Een eeuw lang opvoeden
Een auteur die een boek wil schrijven over de manier waarop ouders sinds 1900 hun kinderen opvoeden, stelt zichzelf een bijna onmogelijke opgave. Want hoe kun je dat voor elkaar krijgen, feitelijk, evenwichtig en zonder stereotypieën? Pedagoge Marga Schiet durfde het aan.
Er verschijnen de afgelopen jaren tientallen boeken over de geschiedenis van opvoeding en onderwijs. Een opvallende trend, meestal ingegeven door heimwee naar hoe het vroeger was. ”Gouden jaren” van Annegreet van Bergen over het dagelijks leven na de Tweede Wereldoorlog is met meer dan tien drukken een bestseller. Wim Daniëls schreef een boek over de lagere school, over de tijd „toen bijna alles nog anders was.” Hetzelfde verlangen naar vroeger klinkt door in ”Wij van de hbs. Terug naar de beste school van Nederland”.
Qua thematiek past het boek van Schiet in die trend, maar nostalgisch is het niet. Integendeel, zij schrijft met liefde over vroeger, met name over haar moeder, maar haar belangrijkste boodschap is toch: „Kijk hoe we er in de afgelopen eeuw op vooruitgegaan zijn.”
Buiten spelen
Die boodschap werkt Schiet uit in tien thema’s: visies op opvoeding, van regels naar het overlegmodel, gezondheidszorg voor kinderen, seksuele opvoeding, hoogtijdagen enzovoort. Haar insteek is vaak verrassend, zoals in het hoofdstuk over de woonomgeving van gezinnen. De trek van plattelanders naar de steden betekende voor kinderen dat zij minder buiten konden spelen, zeker als ze in een drukke straat woonden. Maar de natuurlijke omgeving van een kind bevindt zich buiten, aldus Schiet. Dáár is gelegenheid om op te gaan in exploratie en beweging, in constructie- en fantasiespel. Met tal van praktische voorbeelden benadrukt Schiet hoe belangrijk dat is voor de ontwikkeling van kinderen.
Informatief is ook het hoofdstuk ”Veiligheid in de eeuw van het kind”. Naarmate er meer bekend wordt over de ontwikkeling van kinderen, krijgen ouders ook meer aandacht voor hun veiligheid. Maar het beschermen van kinderen kan ook te ver doorschieten. Ouders van nu, aldus Schiet, worden voortdurend en indringend gewaarschuwd voor gevaren die hun kinderen bedreigen. Gaat het niet over het verkeer, dan wel over de voeding of over speelplaatsen die onvoldoende beveiligd zijn. Kunnen kinderen zich nog wel onbekommerd ontwikkelen?
Godsdienst
Helaas heeft Schiet weinig affiniteit met het christelijk geloof. Geloven is voor haar in de eerste plaats regelgeving en regeldruk. Ze geeft vele voorbeelden van kinderen die geleden hebben onder een wettische godsdienst en ze laat zien hoe bevrijdend de secularisatie is. Dat christelijk geloven een intieme, persoonlijke relatie met Christus is, valt niet binnen haar gezichtsveld. Keer op keer benadrukt ze het onderdrukkende, onoprechte en zelfs ziekelijke karakter van godsdienst. Zo veronderstelt ze dat er in de herinneringen van gelovige ouders „vaak verborgen, complexe familieproblemen bestaan.” Dergelijke karikaturen ontsieren haar boek.
Deze zienswijze overheerst ook het hoofdstuk over seksualiteit. Ook daarin is de nuance zoek. De wortel van die eenzijdigheden vinden we met name in haar waardering voor de seksuele revolutie in de jaren zestig.
Betrokkenheid
Positief in Schiets boek zijn daarentegen haar mooie schrijfstijl, de vele herinneringen van ouders aan hun kinderjaren en haar betrokkenheid op kinderen die door maatschappelijke ontwikkelingen in de klem geraakt zijn. Genoegen kan de lezer ook beleven aan de vele treffende anekdotes, bijvoorbeeld over kinderen die vroeger bij gebrek aan stoelen staande moesten eten en ook tevreden moesten zijn met een kale boterham. Het boek is bovendien mooi uitgegeven met toepasselijke foto’s van de schrijfster zelf.
Boekgegevens
”Een boterham met tevredenheid. Honderd jaar opvoeden in Nederland”, Marga Schiet; uitg. Luitingh-Sijthoff, Amsterdam, 2018; ISBN 978 90 245 7964 8; 366 blz.; € 24,99.