Sharons plannen met Gazastrook blijven twijfelachtig
Wat wil Sharon met de Gazastrook? Op die vraag is moeilijk antwoord te geven, omdat de Israëlische premier vrijwel niemand het achterste van zijn tong laat zien, schrijft Bert de Bruin. Volgens hem wordt het tijd voor Sharon om te kiezen.
In Israël wordt de soep zelden zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Soms is hij iets minder heet, meestal veel heter wanneer er eindelijk gegeten kan worden. Dit is een gevolg van het dynamische karakter van ”het conflict”. Er gebeurt bijna iedere dag wel iets dat de situatie drastisch verandert. Toch verandert er niet echt veel.
Zo ook met het Gaza-terugtrekkingsplan van premier Ariel Sharon. Het is maar de vraag of hier sprake is van een echt plan. Niemand weet precies waarom ”Arik” ermee op de proppen kwam. Was het omdat hij heus dacht dat de bezetting slecht is voor Israël, zoals hij verklaarde in een vergadering van zijn eigen Likud-fractie anderhalf jaar geleden? Omdat hij meende dat de nederzettingen in de Gazastrook onhoudbaar zijn en samen met een stuk of wat kleine nederzettingen op de Westoever moeten worden opgeofferd, om alle andere definitief in Israëlische handen te laten blijven?
Of was het om het Israëlische publiek voor zich te winnen toen hij de hete adem van justitie in zijn nek voelde vanwege niet helemaal koosjere zaken van hemzelf en van zijn jongste zoon? Of om minimale internationale steun te krijgen, wat hem de mogelijkheid verschafte om ongestoord Hamas, Islamitische Jihad en de verschillende organisaties onder leiding van Yasser Arafat te bestrijden?
Het is moeilijk om op deze vragen zekere antwoorden te krijgen, omdat Ariel Sharon vrijwel niemand het achterste van zijn tong laat zien. Slechts een heel kleine groep van vertrouwelingen is deelgenoot van zijn overpeinzingen en overwegingen.
Bevriezen
Vanwege de ingewikkelde verhoudingen en een constante machtsstrijd binnen Sharons regering en zijn partij is het niet altijd duidelijk of dingen die in het openbaar gezegd worden door zulke vertrouwelingen proefbalonnen zijn, bedoeld om te kijken of het Israëlische publiek ergens klaar voor is, of dat het gaat om reeds genomen besluiten, of simpelweg om (on)bewuste versprekingen. Dov Weisglass, Sharons adviseur en zijn belangrijkste contactpersoon met de Amerikaanse regering, zei onlangs in een interview met de Israëlische krant Ha’aretz ronduit dat het terugtrekkingsplan bedoeld is om het vredesproces te bevriezen, de stichting van een Palestijnse staat te voorkomen en in feite de status-quo (minus Gaza) te bewaren.
Als we terugkijken op de laatste anderhalf jaar lijkt het er sterk op dat deze uitspraken niet zomaar een verspreking zijn. Het heeft er alle schijn van dat de cynici die al die tijd hebben gezegd ”Geen woorden maar daden” en ”Een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken” dichter bij de waarheid zaten dan de optimisten die geloofden dat Sharon ’bekeerd’ was en de bezetting zo niet geheel dan toch zeker (groten)deels zou willen beëindigen.
Vaag
De hamvraag -in deze context misschien een ongelukkige woordkeuze- is en blijft of Sharons gebrek aan heuse daadkracht tot nu toe een gevolg is van zijn eigen twijfels of onwil, of is ingegeven door de luide protesten van de politiek ter rechterzijde. Als er al besluiten zijn genomen over de terugtrekking, dan zijn die in de meeste gevallen erg terughoudend en vaag, ook al schijnt het leger reeds verregaande voorbereidingen te treffen voor een toekomstige ontruiming van de nederzettingen.
Aan de ene kant is daar Sharons vastberadenheid om door te gaan met het plan - ondanks de nederlagen die hij leed bij twee referenda, één onder Likud-kiezers over het plan en één onder leden van het centraal comité van Likud over een mogelijke toetreding van de Arbeiderspartij tot de regeringscoalitie. Aan de andere kant is daar zijn besluiteloosheid als het gaat om de ontruiming van zelfs ook maar de kleinste illegale, onbewoonde ’buitenpost’ in bezet gebied, iets wat niet veel goeds belooft als het om grotere, bevolkte nederzettingen zal gaan.
Israëlische peilingen zeggen dat Sharon voor het ontruimen van de Gazastrook de steun heeft van een constante tweederde meerderheid. Zelfs onder Likud-kiezers steunt 51,3 procent zijn plan, terwijl 34,3 procent ertegen is. Slechts een heel kleine minderheid van de bevolking zegt fysiek geweld bij een eventuele ontruiming van nederzettingen goed te keuren. De kans op een burgeroorlog is niet echt groot, al moet er natuurlijk serieus rekening worden gehouden met geweld als het tot ontruimen komt. Zeker is dat de ontruimingen politieke schade zullen opleveren, het wegslepen van vrouwen en kinderen door soldaten en politieagenten valt nu eenmaal moeilijk te verkopen.
Reikhalzend
Desondanks, als Sharon politiek (en historisch) wil overleven, zal hij moeten kiezen tussen enerzijds de belangen van een deel van zijn traditionele achterban en anderzijds de belangen en wensen van een schijnbare meerderheid van de Israëlische bevolking plus de steun van een belangrijk deel van de internationale gemeenschap.
De verdeeldheid onder de Israëlische bevolking gaat over de vraag hoe het verder moet na Gaza. Van het antwoord op die vraag hangt ook het oordeel van veel deskundigen over het plan af. Blijft een groot deel van de Westoever bezet, dan zal die bezetting Israël blijven corrumperen en kan Israël buitenlandse goedkeuring of steun wel vergeten. In dat geval zou je je kunnen afvragen waar alle moeite, demonstraties en confrontaties voor nodig zijn geweest. Blijkt het plan een eerste stap te zijn op de weg naar een uiteindelijk einde van de bezetting -en naar een Palestijnse staat en, wie weet, naar normale betrekkingen tussen die staat en de rest van de Arabische wereld aan de ene en Israël aan de andere kant-, dan zal Ariel Sharon alle waardering en hulp krijgen die hij nodig heeft.
Zolang hij nog niet met overtuigende feiten kan aantonen dat het hem ernst was toen hij anderhalf jaar geleden zei dat de bezetting slecht is voor Israël als Joodse, democratische, moderne staat, blijven we wachten op een meesterkok die deze soep -waar de meeste Israëliërs reikhalzend naar uitkijken- niet alleen maar kan beloven, maar hem ook kan klaarmaken en opdienen.
voetnoot (u17(De auteur -woonachtig in Israël- is historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van het Midden-Oosten en in de moderne Joodse geschiedenis.