Vriendjespolitiek in India dupeert slachtoffers van seksueel misbruik
De vele verkrachtingen in India zijn een zedelijk probleem. Belangrijk is ook de cultuur van straffeloosheid door vriendjespolitiek tussen justitie en de daders. Door de invloed van politiek en religie raken slachtoffers nog verder uit het zicht.
Een bericht op een willekeurige krantenpagina uit de Hindustan Times van donderdag: „Een 13-jarig meisje is woensdag in het dorp Manesar verkracht door een buurman. De politie liet weten dat het meisje met haar vader op het dak van hun huis sliep omdat moeder ziek was. Toen haar vader even naar beneden ging, werd het kind door een buurman misbruikt.”
Het bericht gaat nog even door: „Een dag eerder, dinsdag, werd een 38-jarige man in Mohammadpur opgepakt door de politie omdat hij zich zou hebben vergrepen aan een 7-jarig meisje. Ook hier ging het om een buurman die het meisje met snoep zijn huis in had gelokt.”
De veelvuldig voorkomende verkrachting van meisjes, jonge vrouwen en zelfs van kinderen, blijft de gemoederen in India bezighouden. In de grote kranten van het land worden de delicten uitvoerig beschreven en op de opiniepagina’s debatteren scribenten over wat er toch mis is in hun land.
De afgelopen maanden domineerden twee namen de kolommen: ”Kathua” en ”Unnao”. Ze verwijzen naar gruwelijke verkrachtingszaken in het recente verleden, in januari van dit jaar (Kathua) en in juni vorig jaar (Unnao).
Begin dit jaar werd een 8-jarig moslimmeisje misbruikt en vermoord in het dorp Rasna, in de buurt van de stad Kathua in de Indiase deelstaat Jammu en Kasjmir. Haar familie is moslim en behoort tot de Bakarwal, een nomadische stam.
Minister betrokken
Unnao verwijst naar de verkrachting van een 17-jarig meisje op 4 juni vorig jaar in het district Unnao in de Indiase deelstaat Uttar Pradesh. Het meisje was het slachtoffer van een groepsverkrachting waaraan ook een minister uit de deelstaat had deelgenomen: Kuldeep Singh Sengar. Hij had het meisje zijn huis binnen gelokt met de belofte dat hij een baantje voor haar had.
Nadat ze meermalen was verkracht, zo vertelde ze later, werd die belofte nóg stelliger op één voorwaarde: mondje dicht over de verkrachting. Dat deed het meisje niet, maar tot een veroordeling van de deelstaatminister (lid van de radicale hindoepartij BJP) kwam het vooralsnog niet.
De vader van het meisje werd op 3 april van dit jaar zwaar mishandeld door een knokploeg en op 8 april overleed hij aan zijn verwondingen.
Het is vooral deze gruwelijke afrekening die in India nog iedere dag nadreunt omdat de roep om recht werd beantwoord met nog meer onrecht.
Anand Soondas, redacteur van The Times of India, hekelde enkele weken terug vooral de rol van politie en justitie, die in zijn ogen falen in het tegengaan van verkrachtingen.
Akkoord, de seksuele moraal van Indiase mannen is allerbelabberdst, maar dát ze hun gang kunnen gaan houdt verband met de zwakte van politie en rechters. Soondas: „De eerste instellingen die je als machteloze burger nodig hebt op het moment dat je je recht zoekt, zijn de politie en de rechterlijke macht, maar juist die geven niet thuis.”
Als voorbeeld noemt hij de pogingen van de politie van Kathua om de moord op het 8-jarige meisje te verdoezelen. De politie zou kleren van het meisje hebben gewassen om zo veel mogelijk sporen uit te wissen. „Zodra een bewindsman of politicus bij een zedendelict is betrokken, kun je het als slachtoffer vergeten dat je zaak door de politie serieus wordt genomen.”
Landjepik
In de Kathua-zaak werd de verkrachting en moord van het 8-jarige meisje een pion in een politiek-religieus steekspel, waarbij radicale hindoes moslimnomaden betichtten van landjepik – ze zouden daarmee zelf geweld hebben uitgelokt. In werkelijkheid lijkt het erop dat de moord op het kind bedoeld was om de nomaden af te schrikken en weg te houden.
Tekenend voor de politieke framing van de moord was dat twee deelstaatministers van de radicale hindoepartij BJP meeliepen in een protestmars ten faveure van de vermeende daders.
Ook in de Unnao-zaak speelt politiek een rol. BJP-deelstaatminister Sengar werden de handen boven het hoofd gehouden door de premier en partijgenoot van de deelstaat. Direct na de verkrachting werden het slachtoffer en haar familie zelfs door de politie „ter bescherming” opgesloten in een hotel…
De 18-jarige vrouw raakte door dit obstructiebeleid zó wanhopig dat ze vorige maand een poging deed tot zelfmoord voor de ambtswoning van de premier. „Als Sengar niet de strop krijgt, dan ga ik hem eigenhandig vermoorden”, bezwoer de vrouw later.
Maar de minister zelf zit ook niet stil. Toen een speciale onderzoekscommissie van de overheid getuigen kwam horen in het dorp waar hij woont (ook de woonplaats van het slachtoffer), stond een menigte van vele duizenden mensen de leden op te wachten om de onschuld van Sengar te bepleiten.