Gemeenteraadslid moet luisteren en toegankelijk zijn
Voor een sterke lokale democratie is meer nodig dan goede gereedschappen en voldoende financiële middelen. Ga als raadsleden ook steeds in gesprek over de kwaliteit en transparantie van het raadswerk, betoogt mr. Peter van den Berg.
Het afgelopen jaar stond de positie van de gemeenteraad in de belangstelling. Dit had ongetwijfeld te maken met de gemeenteraadsverkiezingen afgelopen voorjaar.
De resultaten van onderzoeken vanuit het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en van het NOS Raadsledenonderzoek (11 december 2017) gaven echter uiting aan het brede gevoel dat de positie van de gemeenteraad moet worden versterkt. Op 5 juli kwam minister Olongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dan ook met een ”plan van aanpak versterking lokale democratie en bestuur”. Diverse maatregelen worden daarin aangekondigd. Zijn deze afdoende of moet er meer gebeuren om de vitaliteit van en waardering voor de lokale democratie te vergroten?
Analyse
Niet alleen uit de onderzoeken van het SCP en de NOS, maar ook uit het onderzoek van bijvoorbeeld de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) blijkt dat de positie van de gemeenteraad onder druk staat. Vast terugkerende thema’s zijn de werkdruk, de lage vergoeding (vooral bij kleine gemeenten), de kwaliteit van de gemeenteraad, het gebrek aan grip op gemeenschappelijke regelingen en de toenemende moeite die het kost om kandidatenlijsten gevuld te krijgen.
Het kabinet-Rutte III heeft oog voor deze en andere knelpunten. In het coalitieakkoord staat daarom de volgende zinsnede: „We ondersteunen de versterking van de voorbereiding, opleiding en toerusting van de leden van gemeenteraden en Provinciale Staten.”
Nog geen jaar later komt minister Olongren met een omvattend plan van aanpak om de lokale democratie te versterken. In samenspraak met bijvoorbeeld de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden is gewerkt aan een duidelijke visie, met daarbij maatregelen en voorstellen voor de korte en lange termijn. Denk bijvoorbeeld aan een hogere vergoeding voor raadsleden van kleine gemeenten, meer mogelijkheden om grip te krijgen op gemeenschappelijke regelingen, een breed scholingsprogramma met een toereikend kennisplatform, enzovoorts.
Uit de breedte van de voorstellen blijkt dat men het vraagstuk integraal en adequaat wil oppakken. Dat verdient een compliment en dat lijkt een goede impuls voor de lokale politieke praktijk.
Benaderbaar
De maatregelen die worden voorgesteld, lijken mij effectief. Toch is het de vraag of we niet te veel blijven hangen in structuuraanpassingen, in plaats van te investeren in de lokale politieke cultuur. De lokale democratie kan niet vitaal zijn zonder instrumentarium, maar haar kwaliteit hangt in grote mate af van de manier waarop de gereedschappen worden toegepast.
Veel beroepsgroepen (denk aan medici en advocaten) moeten door trainingen hun kennis en vaardigheden op peil houden. Vanuit het beginsel van evenredige vertegenwoordiging bezien, is het niet logisch om vooraf voorwaarden aan het raadslidmaatschap te verbinden. Maar een hogere vergoeding voor raadsleden zou best verbonden mogen worden aan investering in kennis en vaardigheden tijdens het raadslidmaatschap. Werken in het hart van de lokale democratie vraagt om passie, maar ook om kwaliteit, kennis en inzet.
De lokale politiek functioneert niet per se beter wanneer de financiële vergoeding omhoog gaat, de griffie meer ondersteuning kan bieden of het raadsbudget wordt vergroot. Natuurlijk, een kwalitatieve impuls voor de controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraad zal effect hebben. Maar burgers waarderen lokale politiek juist meer wanneer raadsleden betrokken en benaderbaar zijn.
Transparantie
Eens in de vier jaar beloven partijen heel veel, maar wat gebeurt er in de periode van vier jaar tussen twee verkiezingen? Vanzelfsprekend zijn raadsleden te volgen via Twitter, Facebook en Instagram. Maar dat is niet hetzelfde als luisteren, transparantie en nabijheid. Goede volksvertegenwoordigers gaan bij concrete thema’s het dorp in en zoeken hun achterban op. Of ze raadplegen mensen die direct betrokken zijn bij specifieke thema’s. Zulke politici weten verbindingen te leggen en maken dan op basis van hun op de praktijk gefundeerde politieke visie hun afweging.
Natuurlijk, dan zullen er besluiten genomen worden waar een kleiner of groter deel van de bevolking het niet mee eens is. Maar wat er dan gebeurt, is wel transparant. En zo’n houding kan het debat, de besluitvorming en de waardering vanuit de bevolking ten goede komen.
Over debat gesproken… Zijn we als raadsleden echt nieuwsgierig en betrokken? Luisteren we echt en durven we door te vragen binnen en buiten de raadszaal? Wanneer we in contacten met inwoners, in gesprekken met het college van B en W of in een debat met politieke opponenten doorvragen en vooral goed luisteren, vindt er verdieping plaats. Het ”ik ben voor – ik ben tegen” wordt dan vervangen door een gesprek of een debat dat steeds aan kwaliteit en diepgang wint en zelfs ook richtinggevend kan zijn. Uiteenlopende standpunten zijn moeilijk te verenigen, maar op basis van gezamenlijke belangen kun je wel een goed gesprek voeren en elkaar naderen.
Focus
Nog even terug naar de verbindende rol van de gemeenteraad, als uitwerking of precisering van de volksvertegenwoordigende rol. Verkiezingen, ook raadsverkiezingen, zijn een momentopname, maar bepalen wel voor vier jaar de verhoudingen. Daarmee heb je echter nog geen nieuwe relatie tussen kiezers en gekozenen.
Raadsleden moeten de bevolking daarom leren kennen. Dan komen ze ook te weten waar en wanneer zij burgers ruimte kunnen geven bij de totstandkoming en uitvoering van het gemeentebeleid.
Het kiezen van een focus is in dat verband een vereiste. Dat doe je zo: spreek aan het begin van een raadsperiode af welke speerpunten voor je fractie leidend zijn en welke persoonlijke prioriteiten je stelt. En: schoenmaker, houd je bij je leest. Loop niet achter elk thema aan en focus je niet op elk detail. Kijk daarentegen eerst goed of wat je doet wel binnen de bevoegdheden van een raadslid valt. Kijk uit dat je niet bezig gaat met uitvoering. Want dat is in de praktijk vaak dagelijks aan de orde…
De lokale democratie versterken? Jazeker. Let daarbij echter niet alleen op het instrumentarium en de financiën, maar durf ook het gesprek met elkaar aan te gaan over kwaliteit, transparantie en nabijheid. Met die combinatie kan de vitaliteit van de democratie pas echt geborgd worden.
De auteur was gemeenteraadslid (2006-2018) en adviseur raadsfracties. Mede onder zijn redactie verscheen het ”Zakboek Raadsleden. Gereedschapskist voor het betere raadswerk” (Amsterdam, 2017).