Waakzaamheid bij genetisch onderzoek geboden
Laat de VBOK de wetenschappelijke ontwikkelingen kritisch volgen en samen met anderen streven naar heldere voorlichting in de lijn die de vereniging vanaf het begin gevolgd heeft: met respect voor het menselijk leven vanaf het prilste begin, bepleit dr. Jochem Douma.
De Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) is opgericht in 1971. De vereniging is het werk toen begonnen met de slagwoorden ”actie en strijd”. Duizenden kwamen zelfs naar Den Haag om te demonstreren. Handtekeningen werden er bij honderdduizenden ingezameld om het antiabortusstandpunt kracht bij te zetten. Maar deze acties hebben niet kunnen verhinderen dat het Nederlandse parlement abortus provocatus legaliseerde. Deze legalisering leidde tot de Wet afbreking zwangerschap in 1984.
Wat de VBOK wel bereikte, was een zodanige uitbouw dat het werk op meer dan politieke beïnvloeding rust. De VBOK greep de mogelijkheid aan om professionele hulp aan moeders en hun ongeboren kinderen te bieden. Vrouwen die hulp nodig hadden én vrouwen die hulp wilden verlenen, hadden behoefte aan een sfeer van vertrouwen, stilte en rust.
Maar er was nog een derde pijler waarop het werk van de VBOK zou moeten rusten. De noodzaak, maar ook de vreugde in dit werk –het behouden van het leven in situaties van nood– bracht de vereniging ertoe met name op scholen uit te leggen hoe mooi het prilste leven in de moederschoot is.
Een organisatie als de VBOK, die levens wil redden en beschermen, moet haar doelstelling zo helder en ook zo breed mogelijk onder de aandacht brengen van heel ons volk, ongeacht de diversiteit en de tegenstellingen die er zijn als we met name aan de afkomst en de religie van de Nederlanders denken.
Actueel
Ook vandaag draagt de VBOK de verantwoordelijkheid om in haar voorlichting de stand van zaken bij te houden. Ik demonstreer dat met enkele actuele ontwikkelingen aan de hand van twee recente krantenberichten. Het ene bericht (De Telegraaf 14-05) gaat over zes huisartsen in het noorden van ons land, die voor de prijs van zo’n duizend euro aan twee jonge mensen het aanbod doen hun DNA te laten onderzoeken op de kans dat ze een ernstig zieke baby kunnen krijgen. Een op de 600 baby’s die in Nederland geboren wordt, heeft zo’n ernstige ziekte. Is het dan geen goede zaak dat jonge mensen hun DNA laten onderzoeken voordat zij een (huwelijks)relatie aangaan?
De kans dat zowel de man als de vrouw drager is van dezelfde genafwijking is 1 op 150. Blijkt dit uit het DNA-onderzoek te gelden voor het betreffende paar, dan is de kans op een baby met een ernstige lichamelijke en/of verstandelijke handicap 25 procent. Besluit het paar desondanks om toch voor een zwangerschap te kiezen, dan kunnen ze na het intreden van zwangerschap via een vlokkentest laten onderzoeken of de vrucht inderdaad de gevreesde ernstige ziekte heeft. Ze zouden ook kunnen kiezen voor een in-vitrofertilisatie met embryoselectie. Of gebruik kunnen maken van zaadcel- of eiceldonatie van iemand die geen drager van de betreffende ziekte is.
Weloverwogen ingrijpen
De wetenschap maakt vorderingen en kan reeds veel diagnosticeren. Ik ben er zelf van overtuigd dat de mens als rentmeester in dienst van God weloverwogen mag ingrijpen op de wereld en op de menselijke natuur. Wetenschappers mogen onderzoeken, ontwikkelen en veranderen. Dat de wetenschappers ook doorgaan met hun DNA-onderzoek ligt in de lijn van de verwachting. Als hun werkzaamheden maar gericht zijn op de bewaring en de genezing van het ongeboren leven. Dat menselijk leven begint bij het ontstaan van het menselijk embryo.
Wij moeten geen nee zeggen tegen DNA-onderzoek zonder meer, op grond van het feit dat je met de resultaten van het onderzoek ook ongeoorloofde dingen kunt uithalen. Het lijkt me zaak dat de VBOK in de kwestie van het DNA-onderzoek erop wijst hoe niet het onderzoek, maar wel de verkeerde toepassing onderkend en veroordeeld moet worden. Dat is, naar de overtuiging van de VBOK, het geval als we menselijke embryo’s zonder bezwaar mogen vernietigen om gezonde embryo’s uit te selecteren, zodat aan de wensen van de mensen kan worden voldaan om gezonde kinderen te ontvangen. De bescherming van het ongeboren kind begint bij het respect voor het menselijk leven vanaf de bevruchting. Ik denk dat de VBOK veel werk krijgt aan het handhaven van dit standpunt.
