groter van geworden. Bovendien zwakt het klassieke evangelicale geluid af. Een recente studie van Laura Dijkhuizen stelt: ook de evangelische beweging seculariseert, behoudende evangelicalen hebben het moeilijk.”
Is voor reformatorische kerken secularisatie niet een groter gevaar dan de evangelische beweging?
„Het zou weleens kunnen zijn dat secularisatie evangelicalisering inhaalt, omdat wereldgelijkvormigheid in ons leeft. Met Habakuk zeg ik: „Uw werk, o, Heere!, behoud dat in het leven.” Als het leven van Gods kinderen oppervlakkiger wordt, wordt vaak ook de prediking oppervlakkiger. En andersom. Dat kan een oordeel zijn van de Heere. Als het gaat om mijn reactie daarop wil ik het van het Woord verwachten. We kunnen de toevlucht nemen tot commissies en acties, maar laten we allereerst bidden of de Heere ons wil vasthouden.”
Ds. J. M. D. de Heer
Ds. J. M. D. de Heer is predikant van de gereformeerde gemeente Middelburg-Centrum. De Heer werd op 24 september 1971 geboren in Stolwijk. Hij studeerde theologie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Voor het vak kerkgeschiedenis schreef hij bij prof. dr. E. G. E. van der Wall een scriptie over het gezag van de belijdenisgeschriften in het conflict rond Antonius van der Os, een predikant die rond 1755 van onrechtzinnigheid werd beschuldigd. Voor het vak Bijbelse theologie schreef hij bij prof. dr. A. van de Beek een scriptie over het verbond in het Oude Testament. Van 1996 tot 2001 was De Heer kerkredacteur bij het Reformatorisch Dagblad. De evangelische beweging was onderdeel van zijn werkterrein. In 2009 publiceerde hij het boek ”De evangelische beweging”. Van 2001 tot 2004 volgde hij de opleiding tot predikant aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam. Sinds 2004 is hij predikant in Middelburg. Van 2006 tot 2016 doceerde ds. De Heer dogmatiek en Bijbelkunde aan de Cursus Godsdienst Onderwijs van de Gereformeerde Gemeenten. In 2016 werd hij benoemd tot vakdocent Bijbelse talen aan de Theologische School van dit kerkverband. Ds. De Heer is getrouwd en vader van vijf kinderen.
Lees ook in Digibron:
Spiegel met gebruiksaanwijzing - Ds. J.M.D. de Heer: ,Voor je beeldvorming is het nuttig om veel evangelische chirstenen te spreken’’ (Terdege, 15-09-2010)
Geschrokken van evangelische invloed - Ds. J. M. D. de Heer wil met boek eerlijk portret van beweging schetsen (Reformatorisch Dagblad, 30-10-2009)
Serie “Evangelisch” deel 1 t/m 25 - door ds. J.M.D. de Heer (De Saambinder, 2007-2009)