Column: Olifantenpaadje
U kent het wel. U staat voor een grasveld en moet precies aan de overkant zijn. Het voetpad loopt linksom of rechtsom. Er staat een bordje ”gras niet betreden a.u.b.”. Maar helaas. Velen hebben de kortste route gekozen en inmiddels is er een mooi olifantenpaadje ontstaan. De kortste route, recht op het doel af. Tja, wie kan dan nog de verleiding weerstaan om ook voor de snelste, aantrekkelijkste en meest logische route te gaan? Voorwaarts over het olifantenpaadje dus. Het bordje of het rood-witte lintje ten spijt.
Er zijn gedragswetenschappers die zich over dit soort fenomenen het hoofd breken. Waarom doen mensen anders dan wat voorgeschreven en wenselijk is? Wie zich met opvoeden en onderwijzen mag bezighouden, is nogal eens bezig met het bijsturen van gedrag. Toch maar weer een bordje met een duidelijke nee-boodschap, een ontmoedigend hekje of een afschrikwekkend lintje.
Deze vorm van communiceren roept ook emotie op. Het kind of de leerling zucht eens, knikt en humt nog wat sociaal wenselijks, om na één dag weer vrolijk over het olifantenpaadje te lopen. Want iedereen doet het toch? En het is toch veel logischer? Dat ze dat niet snappen. En waar doen ze eigenlijk moeilijk over. Pfft.
Het blijft boeien: het altijddurende gevecht tussen weten en doen, tussen vandaag en morgen, tussen nu en straks. Tussen weten dat fruit gezond is, en tussen het eten van fruit. Het weten dat vandaag beginnen met leren veel beter is – maar morgen voelt prettiger. Nu een spel spelen en dan huiswerk voelt fijner dan andersom. En dus winnen het verlangen, de impuls en de groepsdruk het vaak van „wat anderen vinden dat goed voor mij is en waarvan ik eigenlijk ook wel besef dat ze gelijk hebben, hoewel ik dat uiteraard niet wil toegeven.”
Wie het (puber)brein een beetje probeert te doorgronden, weet dat het heel lastig is om gedrag bij te sturen. De groepsdruk is enorm. Het impulsieve en de directe behoeftebevrediging zijn sterkere krachten dan beheersing en zelfregulering. En uitstellen, want morgen kan het ook en nu schijnt de zon, is altijd nog aantrekkelijker dan direct de boeken in te duiken om die lastige sommen te gaan maken.
Wat nu? Toch maar stoppen met gras inzaaien en een klinkerpaadje leggen? Of blijven corrigeren? Idealen verwerkelijken kost best wat inspanning. Het helpt om te weten hoe de hazen lopen. Een kleine troost. De kleine olifantjes schuren graag wat tegen de grote olifanten aan. Dat hoort er een beetje bij en dit gebeurt overal. De clou heeft iets weg van hoe een olifant een haas vangt. beeld images.google.nl