Welke prijs willen we betalen voor het krijgen van gezonde kinderen? Laten zwangere vrouwen hun kind weghalen als het een (zwaar) gehandicapt kind betreft? De VBOK heeft altijd geweigerd daaraan mee te werken, en dat moet ze blijven doen. Maar laat de vereniging onze jonge mensen tegelijk dienen met een goed advies over wat er dan (nog) wél mogelijk is. Helemaal zonder kinderen blijven? Een kind adopteren, hoewel die mogelijkheid in het Telegraafartikel niet genoemd wordt? Of kan het ook nog op een verantwoorde wijze anders?
Labaratoriummuis
Een andere recente zaak lijkt nog moeilijker. Waarover gaat het? Nederlandse wetenschappers hebben 2 mei een opzienbarend artikel gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Uit muizenstamcellen, gekweekt in het laboratorium, hebben zich „embryoachtige structuren” ontwikkeld, die zo veel gelijkenis vertoonden met natuurlijke embryo’s, dat ze kunnen innestelen in de baarmoeder van een muis. Zwangerschap treedt in, die, naar het schijnt, zal leiden tot de geboorte van een complete muis. Deze zwangerschap zou dan tot stand komen geheel zonder het normale proces van bevruchting.
Om ons dit voor te stellen, wijs ik op de mogelijkheid van bevruchting in het proces van in-vitrofertilisatie. In dat proces komen het mannelijke sperma en de vrouwelijke eicel nog wél samen om zwangerschap te doen intreden, al gaat het dan kunstmatig in het laboratorium. In die gang van zaken is het nog duidelijk dat een kind geboren wordt van een bepaalde man en van een bepaalde vrouw. Het kind komt alleen via een bijzondere techniek iets later in de moederschoot tot ontwikkeling. Maar bij de muizen uit het artikel in Nature is elk proces van bevruchting via het samenkomen van zaadcel en eicel uitgeschakeld. Wat er zich dáár vormt, zijn „embryoachtige structuren.”
Dat doet wel de vraag rijzen of het embryoachtige of echte muizenembryo’s zijn. Loopt er straks een muis in het laboratorium rond die niet zoals zijn soortgenoten het product is van de genegenheid van moedermuis en vadermuis, maar die is ontstaan in een minuscuul laboratoriumkweekbakje? Een deskundige uit Maastricht zegt dat het binnen een jaar zover kan zijn, maar dat het ook nog 25 of 50 jaar kan duren.
Daarom is het goed niet voorbarig in ons oordeel te zijn. In de krant zien we al dat de sprong gemaakt wordt van muis naar mens! En aan wat voor mensen zouden we dan moeten denken? Mensen zonder vader en zonder moeder? Mensachtige mensen, maar geen gewone mensen zoals u en ik?
Niet bezorgd
Het is goed dat ook de VBOK wakker is om de ontwikkelingen in de wetenschap bij te houden. En dat de VBOK’ers samen met anderen streven naar heldere voorlichting, in de lijn die de VBOK vanaf het begin gevolgd heeft: met respect voor het menselijk leven vanaf het prilste begin.
Wij hebben het recht en zelfs de plicht niet alles te weten en alles te willen doorgronden. Het recht op niet alles te willen weten is van grote waarde. Inzicht in onze genetische structuur groeit. Toch moeten we geen verplichte genetische bevolkingsonderzoeken krijgen en ons op laten jagen om tegen allerlei vreselijke mogelijkheden bescherming te zoeken. Zeker, stel u zich voor dat er tijdig iets te doen valt aan ziekten die wij later kunnen oplopen, en die door het voortgaande medische onderzoek nu bestreden zouden kunnen worden. Laten we er dan gebruik van maken! Het woord van Jezus „maak je geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last”, geldt ook na een slechte uitslag (Matt. 5:34, NBV).
Jezus zegt niet dat we niet mogen weten wat we kúnnen weten over de dag van morgen. Hij zegt wel dat we ook over het kwaad dat ons morgen treft, niet bezorgd moeten zijn. Als iemand kennis vergadert, vermeerdert hij smart, zegt Prediker 1:18. Maar dat is geen reden om kennisname van onze genetische structuur af te wijzen. Het komt er echter op aan hoe we zowel het goede als het kwade verwerken. Het schenkt troost als we geloven dat we door God geschapen zijn en ons rustig kunnen opstellen als het over onze toekomst gaat.
De artikel is een verkorte weergave van de eerste Doumalezing in Gouda op 6 juni. De auteur was van 1982 tot 1996 voorzitter van de VBOK.