Rechter geeft genderdebat te stevige impuls
Verheugde reacties uit politiek en samenleving. Die vielen de 57-jarige Leonne uit Breda ten deel na de uitspraak die de rechter maandag deed in haar zaak.
Leonne is geboren als hermafrodiet, wat betekent dat het geslacht waartoe ze behoort bij haar geboorte niet goed kon worden vastgesteld. Deskundige begeleiding is dan geboden, want het aanvaarden van die situatie gaat niet van het ene moment op het andere.
Bij de burgerlijke stand kozen de ouders van Leonne voor een registratie als man. Dat bleek na verloop van tijd te voortvarend te zijn geweest en ook niet passend. Achteraf alsnog kiezen voor de optie die het best aansloot bij de situatie en die aangaf dat er in dit bijzondere geval sprake was van tweeslachtigheid staat de wet echter niet toe.
Aan die situatie maakte de rechter maandag een einde. Leonnes tweeslachtigheid wordt juridisch erkend; op de geboorteakte komt te staan: „geslacht is niet kunnen worden vastgesteld.”
Over tot de orde van de dag dan maar? Niet als het aan de rechter ligt. Die maakt in de uitspraak duidelijk de nu gekozen variant als een tussenoplossing te zien; een noodoplossing.
Eerst kijken naar iemands fysieke verschijningsvorm of medische conditie en dan zuinigjes vaststellen dat bij iemands geboorte het geslacht niet kon worden vastgesteld gaat de rechter in twee opzichten niet ver genoeg. „Het is van belang ook te kijken naar iemands genderbeleving”, aldus de uitspraak.
Verderop heet die beleving zelfs „van doorslaggevend belang” te zijn.
Voelt iemand zich een beetje man en een beetje vrouw, dan moeten de akten van de burgerlijke stand dat gevoelen als het aan de rechter ligt ook gewoon tot uitdrukking kunnen brengen. Dus niet dat zuinige ”geslacht kon niet worden vastgesteld”, maar expliciet: ”deze persoon is genderneutraal”.
Dat is een regelrechte aansporing aan het adres van Kamer en kabinet om de wet te verruimen en zo de genderkeuzemogelijkheden van de burger te vergroten. GroenLinks drong er maandag meteen op aan. Uitgangspunt is dan niet langer de met de schepping gegeven ordening tussen beide seksen, maar de genderbeleving; hoe grillig die ook moge zijn.
De vreugde die daar maandag over ontstond is echter op z’n minst voorbarig te noemen. Toegegeven, binnen de seksen zouden best wat meer overeenkomsten en mengvormen kunnen zijn dan vroeger werd gedacht. Het Bijbelse man-vrouwonderscheid is echter meer dan een wegwerpartikel. Het ligt mede aan de basis van de christelijke opvattingen over huwelijk, gezin en opvoeding en heeft onmiskenbaar een ordenende uitwerking gehad op de maatschappij.
Er zijn dus redenen te over voor kabinet en Kamer om er zuinig mee om te springen. De publieke moraal is al liberaal genoeg.