Amerikaans onderzoek linkt glyfosaat aan bijensterfte
Glyfosaat, ‘s werelds meest gebruikte onkruidverdelger, ligt weer onder vuur. Amerikaans onderzoek legt voor het eerst een verband tussen glyfosaat –bekend als Roundup– en sterfte onder bijen.
Wetenschappers van de University of Texas in Austin hebben bijen blootgesteld aan glyfosaat, en wel aan concentraties die in Amerika gebruikt worden in landbouwgewassen, in tuinen en bij de bestrijding van onkruid op wegen en straten. Al na een paar dagen bleek dat de populatie gunstige bacteriën in de darmen van de bijen kleiner werd en dat de insecten daardoor vatbaarder werden voor infecties van schadelijke bacteriën. De onderzoekers denken hiermee bewijs in handen te hebben dat glyfosaat bijdraagt aan de wereldwijde vermindering van de aantallen honingbijen én wilde bijen.
De uitkomsten van het onderzoek zijn maandag gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences. De onderzoekers vinden dat het wettelijk gebruiksvoorschrift van de onkruidbestrijder moet worden aangepast. „Die geeft nu aan dat glyfosaat geen schade doet bij bijen maar ons onderzoek toont aan dat dit niet waar is”, zegt promovendus Erick Motta, die met professor Nancy Moran het onderzoek heeft geleid. De twee vinden dat boeren, hoveniers en consumenten moeten voorkomen dat het middel terechtkomt op bloeiende planten die bijen aantrekken.
Glyfosaat, beter bekend onder de merknaam Roundup, wordt al meer dan veertig jaar op grote schaal ingezet in de land- en tuinbouw en het beheer van openbaar groen. Ook veel consumenten houden er hun straatje of hun tuin onkruidvrij mee. Lange tijd werd het spul geroemd om zijn relatief schone imago: planten gaan dood, maar dieren die ermee in aanraking komen –en ook de mens die de spuit bedient– hebben geen centje pijn. Op de landbouwschool beweerden jonge boeren dat je er rustig een glaasje van kunt opdrinken.
Kritisch
Maar de westerse publieke opinie is de laatste decennia steeds kritischer geworden over bestrijdingsmiddelen. Biologisch voedsel is in opmars, de gangbare landbouw ligt onder een vergrootglas. Milieuorganisaties zetten keer op keer vraagtekens bij de veiligheid van bestrijdingsmiddelen, waarbij Roundup –een product van chemiereus Monsanto, inmiddels overgenomen door het machtige Bayer– het keer op keer moet ontgelden.
In 2015 stelde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is. De Europese voedselveiligheidwaakhond EFSA en het agentschap voor Chemische Stoffen ECHA stelden van niet. In 2017 leverde onderzoek van het Amerikaanse National Cancer Institute onder ruim 54.000 boeren geen verband tussen kanker en glyfosaatgebruik op. Toch steunden datzelfde jaar ruim 1,3 miljoen Europeanen een burgerinitiatief om glyfosaat in de ban te doen.
Zover is het voorlopig nog niet. Eind 2017 besloten de lidstaten van de Europese Unie om de toelating van glyfosaat met vijf jaar te verlengen. De boeren waren er blij mee: volgens hen is de onkruidbestrijder noodzakelijk om de voedselvoorziening op peil te houden en een vervangende onkruidbestrijder is er nog niet.
Intussen zet Bayer alle zeilen bij om glyfosaat te behouden. De fabrikant wil in samenwerking met boeren de publieke opinie proberen bij te sturen. „Glyfosaat is efficiënt, volkomen veilig en heeft een lage milieubelasting”, citeerde vakblad Nieuwe Oogst vorige week Jesus Madrazo, duurzaamheidsmanager bij landbouwtak Bayer CropScience. Het bedrijf wil dat overheden hun beleid met betrekking tot glyfosaat „baseren op wetenschappelijke informatie en er geen politiek spel van maken.”