Column: Is tech te gek?
Opnieuw ligt een plaatjesspaaractie van een van ’s lands grote supermarkten achter ons. Wie de afgelopen weken boodschappen bij die supermarkt gedaan heeft, trof weer kinderen aan die in de ruimte achter de kassa klaarstonden om kaartjes in ontvangst te nemen van wie ze wel gekregen had, maar er geen belang in stelde. In het album stonden 160 lege plekken om gevuld te worden. Thema was dit keer: ”Tech is te gek!”. Dat is natuurlijk een thema om in deze column aandacht aan te besteden. Wat voor beeld van techniek wordt er door de plaatjes opgeroepen?
Dankzij kleinkinderen Tessa en Joas kreeg opa het album helemaal vol en kan hij zodoende in deze column de balans opmaken. Onwillekeurig denkt hij terug aan de vorige actie over ruimtevaart. Toen was de conclusie best positief, omdat de actie veel aandacht besteedde aan mensen en niet alleen aan machines en raketten. Jammer was wel dat er een onverdeeld positief beeld van ruimtevaart gegeven werd, alsof er geen nadelen kleven aan deze geldverslindende technologie.
De nieuwe actie lijkt hierop. Enerzijds waardering voor de breedte van het beeld dat opgeroepen wordt: van communicatie tot gebouwen en van voeding tot robots. De hoofdfiguur is dit keer geen mens maar een robotje. Aardig is dat je met een speciale app een aantal robotplaatjes kunt scannen en vervolgens een zogenaamd ”augmented reality”-beeld op je smartphone kunt krijgen. Je ziet het camerabeeld met daarin een bewegend robotje, net zoals bij de Pokémon GO-actie van een paar jaar geleden. Er zijn nogal wat plaatjes die een experimentje beschrijven dat je thuis kunt doen.
Maar opnieuw geven de plaatjes een onverdeeld positief beeld van techniek. Alles is cool, handig, vet en gaaf. Dat komt mede doordat er geen aandacht is voor de ontwikkeling van technologie. Alle aandacht gaat uit naar de natuurwetenschappelijke principes achter de techniek.
Dat heeft alles te maken met het wetenschapsmuseum NEMO, dat de inhoud aanleverde. Musea voor natuurwetenschappen hebben de neiging om technologie te presenteren als de toepassing van natuurwetenschappen. Dat is een versimpeld beeld dat de techniekfilosofie allang achter zich heeft gelaten, maar in de plaatjes nog volop overeind staat. De Kits (kinderbijlage van Terdege) van juni 2018 doet het beter. Ook daar is het thema ”robots”, maar er is een aparte pagina gewijd aan voor- en nadelen van robots.
Het positieve beeld van techniek wordt dikwijls ondersteund door nadruk op alle veiligheidsmaatregelen die aan een apparaat zijn toegevoegd. In de Ingenieur, het blad van het Koninklijke Instituut van Ingenieurs, van juli 2018 staan daar ook allerlei voorbeelden van. Een freesrobot die gebruikt wordt bij hersenoperaties heeft een noodknop, de nieuwe Noord/Zuidmetrolijn in Amsterdam heeft beveiliging, een nieuwe hybride fiets biedt bescherming voor de fietser.
Wie denkt dat we daarmee de gevaren onder de knie hebben, moet het nieuwe boek ”Gids voor de laatste dagen” van Reinier Sonneveld maar eens lezen. Met een paar overtuigende voorbeelden laat hij zien hoezeer wij onszelf daarin kunnen overschatten. Die veiligheidsmaatregelen kunnen zelfs een gevaar vormen, zoals bij de vliegtuigen waarin de deur naar de cockpit afgesloten kan worden. Iemand met kwade bedoelingen maakte daar gebruik van om het cabinepersoneel weg te houden terwijl hij het vliegtuig tegen een berg liet vliegen. ”Beschermen wordt verstikken” is de titel die Sonneveld meegaf aan het hoofdstuk waarin hij die voorbeelden beschrijft. Aardig is dat hij de hoofdstuknummering laat aflopen in plaats van oplopen. Al lezend ga je dus naar hoofdstuk 0, waarin de auteur het eindperspectief schildert en waarin voor christenen de hoop op uitkomst gelegen is.
Een heel contrast dus tussen de plaatjesactie en het boek van Sonneveld, met de Kits ergens in het midden. En wat is het nu? Het is voor christenen niet makkelijk om in deze tijd zich een houding tegenover de technologische ontwikkelingen te vormen. Zo’n plaatjesactie geeft wel heel wat informatie over wat er allemaal te koop is en hoe het komt dat het werkt, althans wat betreft de natuurprincipes die erachter zitten. Maar Sonneveld confronteert ons met de noodzaak tot bezinning op de gevolgen. Dat wordt in de plaatjesactie overgelaten aan opa, die er een column over schrijft, zodat hijzelf en pappa en mamma met de Kits in de hand het geloof in techniek weer een beetje kunnen temperen. En zelf verbaast hij zich bij het lezen van de Ingenieur weer over de naïviteit waarmee de veiligheidsmaatregelen als oplossing voor de gevaren worden opgevoerd.
Prof. dr. Marc J. de Vries is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft. Reageren? rubriekforum@refdag.nl