Herinneringen aan een familie-reünie tussen Noord- en Zuid-Koreanen
Terwijl Trump en Kim ruziën over de resultaten van hún top, heeft die tussen Kim en zijn collega in Zuid-Korea binnenkort wel een resultaat om blij van te worden: hoogbejaarde Koreanen uit Noord en Zuid gaan elkaar ontmoeten.
Het staat gepland van 20 tot 26 augustus: de ontmoeting tussen 180 hoogbejaarde Koreanen uit Noord- en Zuid-Korea. Voor het eerst sinds het einde van de Korea-oorlog in 1953 zullen familieleden elkaar mogen zien, horen en omhelzen. Om daarna weer definitief uit elkaar te gaan.
De lijst met namen van degenen die zijn geselecteerd, werd vorige week uitgewisseld door Rode Kruismedewerkers uit Noord- en Zuid. Het gaat om 93 Zuid-Koreanen en 88 Noord-Koreanen meldde de Korea Times vorige week.
Deal
De ontmoeting van 20 tot 26 augustus maakt deel uit van de deal die de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in op 27 april sloot met de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un.
Een maand later dienden ruim 132.000 Zuid-Koreanen een verzoek in om zo’n reünie mee te maken. Die lijst werd snel korter toen na onderzoek bleek dat slechts 57.000 familieleden in Noord-Korea nog in leven waren.
Nadat in juni de twee Korea’s het eens werden over het aantal geselecteerden, werd via het lot beslist wie van de familieleden daadwerkelijk elkaar zouden gaan ontmoeten.
De Koreanen gaan elkaar ontmoeten in het Noord-Koreaanse toeristenoord bij Mount Gumgang.
De tijd dringt: aan Zuid-Koreaanse kant zijn er 35 inmiddels 90 jaar of ouder – onder hen zijn zelfs een man van 101 en een vrouw van 100. Van de Noord-Koreanen zijn er 62 in de tachtig.
Iemand die weet wat het betekent om zo’n tijdelijke familie-reünie mee te maken is de 81-jarige Ko Young-beom. Ko ontmoette in 2007 een zus en een broer tijdens een reünie. Hij had ze sinds hij op zijn veertiende Noord-Korea met zijn vader ontvluchtte, niet meer gezien.
Ko vertelde tegenover een journalist van de Korea Times vorige week dat hij destijds niet geloofde zijn zus en broer weer in het echt te zien. „Ik verwachtte acteurs te ontmoeten die net deden alsof ze mijn familie waren, maar toen ik hen in levende lijve zag, viel alle argwaan weg.” Terwijl hij een album met foto’s van die ontmoeting openslaat, vertelt Ko dat „zijn kleine broertje” (inmiddels ook in de zeventig) precies op zijn vader leek. En zijn zus? „Ik herkende haar in het begin niet.”
Ko vertelt verder dat hij hun foto’s van zijn huis in Zuid-Korea liet zien, „maar ze geloofden niet dat zo’n enorme woning van mij kon zijn. Kijk maar, zei ik, hier zit ik in mijn pyjama op de bank, zoiets doe je toch alleen in je eigen huis?”
Tranen met tuiten
Pijnlijk was het moment dat ze weer uit elkaar moesten. „Zodra ik me omdraaide om de bus in te gaan, zag ik dat mijn broer wegdook. Alleen mijn zus bleef om me uit te zwaaien. Vanuit de bus zocht ik mijn broer op tussen de achtergebleven menigte en ik zag hem ergens staan, tranen met tuiten huilend. Hij wilde kennelijk niet dat ik hem zag huilen.”
Ko’s vrouw, Sim Young-sun (74) vertelt dat hij sinds die reünie elf jaar geleden aan depressiviteit lijdt. „Als ik geweten had dat die ontmoeting zijn leven kapot zou maken, had ik hem nooit ernaartoe laten gaan.” Ze is ervan overtuigd dat herenigingen die enkel tijdelijk en eenmalig zijn beter niet gehouden kunnen worden.
Intussen hoopt Ko dat hij het nog zal meemaken: een heuse hereniging van de twee Korea’s. „Als dat gebeurt, dan rijd ik een vrachtwagen vol met voedsel naar mijn geboortestreek.”