Onderzoek voltooid leven volgend jaar klaar
Het onderzoek naar de behoefte aan stervenshulp bij voltooid leven is eind volgend jaar klaar, denkt het kabinet. Regeringspartij D66 had dat graag wat sneller gezien, omdat Tweede Kamerlid Pia Dijkstra die stervenshulp graag wil regelen. Maar coalitiepartners CDA en ChristenUnie staan juist op de rem.
Dijkstra heeft wel gedaan gekregen dat het onderzoek wat wordt uitgebreid. De onderzoekers gaan niet alleen kijken naar mensen die hun leven als voltooid beschouwen en daarom willen sterven, maar ook naar mensen die nog niet klaar zijn voor die laatste stap. Het D66-Kamerlid vreest dat deze groep buiten beeld blijft en daardoor ten onrechte de conclusie wordt getrokken dat er weinig vraag is naar de uitbreiding van stervenshulp.
Eind vorig jaar maande Dijkstra het kabinet al tot haast. ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers maakte meteen bezwaar. Hij vond dat „we er de tijd voor moeten nemen” omdat het onderzoek zorgvuldig moet plaatsvinden en er bij artsen en psychiaters veel weerstand zou leven. Dat vindt Dijkstra ook, maar het in gang zetten van het onderzoek had wel wat sneller gekund.
Als het onderzoek klaar is en uitwijst dat er stervenshulp zou moeten komen voor mensen die hun leven voltooid achten, dan is het nog niet meteen zover. Er moet volgens de regering onder meer een maatschappelijk debat over zijn gevoerd en het kabinet moet er nog over besluiten. In kringen van tegenstanders is te horen dat het daarom nog veel langer kan duren. Dan komt het einde van de kabinetsperiode al in zicht.
Dijkstra prijst zich niettemin gelukkig dat het onderzoek nog in de eerste helft van deze kabinetsperiode wordt afgerond, zoals ook was afgesproken. Ze wijst erop dat geen land ter wereld zich over deze groep mensen met een stervenswens buigt. „Het is zeer waardevol dat het kabinet deze stap nu zet. Ik ben trots op het feit dat we hiermee aan de slag gaan.”
Haar CU-collega Carla Dik-Faber is „blij dat het kabinet behoedzaam te werk gaat op onderwerpen waar die behoedzaamheid ook nodig is”. Ook prijst ze het kabinet omdat dat „het gesprek over medische ethiek met de samenleving wil aangaan”.