De oppositie in het Midden-Amerikaanse land verzet zich tegen de door de regering geplande korting op de pensioenen en de verhoging van de sociale premies. De acties tegen president Ortega zijn sinds april aan de gang en hebben aan zeker 170 mensen het leven gekost. De oppositie werpt barricades op, die door pro-overheidsmilities met geweld verwijderd worden. Hierbij zijn complete buurten afgesloten, waardoor kinderen niet naar school kunnen en levensmiddelen schaars zijn.

Zaterdag kwam een predikantsgezin in de hoofdstad Managua om het leven door een brand in hun woning, nadat een pro-overheidsmilitie het huis met molotovcocktails bekogelde. De predikant weigerde zijn woning open te stellen voor scherpschutters die op betogers wilden vuren. Ds. Oscar Velasquez Pavon en zijn vrouw kwamen om het leven, net als zijn zoon en schoondochter en zijn twee kleinkinderen.

In verband met de onrust heeft de GZB zijn werkers uit Nicaragua teruggetrokken. Het gezin Lindhout, dat diaconaal werk verricht in Nicaragua, vertrok een week geleden naar buurland Costa Rica. Van daaruit wordt hun terugkeer naar Nederland voorbereid.

„Ons vertrek geeft een heel dubbel gevoel. Het is niet gemakkelijk om halsoverkop je spullen te pakken en alles achter te laten”, aldus John Lindhout telefonisch vanuit Costa Rica. „Maar aan de andere kant is het ook een voorrecht dat wij weg kunnen. Dan vraag je jezelf af: waarom kunnen wij wel het land uit, en zij niet?” Het gezin leeft vanuit Costa Rica mee met de bevolking van Nicaragua. „Je proeft de stress bij gemeenteleden. Kinderen schrikken als er een mango op het dak valt, omdat ze denken dat er geschoten wordt.”

Wie in Nicaragua op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats is, kan zomaar in een schietpartij verzeild raken, legt Lindhout uit. Het hele maatschappelijk leven is volgens hem ontregeld. Supermarkten sluiten de deuren of raken leeg, de overheid heeft de situatie niet meer in de hand. „Dan is het wachten tot er weer een truck met levensmiddelen langskomt.”