Het ministerie van Landbouw neemt het advies mee in de Europese onderhandelingen in december over de vangstquota voor volgend jaar.

Vorig jaar adviseerden de biologen van het internationale instituut ICES, waarin ook de biologen uit Wageningen zitting hebben, ook een vangstverbod voor kabeljauw in te stellen. De ministers van Visserij van de lidstaten van de Europese Unie besloten toen dat vissers in 2004 toch een hoeveelheid mochten vangen.

Voor een levensvatbare populatie is een minimum van 150.000 ton kabeljauw vereist. De ICES vreest echter dat er dit jaar niet meer dan 46.000 ton kabeljauw is.

Volgens de biologen is het ook met de scholstand slecht gesteld. Hoewel de omvang daarvan niet verder daalt, moet de vangst met ongeveer de helft terug om de soort goed te laten herstellen. De huidige hoeveelheid volwassen dieren bedraagt 190.000 ton, terwijl 230.000 ton het biologisch minimum is.

Ook de quota voor makreel moeten naar beneden. Het ICES heeft een daling van de visstand waargenomen. Biologen adviseren de vangst voor 2005 met minimaal eenvijfde te beperken.

De tongstand is dit jaar gegroeid. De biologen adviseren daarom een lichte uitbreiding van de vangst voor volgend jaar ten opzichte van 2004. Ook het quotum voor horsmakreel kan naar boven worden bijgesteld.

Het productschap Vis noemde vanmorgen in een reactie vooral de adviezen voor schol en makreel, beide voor Nederland belangrijke bestanden, „onnodig strikt en voorzichtig.” De Nederlandse sector meent dat dat niet per se binnen één jaar het veilige niveau bereikt hoeft te worden. „Met het reeds eerder door de sector voorgestelde maatregelenpakket voor het beheer van schol kan de komende paar jaar de verdere verbetering van het bestand gerealiseerd worden, terwijl de inkomenseffecten zo veel mogelijk binnen de perken blijven.”

Stichting De Noordzee maakt zich grote zorgen over de ontwikkeling van verscheidene visbestanden als schol, kabeljauw, makreel, horsmakreel en soorten als wijting en zandspiering. De milieuorganisatie is daarom kritisch over de vangstadviezen. „Het lijkt wel alsof de visserijbiologen en het ministerie niet hardop durven zeggen dat de meeste visstanden alleen maar verder achteruitgaan. Op deze wijze worden de geit en de kool gespaard.”